Een Joodse verpleegster werkt bij inrichting 'Het Apeldoornsche Bosch', waar Joden aanvankelijk ongemoeid verblijven, totdat er geruchten rondgaan dat de inrichting ontruimd zal worden.
Een jonge vrouw gaat op zoek naar haar familiegeschiedenis die terugvoert naar het Wenen van voor de Eerste Wereldoorlog.
Autobiografisch getint relaas van de ontruiming van een joods psychiatrische inrichting in Nederland op 20 januari 1943.
Persoonlijke verhalen van Amsterdammers die in hun kindertijd moesten onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met zwart-witfoto's.
"De gebroeders Benjamin en Nathan Katz bouwden de handel in boeren antiek van hun vader David in de vroege 20ste eeuw uit tot een gerenommeerde kunsthandel met klanten varierend van lokale adel tot internationale verzamelaars. In de beginjaren richtte de handel zich op Dieren en omstreken maar later openden zij vestigingen in Den Haag, New York en Bazel. Kunsthandel Katz speelde een belangrijke rol bij de vorming van de collecties van verzamelaars waaronder Ten Cate, Van der Vorm, Van Beuningen en Bührle en musea zoals Boijmans van Beuningen, het Mauritshuis en het Frans Hals Museum. Na de Duitse bezetting leed de joodse familie Katz onder de restricties van het naziregime. Ondanks de anti-joodse maatregelen zetten Benjamin en Nathan de kunsthandel voort en verkochten - al dan niet vrijwillig - veel aan de Duitsers. In 1942 wisten zij zich met hun families in veiligheid te brengen door een Rembrandtschilderij te ruilen voor visa naar het buitenland. Na de oorlog werden ruim 20 uit Duitsland gerestitueerde kunst werken teruggeven aan de gebroeders Katz. Over de rechtmatigheid hiervan ontstonden grote twijfels en Benjamin werd hiervoor zelfs gearresteerd. Het gerechtelijk onderzoek duurde jaren maar uiteindelijk werd hij ontslagen van rechtsvervolging. Tot aan zijn dood in 1962 bleef Benjamin actief. Zijn zoons Daan en Nico lukte het niet het bedrijf succesvol voort te zetten. Nathan was al in 1949 overleden, zijn zoon David ging door met de Zwitserse galerie tot in 1995. Nazaten claimden begin 21ste eeuw tevergeefs ruim 200 uit Duitsland teruggekeerde schilderijen."Geschiedenis van de Nederlands-Joodse kunsthandel Katz, met speciale aandacht voor de succesvolle uitbreiding van het bedrijf in de 20e eeuw door de gebroeders Benjamin en Nathan Katz en de gevolgen van de verkoop van kunstwerken aan de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met afbeeldingen.
Biografie van de joodse kunstenaar (1910-1943). Met foto's en illustraties.
Reacties van lezers op het boek ''t Hooge Nest', dat een episode uit de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijft, waarbij twee joodse zussen daadwerkelijk actie ondernamen tegen de Duitse bezetter.
Verhalen die zich afspeelden in de woningen van Nederlandse joden, voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Met zwart-witfoto's.
Het dagboek van Bernard 'Bernie' Mestriz neemt ons mee naar het leven van een vervolgde Joodse jongen uit Terborg. Zwervend door de Achterhoek ontsnapt hij op miraculeuze wijze aan de vervolging door de nazi's. Bernie begint op 13 april 1942 te schrijven. Hij is dan 17 jaar, het is de dag dat hij een vals persoonsbewijs krijgt en als boerenknecht Michiel Johan Schuurman door het leven zal gaan. Veel Joodse boerenknechten zullen er niet geweest zijn. Hij verhaalt uitvoerig over de gewone alledaagse dingen op het platteland en over zijn werk op de verschillende boerderijen. Zo verdiende hij de kost in ruil voor een onderduikplek. Als orthodoxe jood hield hij zich aan alle joodse wetten en feestdagen. Bernie's oorlog is een aangrijpend verhaal waarin Bernie's angst voelbaar is: verraad, razzia's, NSB'ers, het oppakken van Joden in zijn omgeving en zijn vlucht naar de bossen. Zijn religieuze gevoelens hielden hem op de been, ook tijdens momenten van groot gevaar. Bernie heeft het bewaard gebleven deel van het dagboek van zijn vermoorde neef Alfred Wolf bij zijn dagboek gevoegd. Beiden kwamen uit Terborg en waren nog tieners toen de oorlog uitbrak. Deze bijzondere dagboeken van een overlever en van een vermoorde onderduiker brengen ons dicht bij het dagelijkse leven van opgejaagde Joden tijdens de bezetting van ons land. Bernie Mestriz (1925 - 1999) overleefde als enige van zijn gezin de Holocaust. De laatste dagboekregels schrijft hij op 20 november 1945, zes maanden na de bevrijding. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatieHet dagboek van een Joodse jongen die gedurende de Tweede Wereldoorlog was ondergedokken bij verschillende boerderijen in de Achterhoek.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.