Exclusieve Nederlandse release, ter nagedachtenis aan de dood van Baker, in mei 2013 precies 25 jaar geleden, ten gevolge van een val uit een hotelraam aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Het merendeel van deze opnamen stammen uit de jaren '50 (vanaf 1952 tot 1960), aangevuld met een handvol opnamen uit de jaren '60 en twee uit 1977. Veel van Bakers bekende repertoire ("My Funny Valentine", "There Will Never Be Another You", "Let's Get Lost", "But Not Fore Me", etc. etc.) is in studio- of live-vorm aanwezig. Naast de trompettist/bugelist/zanger horen we o.a. Gerry Mulligan (baritonsax), het sextet van Art Pepper, tenorsaxofonist Stan Getz en pianist Russ Freeman. Van veel opnamen zijn de credits echter niet opgenomen in het boekje, dat ook een essay of andere beschrijvingen moet ontberen.
"Op zijn negende album "After Hours" brengt trompettist Teus Nobel (41) een ode aan Chet Baker. Nobel liet zich vooral inspireren door het album "Someday My Prince Will Come", waarmee op het conservatorium zijn liefde voor Baker werd aangewakkerd. Nobel hoopt dat hij met zijn album een ander beeld van Baker schetst dan je veelal in de media ziet. ‘Altijd weer die onbetrouwbare junk die op het laatst nauwelijks meer kon spelen. Ik hou vooral van de late Chet, omdat die steeds dichter bij de essentie kwam van wat hij wilde vertellen. Mensen die zijn muziek zo treurig vinden, missen die essentie. Wat Chet met zijn muziek wilde zeggen, en als geen ander liet horen, is dat in alle ellende schoonheid te vinden is, als je er maar je ogen voor opent.’" (Volkskrant)
"On this strictly instrumental penultimate Chet Baker session for Riverside, the trumpeter was supported by an all star cast, including Pepper Adams, Bill Evans, and Kenny Burrell. Each of them makes important contributions. Adams' baritone sax solo on "Alone Together" is one of the high points, while Herbie Mann and Bill Evans make their presence known on several cuts. Baker possessed one of the most melodious trumpets in jazz, compelling in its simplicity. Rarely extending his range above a single octave, he nonetheless had few peers when it came to slow, romantic ballads, which make up the playlist here. His characteristically soft approach is heard to good effect on "It Never Entered My Mind," where he works with the guitar of Kenny Burrell. Burrell and Baker also collaborate on a moving rendition of "September Song." This album is a good place to hear Baker's special way with the horn, and is made even more attractive with the contributions of top jazz artists." (Dave Nathan, Allmusic; 4 uit 5 sterren)
'Chet Baker recorded many albums in Europe during his final decade. This hard-to-find LP matches his trumpet with pianist Phil Markowitz, bassist Jean-Francois Jenny Clark and drummer Jeff Brillinger for a date in Paris. Chet sings on "Oh You Crazy Moon" and stretches out on trumpet during a fresh repertoire that includes "Broken Wing," Wayne Shorter's "Black Eyes," "How Deep Is the Ocean?" and Baker's own "Blue Gilles." Even with his chaotic lifestyle, most of Chet Baker's recordings are worth acquiring and Broken Wing is better than average'. (Barnesandnoble).
Een handzaam boxje voor alle Chet Baker liefhebbers. Elf albums uit zijn jaren 50 periode zijn hier samengebracht op 6 CD's. Beginnend met "Grey December", met sessies uit 1953 en 1955, die in 1992 voor het eerst werden uitgebracht. Alle opnamen zijn voor deze release op een geweldige wijze geremastered. Kortom: een fantastisch overzicht van de eerste stappen in Baker's carrière. (GT, Muziekbank)
Nun erscheint das neue Till Brönner Album The Good Life , ein herausragendes Werk für die entspannten und friedlichen Momente im Leben. Inspiriert durch das Great American Songbook, umfasst The Good Life neue Arrangements von bekannten Titeln von u.a. Frank Sinatra, Billie Holiday, Nat King Cole und vielen weiteren legendären Musikern. Till Brönner selbst hat zwei Songs verfasst, singt auf einigen Titeln, wobei sein virtuoses Trompetenspiel niemals zu kurz kommt und sowohl Fans als auch Kritiker begeistern wird. Aufgenommen hat Till Brönnr The Good Life mit einer grandiosen All-Star Band (John Clayton (Bass), Jeff Hamillton (Drums) , Larry Goldings (Piano) & Anthony Willson (Gitarre)) in Los Angeles. Als Produzent wurde die Koryphäe Ruud Jacobs aus den Niederlanden gewonnen. (bron: Sony Masterworks)
"Zijn 90ste verjaardag op 1 januari 2020 vierde trompettist en flügelhoornist Ack van Rooijen zoals het een muzikant betaamt: met een spetterend concert in het Bimhuis, omringd door collegas die hem dierbaar zijn. Zoals de 40 jaar jongere Duitse saxofonist Paul Heller, waarmee hij al jaren samenspeelt en die ook aanwezig was op zijn 80ste verjaardag. Ack van Rooijen (broer van de in 2009 overleden trompettist, filmcomponist en arrangeur Jerry van Rooijen) speelde een belangrijke rol in de naoorlogse moderne jazz van Nederland, zwierf succesvol door Frankrijk en Duitsland en keerde uiteindelijk terug naar zijn thuisland waar hij onder andere ging lesgeven op het Haags Conservatorium. Gelukkig nam hij zijn verjaardagsband ook mee de studio in, met als resultaat 90. Een album vol goed geoliede en geïnspireerde cool jazz en bop met de heldere en melodieuze toon van Van Rooijen als leidraad. Meer dan terecht dat hij in 2020 ook de Buma Boy Edgar Prijs in ontvangst mocht nemen." (Muziekweb)
Live-album, opgenomen in een Starbucks in New York in 2002. Met liner notes van Brubeck zelf.
