In de achttiende eeuw stonden rooms-katholieken in Nederland als een soort tweederangsburgers in een kwade reuk. Verlichte protestanten beschouwden hun geloof met zijn uiterlijk vertoon als onredelijk bijgeloof en verdachten katholieken bovendien van een dubbele loyaliteit: hoewel Nederlanders, zouden ze gevoelig zijn voor de invloed van een buitenlandse mogendheid, het Vaticaan. Door de officiële scheiding van kerk en staat in 1796 en de gelijkstelling van alle gezindten verloor de gereformeerde kerk haar bevoorrechte positie en kwam de weg vrij voor katholieken om politieke invloed uit te oefenen. Dat deden ze gretig, maar door de tijdsomstandigheden en tegenwerking zette hun emancipatie niet door; deze kwam pas na 1853 echt van de grond. De schrijfster, cultuurhistorica, beschrijft de historische, politieke en culturele achtergronden van het antipapisme aan de hand van talrijke literaire en historiografische bronnen. Onder meer de patriottentijd, de tegenstelling tussen Bataven en Orangisten, enkele opiniebladen en antimonastieke toneelstukken komen aan de orde. Het boek biedt een gedetailleerd beeld van alle nuances en variaties van antipapisme en vult daarmee een lacune in de geschiedschrijving op.
Nederlands | 9789077503867
Titel | 'Een meer of min doodlyken haat' : antipapisme en cultureel natiebesef in Nederland rond 1800 |
Auteur | Edwina Hagen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Nijmegen : Vantilt, cop. 2008 |
Overige gegevens | 314 p - ill - 25 cm |
Annotatie | Met lit. opg. en reg |
ISBN | 9789077503867 |
PPN | 306131498 |
Rubriekscode | 241 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Antipapisme; Nederland; 18e eeuw |