Met 'Vriendinnen' , een vierdelige reeks verbaal explosieve, erotische gedichten, trekt Piet Gerbrandy (1958) weer de volle aandacht voor zijn onstuimig, Bilderdijkiaans taalgebruik. In de verte doet de opzet denken aan Vestdijks 'Grieksche Sonnetten', vier parallelle reeksen van twaalf gedichten, maar vorm en inhoud wijken sterk af. De vriendinnen zijn afkomstig uit de antieke Griekse literatuur: o.a. Kynthia, Lykoris, Hekate, Delia, Chloë, Korinna, Eos, Nemesis, Megaira, Seirene, Terpsychore, Amaryllis. Een meer of minder bekend gezelschap, dat een classicus als Gerbrandy gewoon uit zijn mouw schudt en waarmee hij zonder veel moeite kan dollen. "Kynthia boort mij een blik die mijn woorden wormstekig / mijn adem doet horten mijn gehemelte droog legt / en waar zijn de zwavelse wijnen?" "Fluwijn wat talm je mijn motorkap te bertrekken / te slechten mijn spouw / met mijn truien je hol te stofferen?" "Kwajongens persen af pesten bakvissen lonken voor belgeld./ In voorgeschreven klof dumpt kakwijf glazige kids in kringloopcontainers." Gerbrandy's poëzie moet het hebben van dit virtuoze en verrassende gejongleer met de taal in al haar registers. Een beetje duizelig word je er wel van en ook wat lacherig, vanwege de kunstmatige verbositeit.
Nederlands | 9789025429577
Titel | Vriendinnen : gedichten |
Auteur | Piet Gerbrandy |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam [etc.] : Contact, cop. 2008 |
Overige gegevens | 76 p - 24 cm |
ISBN | 9789025429577 |
PPN | 314996303 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |