De mis Missa Omnium Sanctorum werd in 2014 op het Festival Oude Muziek in Utrecht uitgevoerd, zij het door een ander ensemble. Deze fraai verzorgde Tsjechische CD-uitgave verscheen drie jaar eerder. Het is de laatste mis die Zelenka componeerde, in 1741. Op CD is deze gecombineerd met twee korte andere werken, die hier hun wereldpremière op CD beleven. In beiden is er een hoofdrol voor de countertenor, in dit geval Kai Wessel.
Dit is het slotdeel van deze serie: met deel 55 heeft de Japanse dirigent Masaaki Suzuki alle cantates van J.S. Bach (voorzover bewaard gebleven) opgenomen. Dit deel is voorzien van een index, waarin te vinden is op welk deel welke cantate staat. Met onze website bij de hand heeft u die index trouwens niet nodig, want alleen met het invoeren van Bach en het BWV-nummer (of de titel - het is maar wat u weet) komt u meteen te weten welk deel u zoekt. "Aanvankelijk, in 1995, bokste Suzuki op tegen scepsis. 'Bach in kimono', luidde het snedige commentaar. Ook kreeg de dirigent ingepeperd dat hij de cantates al te devoot aanpakte. Misschien geen onterecht verwijt, maar in 18 jaar tijd is ook Suzuki gegroeid. Hoor welke jubel hij jaagt door het Gloria van de Cantate BWV 191, ook bekend uit de Hohe Messe. De Nederlandse bas Peter Kooij was er als solozanger vanaf het begin bij. 'Ich wil nun hassen', foetert hij in zijn laatste bijdrage, welsprekend als altijd." (Guido van Oorschot, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"De barokmusicus Leonardo García Alarcón leidt vanuit Frankrijk het ensemble Cappella Mediterranea. Die groepsnaam lijkt misplaatst, maar is het niet. Want meer dan geografie betreft het een statement. Barokmuziek kan wel een scheut mediterrane zon gebruiken, vindt Alarcón. De Argentijn experimenteert ermee in de bij Lyon gelegen abdij van Ambronay, een laboratorium voor oude muziek. Wat in Monteverdi's Mariavespers meteen opvalt, is Alarcóns heilige geloof in tekst. Zelden springt gebeiteld Kerklatijn je zo vitaal tegemoet. Alarcón moet met de vingertoppen eerst alle psychologische nuances hebben bevoeld, waarna hij de solozangers en het Kamerkoor Namen gedetailleerde orders gaf. Het koorgeluid ondergaat spectaculaire transformaties, van broeierig en beslagen tot helder stralend. De solisten mogen jubelen uit volle borst. Het verrassendst is hoe Alarcón de mediterrane passie met Noordwest-Europese teugels ment." (Guido van Oorschot, Volkskrant; waardering: 5 uit 5 sterren!!!)
"Les Arts Florissants, die we vooral kennen van hun uitvoeringen van Franse muziek, heeft nu kerkmuziek van Purcell ter hand genomen en deze gecombineerd met werk van veel minder bekende tijdgenoten. Net als Purcell schreven ook John Blow, Pelham Humfrey en William Croft grootse muziek voor de Anglicaanse, dus Engelstalige, liturgie. Groots is ook de uitvoering van Les Arts Florissants, een ensemble dat erom bekend staat het barokrepertoire niet met zijden handschoentjes aan te pakken. Dus niks etherisch jongenskoortje en devoot orgeltje maar stevig zingende sopranen en flink in snaren en toetsen grijpende continuospelers. Daardoor ontstaat vaak de indruk dat je naar theatermuziek luistert in plaats van kerkmuziek. Muzikaal liggen deze genres in de barok nooit ver uiteen." (Marcel Bijlo, Klassieke Zaken)
"Tot Bachs meest populaire cantates behoort Ich habe genug, BWV 82, waarin een ontroerend portret wordt gegeven van de Bijbelse figuur Simeon. Deze grijsaard weet dat zijn levensverwachting is vervuld wanneer hij in de tempel het kindje Jezus aanschouwt. Als een wiegenlied van de dood (afkomstig uit Anna Magdalena Bachs Clavierbüchlein) klinkt de centrale aria Schlummert ein, ihr matten Augen Op deze prachtige SACD, met een fantastisch zingende Johanette Zomer, klinkt de cantate in een alternatieve bezetting voor sopraan en fluit. Traverso-bespeler Ashley Solomon soleert tevens in de Tweede Suite voor orkest BWV 1067, waarvan de immer populaire Badinerie regelmatig (en niet tot ieders genoegen) als ringtone te beluisteren is. De SACD eindigt met nóg een cantate voor sopraan solo: Mein Herze schwimmt in Blut, BWV 199." (HJ, Muziekweb)
