"Op een grijze januaridag knalt het als een ontploffing uit de speakers: Beans & Fatback is terug, en hoe. Met "Hold Fast" levert de Amsterdamse formatie een meesterlijke staalkaart af van hoe rauwe rock & roll anno 2025 zou moeten klinken. Het is alsof je een tijdmachine stapt die je rechtstreeks naar het New York van 1977 katapulteert, compleet met de geur van verschaald bier en sigarettenrook die je bijna kunt ruiken door de speakers. Wat deze plaat zo bijzonder maakt is niet zozeer dat ze het wiel opnieuw uitvinden – dat doen ze namelijk niet. Het is de authentieke passie en vakmanschap waarmee ze deze tijdloze sound nieuw leven inblazen. Het is als een ambachtelijke slager die nog weet hoe je worst moet maken zoals vroeger: je proeft het verschil met de supermarktvariant direct. Luister naar hun werk met zangeres Michelle David & The Truetones, en je hoort dezelfde aandacht voor detail, het willen begrijpen en beheersen van alles van de muziek waarvan ze duidelijk zoveel houden." (Maxazine.nl)
"Deze Britse herrieschoppers van eind 20 maken als duo meer kabaal dan de gemiddelde metalband, maar die ook nog eens bewezen met hun titelloze debuut in 2014 uitstekende songs te kunnen schrijven. En op Rock Werchter 2015 het publiek met speels gemak inpakte. Op dit tweede album zijn hard en catchy nog altijd de sleutelwoorden, maar zanger/bassist Mike Kerr en drummer Ben Thatcher tonen ook songschrijf-ontwikkeling. Neem bijv. "She's Creeping", met een heerlijk refrein: Kerr koppelt z'n gebruikelijke heldere, krachtige rockstem aan een voorzichtige falset in deze bluesrocker waar The Black Keys trots op zou zijn. Hartstikke tof allemaal, maar de beste (en meest afwijkende) songs staan op de tweede helft, met het meeslepende, verrassend soulvol gezongen garagebluesrockpareltje "Don't Tell" en het heerlijk psychedelisch stonerrockende "Sleep" (Queens Of The Stone Age, anyone?) als absolute hoogtepunten. Kerr en Thatcher zijn veel meer dan Black Keys met ballen." (Martin Cuppens, Lust For Life; 4 uit 5 sterren)
Met gastoptredens van Seasick Steve en Romeo Elvis. "Hoe bekender het kunstje, hoe bedenkelijker, moeten de twee evenwel hebben gedacht. De eerste vooruitgestuurde single Tattooed Smiles kon nog tellen als een korte, krachtige lap bluesrock waarbij de groep als van vanouds klonk. Maar de overige songs wisselen vaker van kleur - niet het minst dankzij Dries Van Dijck, die zich nergens uitsluitend in Animal-modus achter de drumvellen opstelt. Met Tattooed Smiles persoonlijk lingo voor tongkus verdient het duo een kus van de juf, en schuift het ook een bank vooruit.." (demorgen.be)
"Het Duitse metallabel Nuclear Blast zit bovenop het mooie retrotrendje in de heavymuziek, van klassieke seventiesrock en psychedelische blues. De beste Nuclear Blast-bands in dat genre, zoals Blues Pills, Vintage Caravan en Graveyard, komen allen uit Scandinavië - wat zit daar toch in het leidingwater? Het Zweedse Graveyard zet op "Innocence & Decadence" een tandje bij ten opzichte van voorganger "Lights Out". Wat een zompige hardrock horen we in "Never Theirs to Sell", geweldig striemend en gemeen gezongen door Joakim Nilsson, en in het Deep Purple-werk "From A Hole In The Wall". Opvallend dat Graveyard ook in de trage rock van "Cause & Defect" en de slepende soul van "Too Much Is Not Enough" imponeert. De band weet steeds de pakkende vocale melodieën en riffs te vinden, op gitaar én hammondorgel, waardoor je dit toprockplaatje steeds opnieuw op de oren wilt zetten. Live zijn de boomlange retroreuzen van Graveyard een sensatie. Mis ze niet." (Robert van Gijssel, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Het vorige album van het Belgische duo Black Box Revelation, het prima "My Perception", stamt alweer uit 2011. De mannen toerden er sindsdien lustig op los, maar na vier jaar is er "Highway Cruiser'. Het is een tien nummers tellende ode aan ronkende blues en schurende garagerock. Men toog naar New York om met Thomas Brenneck van het Daptone-label, die graag alles op de oude analoge manier doet, te werken (Brenneck speelt gitaar in The Dap Kings, de begeleidingsband van Sharon Jones, en was ook te horen op "Back To Black" van Amy Winehouse, HB). Natuurlijk krijg je dan meer soul in de composities, helemaal als je niet alleen de teksten veel persoonlijker maakt, maar ook nog vocale hulp krijgt van The Gospel Queens op "War Horse" en "Highway Cruiser". Het fijnste is echter zonder twijfel dat het gitaarspel veel melodieuzer is geworden en veel meer neigt naar de oude zwarte voorvaderen van de blues, waardoor de muzikale vrijheid in elke noot te horen is." (René van Duijnhoven, Lust For Life; 4 uit 5 sterren)
