Ambitie en, nog belangrijker, schwung, dat heeft Hans Dekkers (o1954, Venlo), die vijf romans schreef maar als dichter pas in 2006 debuteerde. Met 'Een uil in de zon' levert hij een staalkaart van mogelijkheden af: lange gedichten en korte (van soms maar enkele woorden), strofische en zonder witregels, maar steeds is zijn taal krachtig, grijpend naar originele combinaties van woorden, gedurfde beelden. Het onderlinge verschil in kwaliteit is groot, te groot. Naast sublieme momenten zijn er draken van regels als "Potdicht zijn de kluizen waarin de oeverloze geest / zich achter adem krabbend schor zingt" waarin de effecten elkaar verdringen en dus teloor gaan. Met een grotere beheersing, een betere dosering vooral, en toch eenzelfde tempo zou hij gemakkelijk veel verder komen. Ook in de keuze van onderwerpen is hij niet bepaald schuchter. Hij behoort tot de dichters die uit elk object, elk idee, elke ervaring wel vonken weten te slaan, maar die niet altijd kunnen laten oplaaien tot een vuur. In Dekkers' askring liggen echter genoeg gloeiende sintels om de ware poëzielezer warm te houden.
Nederlands | 9789028423268
Titel | Een uil in de zon : gedichten |
Auteur | Hans Dekkers |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Wereldbibliotheek, cop. 2010 |
Overige gegevens | 61 p - 22 cm |
ISBN | 9789028423268 |
PPN | 32043687X |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |