Lena (ca. 11) en haar broer moeten mee met hun ouders, die willen emigreren. Ze verhuizen naar een tropisch eiland om daar een restaurant met gastenverblijven beginnen. Maar dat valt nog niet mee. Vanaf ca. 9 jaar.
Lena en haar broer moeten mee met hun ouders, die dromen van een restaurant met gastenverblijven op een tropisch eiland. Uit schaamte, maar ook uit loyaliteit verfraait Lena in de mails aan haar vriendin de werkelijkheid (wat een voordeel dat je met mailen alles mooier kunt maken!). Eenmaal begonnen kan ze niet terug... Het verhaal wordt vanuit Lena verteld, met veel laconieke humor. Over de Indiase setting wordt niet veel gezegd, afgezien van de gebrekkige communicatie (papa spreekt geen Engels en zegt steeds 'Wat zegt ie, wat zegt ie?'), praktische problemen en cultuurverschillen. Lena ziet aan de 'ingeborenen' dat je met weinig gelukkig kunt zijn, bv. kapot speelgoed. Het verhaal is opgedeeld in 35 getitelde hoofdstukken, die steeds beginnen met een zwart-wittekeningetje - vaak een geestige typering van een figuur of situatie. Ondanks alles blijft de familieband hecht en warm en lijkt de schrijfster ervoor te pleiten dromen niet op te geven. Heerlijk dat de kinderen verstandiger zijn dan de wereldvreemde volwassenen! Het kleurige omslag toont een diepe zee met tropische vissen - alsof je naar een aquarium kijkt - met daarboven een stuk eiland met boot, hut en vliegtuig. Vanaf ca. 9 jaar.
Nederlands | 9789025749583
Titel | Ik moet mee |
Auteur | Jorien de Bruijn |
Secundaire auteur | Sylvia Weve |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Haarlem : Gottmer, cop. 2011 |
Overige gegevens | 220 p - ill - 24 cm |
ISBN | 9789025749583 |
PPN | 330154214 |
Thematrefwoord | Verhuizen ; Gezin |
Taal | Nederlands |
Denny en zijn broertje Flint wonen in een weeshuis, waar Denny bevriend raakt met Arion. Hun wereld wordt bedreigd door oprukkende robots. Dan ontmoeten ze een oude man die speciale gevechtstechnieken beheerst. Met elkaar gaan ze het gevecht aan tegen de robots. Vanaf ca. 10 jaar.