Sinds zijn debuut 'Stofzuigergedichten' uit 1973 manifesteert deze dichter (1953) zich ook in proza, autobiografisch werk, toneel, columns en essays. In deze tiende dichtbundel (de zesde bij de Arbeiderspers) zijn diens verhalende en lyrische eigenschappen verstrengeld, net als de twee opgegraven skeletten in het omslagontwerp van Marjo Starink. De vier afdelingtitels (Extra time - Artiesten, meneer - Plaats en tijd - Sprekend vlees) zijn sluitstenen op de thema's: de dood - het magisch oproer van het gedicht jegens zijn maker of tegen geleerde taal, tot aan de poëziehaat des dichters zelve - locaties van inspiratie (Watou, Deerlijk, Hasselt, Hoevenzavel) - en, ten slotte: 'beest en geest', over het geleefde en gedroomde 'lekkers'. Puntig, speels en levenswijs verwoord, veelal doortrokken van vergankelijkheidbesef, ofschoon aards, sensueel, met steeds een floers van directe of verfijnde humor, altijd op montere toon gebracht. Hij dicht net zo lief een oratio pro als contra de heldendaad. Met de oproep aan de lezer: 'Raak (...) aan lagerwal. En val'.
Nederlands | 9789029566377
Titel | Lagerwal : gedichten |
Auteur | Luuk Gruwez |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam [etc.] : De Arbeiderspers, cop. 2008 |
Overige gegevens | 51 p - ill - 21 cm |
ISBN | 9789029566377 |
PPN | 307930122 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Gruwez |