Leenders (1950) beschouwt zijn gedichten als 'Vervalsingen', allicht van de werkelijkheid: die wordt in poëzie hoe dan ook vervormd en verdraaid. Het is geen bijster originele gedachte en soms is de concrete uitwerking ervan ook wat voordehandliggend, maar toch zijn de meeste vervalsingen van Leenders heel genietbaar en als maaksel verrassend. Hij heeft een ironische toon, zie 'De buitenwacht': "Gelukkig de huizen / Waar de liefde woont / En auto's buiten slapen / Waar het naar hutsepot ruikt / Man en vrouw in de nacht / Vernesteld raken // 's Morgens krabt zij / Het ijs van zijn ruiten / Asemt een wak / Staat hem uit te wuiven / Op het trottoir, de bedkruiken / Wiegend onder haar kamerjas". De titel ten spijt hebben deze gedichten een hoog realiteitsgehalte, ze bedienen zich van een eenvoudige taal en syntaxis en leiden veelal via enkele dwaalwegen naar afrondende frappe. De op de poëzie zelf reflecterende kant komt soms (iets te) nadrukkelijk naar voren, maar ligt gelukkig meestal onderhuids verweven in het gehele concept. De slotreeks heet 'Alsof dit een gedicht is', maar het vierde en laatste gedicht ervan eindigt met de regel 'Alsof dit een gedicht was'. Alsof, dat is misschien wel de kern van poëzie versus de werkelijkheid.
Nederlands | 9789029567268
Titel | Vervalsingen : gedichten |
Auteur | Herman Leenders |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam [etc.] : De Arbeidspers, 2008 |
Overige gegevens | 66 p - 21 cm |
ISBN | 9789029567268 |
PPN | 314758151 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |