De tweede bundel gedichten van Wiljan van den Akker (1954) heeft een weinig aantrekkelijke titel: Hersenpap. Hoe komt iemand erop, vraag je je af, om wat in het geheel niet de indruk van pap maakt, wel van hersens, deze accolade mee te geven. Nu ja, het zij zo, en de gedichten zitten prima in elkaar, ze handelen over bekende thema's, als kunst en werkelijkheid, tijd en eeuwigheid, met regels als 'Je weet het maar al te goed: zo is het nu altijd.' Het is net alsof je deze poëzie al eerder, decennia geleden, hebt gelezen, wat niets afdoet aan de onbetwiste kwaliteit van de maaksels, maar ze komen op de een of andere manier uit de oude doos, alsof ze niet nu maar twintig jaar eerder zijn geschreven. En het blijft goed werk, vakkundig en emotionerend: 'Als het eindelijk zover is, zullen wij onopvallend / sierlijk opstijgen en iedereen denkt: kijk die twee / daar, wat een vleugelslag, hoe machtig en elegant / tegelijk.' Dat is klasse-poëzie, en deze hersenpap is gelukkig vervuld van het beste kunst- en vliegwerk, in poeticis.
Nederlands | 9789029574983
Titel | Hersenpap : gedichten |
Auteur | W.J. van den Akker |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam [etc.] : De Arbeiderspers, cop. 2011 |
Overige gegevens | 73 p - 21 cm |
ISBN | 9789029574983 |
PPN | 330311298 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |