"Zelfs Claw Boys Claw zal ooit stoppen. Frontman Peter te Bos hoopt op kerstavond 2025 de 75 aan te tikken, maar eerst is er een laatste clubtournee. De band draagt tijdens die laatste ronde een sterk nieuw album onder de arm: "Fly", studioalbum dertien sinds 1984, dat maar weer eens onderstreept wat een veelzijdige rockband het hedendaagse ‘CBC’ is: het bedachtzaam poëtische "Quiet Girl" gaat over in het smerig harde "I’ll Be Watching You". Daarna volgt "She Is Sky", zo’n gelaagde song waarin Te Bos en John Cameron (op zijn gitaar) elk een eigen verhaal lijken te vertellen. "Daydream": idem dito. Zo veelzijdig, zo begeesterd, je staat elke keer weer te kijken van de oerkracht, maar ook de diepgang van Claw Boys Claw, zonder dat aan zindering is ingeboet. Gelukkig is het afscheid van het podium nog geen écht afscheid: ‘Als ik zo in mijn computer rondsnuffel komen er nog tien à twintig albums,’ zegt Cameron. Als die zo vitaal en goed zijn als "Fly" zeggen wij: kom maar op." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"In 2021 bracht de EP "Butter Miracle - Suite One" de aankondiging van een nieuw album. "Elevator Boots" was het beste en meest succesvolle nummer dat de band liet horen in bijna twintig jaar. Het bracht ze weer in de Amerikaanse top 40. Toch duurde het nog vier jaar voordat het album er zou komen. "Butter Miracle - The Complete Sweets!" heet het, met een knipoog naar de EP. De Crows komen als vanouds met stevige gitaarrockliedjes, afgewisseld met een paar ballads. Allemaal gedragen door die stem, want Adam Duritz blijft natuurlijk een van de markantste zangers in de popmuziek. Hoogtepunt is "Spaceman In Tulsa", een potente rocker à la Bruce Springsteen in zijn vroege jaren. "Under The Aurora" is classic Counting Crows, net als "Elevator Boots" en "Bobby And The Rat-Kings". Die liedjes van de EP zijn trouwens opnieuw gemasterd en klinken hier beduidend pittiger. Counting Crows is niet de eerste band die, nu de kinderen zijn grootgebracht, weer terugkeert naar het front. Maar ze doen het overtuigend." (OOR)
"Heel soms kom je een album tegen waar in potentie bijna álle liedjes meteen beklijven. Zo’n album is "No Rain, No Flowers". Pure magie, Dan Auerbach en Patrick Carney samen. En met het jaar worden hun liedjes beter. Het enige wat ze dan rest is de liedjes samen met een aantal soulvolle medemuzikanten in een fatsoenlijke studio voor de eeuwigheid vast te leggen. Wie de ontwikkeling van het duo de laatste 20 jaar een beetje volgde, zal een paar keer met stomheid geslagen zijn dat deze – bij aanvang zo rauwe, diep in de blues en motorolie van hun postindustriële geboortestad Akron, Ohio gewortelde – muzikanten nu vanuit Nashville ook zoveel ander moois weten te produceren. Het zijn mannen met een missie. krachtige drieminutenpopsongs waarin al het goede van rock & roll, indierock en oude soul samenkomen. Meesterlijke melodieën, fijne koortjes, maar ook geregeld een smerige gitaarsolo, want ook dat is Auerbach nog altijd niet verleerd. De songs klinken rauw, dynamisch, doorleefd en verrassend catchy." (OOR)
"Vijfentwintig tracks die alle bij elkaar dat verhaal van Dennis Hopper vertellen. Het is ook gewoon een prestatie van jewelste want allereerst wil je al dat je de bouwstenen bij elkaar hebt. The Waterboys hebben op de laatste albums al met uiteenlopende muziekstijlen en met verschillende opnametechnieken gewerkt en dat betaalt zich hier uit. Net zozeer een monument voor de eigenzinnigheid van Hopper als voor de eigenzinnigheid van Mike Scott. Het is bijzonder hoe hij in al zijn jaren als muzikant steeds is blijven bouwen aan zijn muzikale visie. Wanneer je je open stelt voor de band, voor de oorspronkelijkheid die Mike door zijn loopbaan steeds in zijn muziek heeft gelegd, dan vind je dit ongetwijfeld een album waar veel, heel veel te genieten valt. "Life, Death And Dennis Hopper": eigenzinnig, eclectisch, The Waterboys." (Written in Music; 4.5 uit 5 sterren)
"Fontaines D.C. onderzoekt op "Romance", het vierde en meest eclectische album van de Ierse rockband, de waarde van liefde in een wereld die steeds verder wegzakt in de destructie. Het openingsnummer "Romance" treft direct het onderwerp van het gelijknamige, vierde album van Fontaines D.C.. Het onderzoekt de liefde en de complexiteit van relaties. Maar verwacht geen zoetsappigheid van de Ierse rockband. Zanger Grian Chatten liet zich onder meer inspireren door de Japanse anime Akira, waarin de leider van een motorclub probeert te overleven en liefde een sprankje hoop biedt in de verwoestende wereld van Neo-Tokyo. Muzikaal gezien is "Romance" het meest eclectische en gelaagde album tot nu toe. Hoe verschillend de elf nummers ook zijn, ze dragen alle een vorm van hoop en angst in zich, zoals het betraande hartje op de cover. Een dualiteit die briljant is uitgevoerd met een verfijnd gevoel voor poëzie. Een diepe buiging voor de band." (Het Parool) Ook te zien op 16 en 17 november 2024 in AFAS Live in Amsterdam.
5 nummers op deze single, waarvan er vier niet op CD verschenen ("Tripping Along" staat op de CD "I'll Be Your Girl"). Vrolijke muziek voor de liefhebber! (GT, Muziekbank)
"De opener van de plaat "Critical Thinking" doet je direct opveren. Hier gebeurt iets verfrissends: over een dikke beat en bas, met mooie atmosferische gitaarpartijen als smaakmakers, mag Nicky Wire even lekker los. Hij citeert een aantal zelfhulp-slogans en vraagt zich in het stuiterende refrein af: ‘What happened to your critical thinking?’. De oren blijven gespitst bij "Dear Stephen", waarin Bradfield zich richt tot de oude held Morrissey, die hij inmiddels een bad habit noemt. Na "Dear Stephen" is "Being Baptised" wederom een prima track: een mooi, warm geluid met prikkelende gitaarlijnen die weleens geïnspireerd zouden kunnen zijn door Johnny Marr. Vertrouwde, prettige bombast en een lager tempo typeren "Deleted Scenes" en "Late Day Peaks", songs die de eindfase van de plaat met stevige, soms ronduit noeste drums accentueren. Nicky Wire’s "OneManMilitia" is upfront, eloquent en militant. De link naar het openingsnummer is daar en de cirkel is weer rond." (Written in Music; 4 uit 5 sterren)
"Op deze plaat vind je een compilatie van de mooiste nummers uit de 2 Meter Sessies met de Nederlandse indierockband Bettie Serveert. Bettie Serveert geniet in Nederland en ver daarbuiten een grote reputatie in de alternatieve rockscene en heeft een grote schare trouwe fans. De 2 Meter Sessies met Bettie Serveert kenmerken zich door het herkenbare Bettie Serveert live geluid, vastgelegd in zijn meest directe en pure vorm. Met nummers van hun legendarische debuutalbum "Palomine" en nummers van latere platen, geeft dit album een mooi beeld van verschillende periodes uit de carrière van de band. 2 Meter Sessies heeft door de jaren heen een grote reputatie opgebouwd en is een belangrijk platform voor artiesten om zich van hun beste kant te laten zien, vaak op een manier die je niet hoort in reguliere studio-opnames. Het programma heeft een enorm archief opgebouwd en wordt zowel op radio als televisie uitgezonden, en tegenwoordig ook op platforms als YouTube." (Platomania)
