Door de presentator van de Britse muziekkwis 'Never Mind The Buzzcocks' samengestelde verzamelaar met zijn 25 favoriete rhythm & blues-kerstsongs: juweeltjes uit de jaren vijftig en vroege jaren '60. Gloedvolle doo wop-zanggroepen, bijklussende gevestigde jazzsterren, al dan niet getergde bluesmen en vooral veel swingende rhythm & blues- en rock 'n' roll-bandjes hadden zo hun eigen visie op de kerstdagen.
Verzamelaar die (op het slotnummer na) de periode 1958 - 1963 bestrijkt en dus de vroege doo wop-successen bevat, die de New Yorkse zanger Dion DiMucci met de zanggroep The Belmonts had ("No One Knows", "A Teenager Of Love", "When You Wish Upon A Star" en anderen), alsmede solohits als "The Wanderer" en "Ruby Baby". Afsluiter is een nummer uit 1968: de zoetige MOR-ballad "Abraham, Martin And John", die totaal niet past bij de rest van het materiaal dat z'n wortels duidelijk in de rock 'n'roll heeft.
Twee hit-albums uit resp. 1965 en 1966 van een groep die op dát moment al een anachronisme leek te zijn. De muziek van de met een ferme hoge tenorstem gezegende David "Jay" Black bouwt namelijk in feite voort op de doo-wop van 6 à 7 jaar eerder, met daarbij een toefje rock 'n' roll à la Roy Orbison. Die heeft immers een vergelijkbare zangstem. De productie en arrangementen zijn wel naar iets latere smaak; soms klinken de songs alsof Phil Spector er zich mee heeft bemoeit. En ondanks de hevig toeslaande British Invasion wisten de New Yorkers wereldwijd harten te breken met hits als "Cara Mia" (refererend aan Italiaanse bel canto-opera en met overal doorheen priemende falset-uithalen van Jay) en "Twenty-Four Hours From Tulsa". Ook al zegt de bandnaam u niets, deze hits kent u - zeker weten. Beide hits staan op het eerste album, op het tweede wordt meer de 'toevlucht' gezocht tot het herbewerken van recente hites van anderen: "Good Lovin'" van The Rascals en, inkoppertje voor Jay, "Crying" van Roy Orbison.
In 2002, het jaar waarin de doo wop-groep The Persuasions 40 jaar bestond, verscheen deze speciale SACD-editie dat meteen een eerbetoon is aan de Britse generatiegenoten. 'No instruments, other than the human voice', staat er voor de duidelijk achterop de hoes. De vijf leden, met allen een ander stemtype, van bas tot falset, zingen a capella-versies van songs uit de gehele carrière van The Beatles: van het vroege "Love Me Do" via "Yesterday" naar "Don't Let Me Down", tot zelfs het John Lennon-post-Beatles-solonummer "Imagine". De heren stonden in de studio, zoals ze veertig jaar eerder op straat zongen: staand in een halve cirkel. Dit keer rond één hele bijzondere microfoon. De opnamen zijn zonder welke overdub dan ook gemaakt en op deze hybride SACD ook in 5.1 Surround te beluisteren. Natuurlijk is de schijf ook gewoon - in stereo - via een gewone CD-speler af te luisteren.
'101 Vocal Group Gems From The Golden Age Of Rock 'n' Roll'. In feite de swingbeat van de jaren '50. vaak zwarte vocal-jongensgroepen, soms rock 'n' roll-achtig begeleid, soms vrijwel a-capella, met de kenmerkende diepe basstem.
De al sinds 1962 bestaande doo wop-groep zingt op dit album a capella-versies van 11 U2-hits. De groep deed dit op persoonlijke uitnodiging van de mede-oprichter van het Chesky-label, David Chesky. Audiofielen weten dan wat voor vlees ze in de kuip hebben, want Chesky staat voor pure, echte muziek. We horen, zonder overdubs of compressie of wat dan ook zuiver alleen de vijf stemmen van The Persuasions, lopende van diepe bas tot falset. Vooral "One" en "Mysterious Ways" blijken zich prima te lenen voor deze nostalgisch aandoende, maar tegelijkertijd ook tijdloze, doo wop-aanpak.
"15 Welgekozen Zappa-stukken verandere in echte Persuasionsmuziek, voortbouwend op de gospelstijl van de Soul Stirrers. Ruig en hemels tegelijk, met kelderdiepe bassen, gracieuze falsetto's en warm gloeiende harmonieen." (EvdB, VK)
The Dells is een van de langstbestaande R&B vocal groups. De groep bestaat sinds de vroege jaren '50 en hield 't 40 jaar vol, om ter gelegenheid van de herdenking van 2001 ook in het nieuwe millennium nog van zich te laten horen. Bijzonder is dat er sinds de jaren '60 geen bezettingswijzigingen plaatsvonden. De groep stond twee keer onder contract van Vee-Jay: van 1955 tot 1959 en opnieuw kortstonding in 1965. In de beginjaren maakte de groep deel uit van de toen populaire doo wop-scene en uit die tijd stamt de doo wop-klassieker "Oh, What A Night". Weinig doo wop-groepen wisten na de opkomst van beat muziek lang te overleven, maar The Dells vonden zichzelf opnieuw uit en veranderden in een gepolijster close harmony groep. In 1965 had die ontwikkeling al ingezet en uit dat jaar stammen o.a. hun versie van de musical standard "Witchcraft" en de opvallende Tom Jones-cover "It's Not Unusual".
Concert uit 2003 van deze goed geconserveerde zanger (geboren in 1939) die rond 1960 uitermate populair was. Eerst met z'n doowopgroep Dion & The Belmonts, daarna, begin jaren '60, ook solo. Hij voert met een aanstekelijk rock 'n' rollende band (inclusief honkende sax) zowel Belmonts-hits (o.a. "I Wonder Why" en "Runaround Sue") als solo-hits (zoals het later door Status Quo gecoverde "The Wanderer" en het later door Donald Fagen gecoverde "Ruby Baby") uit.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.