De vierde bundel van Peeters heeft vrij wat meer pretenties dan de drie vorige. Ze verwerkt haar bijbelse voornaam (refererend aan de slavin die Abraham een zoon schonk en met hem werd verstoten naar de woestijn), met de daarbij behorende associaties met vreemdelingen en vluchtelingen, waardoor de actualiteit zijn intrede doet. Zo kan ze Hagar moeiteloos verbinden met Ayaan Hirsi Ali en met bemoeilijkende liefdesrelaties waarin de voortbrenging van nageslacht op de eerste plaats staat. Abraham, Sara en Hagar, maar ook Izak, de bijbel en de huidige wereldsituatie spelen in deze homogene en gecomponeerde bundel een hoofdrol. Breed haalt zij uit in de 'Jeremiade voor het Avondland' waarin alles aan roest onderhevig is, behalve de 'oorsprong', "deze landschelp, kuitige vrucht / dit teerlobbige oogliddunne kiertje / dit weke slot waarop alles loper wordt / waaruit oorsprong ontvlucht". Maar zelden zijn de formuleringen zo plastisch en verrassend als hier; het lijkt erop dat Hagar Peeters meer is gaan redeneren en niet altijd even helder of juist al te helder: "nooit ben ik alleen en uniek in mijn existentie / van alle kanten slechts één dimensie / die nooit op zichzelf staat maar slechts deel is." Geen opwindende poëzie. We zullen afwachten hoe het na deze omslagbundel verder gaat.
Nederlands | 9789023426752
Titel | Loper van licht : gedichten |
Auteur | Hagar Peeters |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : De Bezige Bij, 2008 |
Overige gegevens | 42 p - 20 cm |
ISBN | 9789023426752 |
PPN | 307937844 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Peeters |