"In 2002, ten tijde van "Title TK" van Breeders, bleek Deal, als zingende bassist van Pixies en Breeders sekssymbool van menig jarennegentigadolescent, verslaafd, verlopen en vervelend. Ze was 41, maar leek 20 jaar ouder. Ze debuteert als soloartiest (op een worp singles in 2013 na) met een album, "Nobody Loves You More", dat veel beter, speelser en leuker is dan je in 2002 voor mogelijk hield. De tedere titelsong, die de rij opent, verrast met plechtige strijkers en schetterend koper. Het voelt alsof je met Kim Deal over het leven kletst met een lach, het mariachi-achtige "Coast", maar soms ook met een traan, wanneer ze over haar demente moeder vertelt in "Are You Mine?". Te midden van rijk georkestreerde feelgoodliedjes als "Summerland" doet ze een paar keer even aan haar oude bands denken, in "Disobedience" of "Big Ben Beat". Qua melodieën en zang is het altijd typisch Kim Deal. Nooit gedacht dat een collage van haar muzikale ideeën nog zo levendig kon uitpakken." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Tijdloos en actueel. Vampire Weekend zoekt op "Only God Was Above Us" naar optimisme in een tijd van financiële ongelijkheid en klimaatproblemen, begeleid door weergaloos eclectische muziek. De vorige twee albums van Vampire Weekend leverden beide een Grammy op voor Best Alternative Album. Niet onterecht. Zeker "Modern Vampires Of The City" (2013) behoort tot een van de beste albums van het vorige decennium. "Only God Was Above Us", het vijfde album, is losser van aard. De constante afwisseling van instrumenten, ritmes en stijlen – meer dan in eerder werk – maakt het onvoorspelbaar en spannend. De natuurlijke manier van schakelen tussen klassiek via jazz naar noiserock om te eindigen in een Beatlesque orkestraal arrangement binnen één nummer is fenomenaal. Ook de lijst van gebruikte instrumenten is uitgebreid, van cello tot saxofoon, viool en slidegitaar. "Only God Was Above Us" schaart zich met gemak onder het beste werk van deze Amerikaanse band, en is eindeloos herluisterbaar." (Parool)
"Een leven in liedjes. Met enige regelmaat laat Jacco de Greeuw met zijn band Johan horen hoe het met hem gaat. Die regelmaat is een hele trage. Tussen de albums 4 en Pull Up zaten negen jaar en op "The Great Vacation" hebben we vijf jaar moeten wachten. Zoals de titel "The Great Vacation" al suggereert, gaat Johan ditmaal op avontuur. In openingsnummer "Cincinnati" maakt Johan een uitstapje naar de new wave uit de eighties. Slidegitaren, Farfisa-orgels, fuzzy riffs en allerhande percussiespeeltjes zorgen voor een telkens veranderend klankbeeld. Ook stoeit de band met sounds uit de Mellotron, de toverdoos uit vroeger tijden. "Biker S." en "Reset" hadden zo op het legendarische "3rd" van Big Star kunnen staan. Net als de eerdere platen van Johan verraadt "The Great Vacation" zijn schoonheid pas bij meerdere draaibeurten. De melodieën blijven hangen en bij iedere beluistering vallen meer details in de arrangementen op. Een muzikale toverbal." (OOR)
"Reisje met de teletijdmachine. Telkens als we het tiende album van de alternatieve rockformatie Buffalo Tom door onze speakers loodsen, wanen we ons in een Jommekestrip. Als we "Jump Rope" opleggen, lijkt het alsof Professor Barabas ons met zijn teletijdmachine naar het begin van de jaren negentig katapulteert. Muziekliefhebbers voor wie die periode zich in het begin van de nineties situeert, zullen het zich herinneren: Nirvana was razend populair. Dinosaur Jr. en Soundgarden ook. Naast dat gitaargeweld waren er ook stromingen die meer soul (Afghan Whigs) of pop (The Lemonheads), of folk en country (The Jayhawks, Cake) omarmden. Buffalo Tom schipperde een decennium lang succesvol tussen alledrie de paden. "Jump Rope" brengt ons dus moeiteloos terug naar die periode. Verrassen doen de heren ons een dik halfuur lang geenszins, maar laat dat nu net een pluspunt zijn." (Dansende Beren; 3 uit 5 sterren)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.