"Countertenor-sensatie Philippe Jaroussky heeft een lichte en wendbare stem, waarmee hij zowel alt- als sopraanpartijen aankan: zeer geschikt voor 18de eeuws castraatrepertoire. We vinden hem dan ook vaak in de casts van Naïve's Vivaldi-operareeks. Als solist mag Jaroussky bij Virgin zijn gang gaan en dit resulteerde al in prachtige opnamen. Voor deze CD, met 15 opera-arias van Vivaldi, leende hij het ensemble Matheus van de violist en dirigent Jean-Christophe Spinosi even van Naïve. Er zijn 8 snelle en 7 langzame arias, en hoewel je je als luisteraar iedere keer weer laat inpakken door die verbazingwekkende virtuositeit van Jaroussky verricht hij zijn grootste heldendaden toch juist in de ingetogen arias. De muzikaliteit die hij daarin aan de dag legt, bekoort misschien nog wel meer dan zijn rappe coloraturen. Spinosis ensemble speelt zoals altijd op het puntje van de stoel en volgt de zanger feilloos. Vivaldihaters? Na het horen van deze CD zijn die er echt niet meer." (Marcel Bijlo, Klassieke Zaken)
'Normaal' is Perahia's favoriete Bachwoord. 'Natuurlijk, de noten zijn niet normaal. Wat ze uitdrukken, is niet normaal. En toch moet Bachs muziek klinken als de normaalste zaak van de wereld, als de troostrede van iemand die het menselijk tekort begrijpt.' (opgetekend uit de mond van Perahia door Guido van Oorschot, Volkskrant) In juni 2017 treedt Perahia op in de serie Meesterpianisten van het Concertgebouw, Amsterdam. "Perahia speelt de zes Franse suites met een ideale synthese van kleuren en lijnen. De piano is bij hem geen surrogaat van het klavecimbel. Hij benut de mogelijkheden van het moderne instrument in een licht en helder spel van klank en beweging. De interpretatie is tot in de fijnste finesses doordacht, maar doet toch geen moment steriel of gekunsteld aan, onder meer door subtiele variaties in de herhalingen. Bach als medicijn voor de ziel, niet alleen voor de pianist, maar ook voor de luisteraar." (Eddie Vetter, Klassieke Zaken)
"Kent u de jazzcomponist Henry Purcell? Het briljante LArpeggiata van Christina Pluhar stelt hem graag aan u voor. Met fameuze vocalisten als Philippe Jaroussky, Raquel Andueza, Vincenzo Capezzuto en Dominique Visse en jazzgitarist Wolfgang Muthspiel doet Pluhar met de 17de-eeuwse Engelse grootmeester wat ze de hiervoor met allerhande mediterrane muziek deed: trouw blijven aan de noten en ondertussen, waar mogelijk, bruisend leven toevoegen met briljante improvisaties en verbluffende zijwegen. En het is alsof LArpeggiata en de vocalisten dichter bij Purcell komen dan ooit. De componist die de variatietechniek in Engeland tot volkskunst verhief en met zijn grounds, zijn repeterende baspatronen, dicht bij de huidige jazzpraktijk stond, klinkt bekend en ondertussen geheel als nieuw. Luister naar klassiekers als "Music for a while" en het immer adembenemende "When I am laid in earth" en raak betoverd door de kracht en de hedendaagse swing van deze ruim drie eeuwen oude muziek. Meesterzet." (Klassieke Zaken)
"Stutzmann is niet zomaar een alt, ze is een contra-alt - een volle, donkere stem, hier en daar een beetje metalig zoals sommige mannelijke alten klinken, maar in de details is ze steeds heel beweeglijk een zeer expressief. Zonder meer een fenomeen. fascinerend te zien en horen hoe ze haar orkest Orfeo 55 leidt en in haar directie lichamelijk zeer sterk aanwezig is. Er is geen ontkomen aan. Na de introductie draait ze zich half dirigerend om en zingt - schijnbaar alleen op het podium, de ogen gesloten - de sterren van de hemel. Voor deze CD koos ze niet de highlights uit 30 jaar operacompositie van Händel, maar de ten onrechte veronachtzaamde kleine broertjes en zusjes." (Jurjen Vis, Luister; 4 uit 5 sterren) Het op deze CD te vinden duet "Son nata a lagrimar" uit Handels opera Giulio Cesare vertolkt het duo Stutzmann en Philippe Jaroussky op vrijdagavond 12 september 2014 op TV bij De Wereld Draait Door. Twee dagen later treedt het duo met Orfeo 55 op in Den Haag. Dan worden ook duetten van Vivaldi gezongen.
Film uit 1994 over 18de eeuwse castraat-zanger, die in z'n tijd een superster was, dankzij z'n fabelachtige zangkunsten. Heel Europa lag aan z'n voeten. Veel barokmuziek is er te horen, die stijf staat van de weelderige vocale versierselen. De partijen van Farinelli worden gezongen door Derek Lee Ragin en Ewa Mallas Godlewska. Jeroen Krabbé speelt trouwens Händel. Dezelfde regisseur maakte later "Le Roi Danse".
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.