"The Miseries, het zijproject met leden van Tim Knols eerste bandje, is mijlenver verwijderd van de intieme muziek voor volwassenen waarmee de sympathieke singer-songwriter uit Hoorn doorbrak, maar wát klinkt dit lekker. En vooral heerlijk ongecompliceerd. Niet te lang (liefst onder de 3 minuten), niet te moeilijk (hoewel sommige liedjes slim in elkaar steken) en niet te pretentieus zolang de drive er maar goed inzit en de hooks blijven komen, is het voor Knol goed. Dit debuut staat vol stomende garagepunk die niet zelden richting Ramones (de Merseys-cover "Sorrow", vooral bekend van David Bowie) of The Replacements ("Hit Ya") stuiteren, maar vrijwel altijd pakkend is. Daarbij denderen The Miseries overigens niet de hele plaat in sneltreinvaart door, maar kunnen we via popliedjes als "Trouble Finding Out" en "Wiggle" (allebei met Pixies/Pavement-invloeden) ook even op adem komen. Tim Knol in een leren jack, wie had ooit kunnen bedenken dat dat zon stoer plaatje op kon leveren." (Raymond Rotteveel, Oor)
"De eerste langspeeluiting van Iggy Pop, keurig geremasterd én met royaal gevulde bonus-CD! The Stooges verdienen dit, al was het maar om 't onwaarschijnlijke verhaal te vertellen hoe dit spraakmakende en uiterst invloedrijke rock & roll-statement geboren werd. James "Iggy" Osterberg combineerde een voorliefde voor avant-garde-componisten met die voor R&B-artiesten als Screamin Jay Hawkins én voor wereldmuziek. De keuze van John Cale (van Velvet Underground maar ook druk met minimal music) als producer lag voor de hand. Hij liet zijn altviool angstwekkend dronen in "We Will Fall", een hypnotiserende chant met geïmproviseerde vrijevormteksten van Iggy in 10 intense, meeslepende minuten. Cale slaagde er maar deels in om de rauwe energie van de spraakmakende livesets vast te leggen. Uit zijn nogal afstandelijke mixen op de bonusdisc valt te begrijpen waarom ze werden afgekeurd. Maar nummers als "1969", "I Wanna Be Your Dog" en "No Fun" zijn natuurlijk klassiekers, dankzij óf ondanks Cale." (Jacob Haagsma, Oor)
"Bluesrock uit de garage, het midden houdend tussen White Stripes en de knauwende, ronkende Mississippi-blues waarmee hun platenlabel Fat Possum zich profileerde. Slechts 2 bandleden: zang, knerpend-harde gitaar en een minimaal drumstel." (VK)
"We wisten dat Hans van Vuuren van Pseudonym Records een groot fan is van The Outsiders - misschien wel de beste band die Nederland in de zestiger jaren had - want zijn label bracht eerder fantastische reissues uit. Hij heeft zijn kennis en contacten gebruikt om een bijzonder boek met CD uit te brengen. Dit is een fotoboek met in chronologische volgorde het verhaal van The Outsiders. We zien hoe de band uitgroeit tot tieneridolen die The Rolling Stones van het podium spelen, totdat de eerste soloplaat van Wally Tax het einde in 1969 inluidt. Bijgevoegd is een unieke CD die uit drie delen bestaat. Het grootste aandeel heeft een liveconcert uit 1967 in Breda, waarvan vijf nummers op kant een van de eerste plaat stonden. Hoor hoe opwindend een concert van de band moet zijn geweest! Verder een sessie uit de "CQ"-tijd met geniale claustrofobische psychedelica. Tenslotte de eerste twee singles (met hun B-kant) die de groep op het Muziek Express label uitbracht. Een waar stuk pophistorie." (Bert Dijkman, Platomania)
Eerste plaat, uit 1999, van elementair rockduo dat in 2001 doorbrak (naar een alternatief publiek) met 'White Blood Cells'. Dit doet daar niet voor onder en bevat dezelfde mix van intens en kaal gebrachte rock 'n' roll, garage en indierock.
"Buitenissige, kaleidoscopische muziek: surf, garage, fifties rock & roll, murderballads, bluegrass, punk, miniatuur spaghetti-western-soundtracks... Steve Albini produceerde deze sentationeel-heftige band." (MH, Oor)
"Dit kwartet uit Los Angeles zegt 'post-grunge garage punkrock' te maken. Wij scharen dit eerder onder Britpop: Artic Monkeys, The Kooks, Cloud Nothings, dat werk. Dertien vlotte gitaargeoriënteerde rocknummers in een strak tempo. Het is bij deze jongens gewoon gas erop. Kraakhelder geproduceerd, prettige stem, lekker drumwerk. Het spelplezier spat ervan af. "Money On It" opent met een riffje dat doet denken aan "Angel Of Harlem" van U2 maar is gewoon een lekker nummer. "Better Find Out", is meer de garage rock zoals zij die zelf omschrijven: puntig, geen bullshit, rechttoe-rechtaan. "Peach Mirror" en "Gold Moon" klinken zo Engels dat je het haast 'Beatlelesk' zou kunnen noemen, daar gaan ze ook de daaropvolgende nummers mee door: lekkere uptempo pop/rock. Het sterke afsluitende "Alison" klinkt dan weer zo Amerikaans als wat. Voer voor de liefhebbers van muziek waar je goede zin van krijgt. Verdomd lekker plaatje." (Jos Verhagen, Bluesmagazine.nl) "Heerlijk plaatje." (Tim Veerwater, Oor)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.