De Engelse wiskundige (1877-1947) beschrijft wat voor hem de rechtvaardiging is voor het doen van wiskundig onderzoek.
G.H. Hardy (1877-1947) was een goed wiskundig onderzoeker. Belangrijk was dat hij het Indiase genie Ramanujan ontdekte, hem naar Engeland haalde en met hem samenwerkte. Hij kijkt terug op zijn leven als wiskundige en zoekt naar de rechtvaardiging voor dat leven. Hij vindt dat deze niet ligt in nut van ontdekkingen, maar in het scheppen van nieuwe dingen, het is eenzelfde rechtvaardiging als voor kunst. In een paar opzichten is zijn verhaal gedateerd: Zijn bewering dat getaltheorie en kwantummechanica geen toepassingen hebben, is in een tijd van cryptografie en lasers achterhaald. Ook noemt hij schrijvers die bij een moderne lezer niet bekend zijn. Maar de kern van zijn betoog staat overeind, en is een prachtige beschrijving van wat het betekent om scheppend bezig te zijn. Als hij beschrijft hoe hij de creatieve krachten in de loop der jaren voelt afnemen, toont Hardy veel inzicht in de menselijke geest. Het voorwoord van ca. zestig pagina's van de Britse natuurkundige en schrijver C.P. Snow schildert de persoon Hardy op een treffende manier; bovendien geeft Snow een mooi inzicht in het leven aan de Colleges in Cambridge en Oxford.
Nederlands | 9789057123337
Titel | Apologie van een wiskundige |
Auteur | G.H. Hardy |
Secundaire auteur | C.P. Snow ; Josephine Ruitenberg |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Nieuwezijds, cop. 2011 |
Overige gegevens | 142 p - 20 cm |
Annotatie | Met lit. opg - Vert. van: A mathematician's apology. - Cambridge : Cambridge University Press, 1967. - Oorspr. uitg.: 1940 |
ISBN | 9789057123337 |
PPN | 330188372 |
Rubriekscode | 510.2 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Wiskunde; Geschiedenis |
PIM Rubriek | Wetenschap en Techniek |
PIM Trefwoord | Wiskunde |