Onbekend
Titel | Liederen van Groot-Nederland. Liedekens van Minne. No. 146-147, Reeks XIII |
Secundaire auteur | F.R. Coers |
Type materiaal | Bladmuziek |
Uitgave | ApeldoornDixon, [ca.1920] |
Overige gegevens | 12 p |
Annotatie | Voor een zangstem en pianoBevat: Jupijn, hoe moogt gij u beroemen (Cupido's magt) ; De winter is een onweert gast (Bescheidenheid) ; Waer'uw liefde alsoo pure ('s Werelds valsche liefde) ; Lieve Mopsje wil-je sterven (Coridon hoorende Mopsus klagen) ; Ik zat te zingen voor mijn deur (Spinsterlied) ; Zooveel liedjes als er klinken ; Mijn, zijt ge, mijn, in eeuwigheid ; M'n zoetlief kind, m'n beste kind ; Ach, mocht gij in 't diepste mijns harten (Verborgen liefde) |
PPN | 288679202 |
Rubriekscode | 788.12 |
Taal | Onbekend |
Onderwerp algemeen | Volksliederen; minneliederen |
Opgenomen in | Liederen van Groot-Nederland. Liedekens van Minne. No. 8 |