"With the support of the American State Department, the Dave Brubeck Quartet, including new members Joe Morello and Eugene Wright, began a major tour of Europe early in 1958. Their first concert in the Netherlands was held on 26 February in the legendary Concertgebouw Hall in Amsterdam, usually reserved for performances of classical music. Since 1951 and the collaboration between Dave Brubeck and Paul Desmond, the band had gained a stunning reputation. In 1954, Dave Brubeck was featured on the cover of Time magazine. Rumor has it that Duke Ellington knocked on Brubeck?s hotel door to congratulate him. Brubeck is said to have responded, ?It should have been you.? He dedicated one of his most famous pieces, ?The Duke?, included on this album, to his fellow pianist. That winter evening of 1958, the four musicians, all in their late thirties, took the stage of the Concertgebouw. After some timid applause, Desmond kicked off with the melancholy, sophisticated theme of ?Two Part Contention?." (theingroove.com)
"Although this 1998 CD reissue features the Chet Baker Quartet (in what was a reunion session), it was originally released under pianist Russ Freeman's name. All but two of the eight songs on the set ("Love Nest" and "Lush Life") are compositions by the pianist and they often feature both challenging chord changes and swinging solos. Baker, who improvises on the date with a fair amount of fire while sticking to his middle register, emerges as the key soloist although Freeman sounds quite original within the genre; bassist Leroy Vinnegar and drummer Shelly Manne play tastefully in quiet support of the lead voices. All of the music was previously reissued as part of the complete Chet Baker Quartet limited-edition Mosaic box set that has since gone out of print. Well worth exploring." (Scott Yanow, Allmusic)
"Vibraphonist Cal Tjader released six well-received albums on Conord. The Best of the Concord Years draws from that storehouse to fill two discs with choice cuts. The arrangements and overall flavor flow easily from composition to composition. There's the sparkling arrangement of "Speak Softly," featuring Roger Glenn's atmospheric flute work, which is perfectly matched to Tjader's light touch on the vibes. There are also surprises like the Latin take on Stevie Wonder's "Don't You Worry 'Bout a Thing," with a fine vocal by Carmen McRae, and an extra mellow take on John Coltrane's "Naima." Pianist-composer Mark Levine provides both rhythmically intense chording for a piece like "Shoshana" and the gentlest of leads on "Naima," while steady hands like bassist Rob Fisher and percussionist Poncho Sanchez lay down the rhythmic underpinning so essential to Latin jazz." (Allmusic).
Jun Miyake (1958) is een Japanse componist. Zijn muziek ("Lilies in the Valley" and "The Here and After") werd gebruikt voor de soundtrack van de film "Pina". Miyake laat zich het liefst inspireren door verschillende genres en ideeën en combineert deze om een nieuwe sound te creëren. Voor de cd "Innocent Bossa in the mirror" verdiepte hij zich samen met de Amerikaanse producer, gitarist en zanger Arto Lindsay en de veelzijdige Braziliaanse muzikant Vinicius Cantuaria in de bossa nova. Jun Miyake: "When we got together and played it was as if we were messengers on a mission who were possessed by a Muse (...) just three people thrown together with the challenge to create NOW!". Het resultaat was "an interpretation? A reflection, really? of Bossa Nova that was somehow specifically mine". (Bron: tekstboekje cd).
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.