Deze EP is speciaal geproduceerd voor Caros uitgebreide Emerald Island Tour, die op 7 maart 2017 in Nederland start. De EP is geproduceerd door David Schreurs en Jan van Wieringen en bevat 6 nieuwe tracks, waaronder het dubby nummer Never Ever, de nieuwe single Whatchugot en twee instrumentale tracks. De nummers zijn mede geschreven door o.a. Vince Degiorgio en Guy Chambers. Zowel de tour als de EP zijn geïnspireerd op Exotica, een muziekgenre uit de jaren 50/60 met exotische geluiden en instrumenten. (bron: Caro Emerald)
Met het origineel van "Pop Corn", in Europa bekender in de versie van Hot Butter. "Perry & Kingsley astounded listeners with "The In Sound from Way Out", a collection of Moog music that introduced listeners to the possibilities of that instrument. Decades later, that record still has the power to impress. This record by one-half of that duo is more representative of the albums that followed in their wake. There's a handful of Beatles covers, the original version of "Popcorn" (technically titled "Pop Corn" here), and a few other well-polished and expected chestnuts. For those who have got the taste for this stuff, this is something they'll dig. For those who are just not sure, buy "The In Sound from Way Out"." (Rob Ferrier, Allmusic)
"Met een mengelmoes van Franstalige chansons en jazzy-nummers en uitstapjes naar Japan en Kroatië kan dit album met recht multi-culti genoemd worden. De boventoon van Latijns-Amerikaanse invloeden met veel rumba-ritme zorgt voor samenhang. Harp en de inbreng van het Harvey Rosencrantz Orchestra zorgen vaak voor een sprookjesachtige filmmuzieksfeer. Toch is dit meer dan achtergrondmuziek. De teksten zijn lieflijk, maar ook treurig en romantisch. Een album dat doet verlangen naar zon en cocktails." (NRC)
"Esquivel performs his versions of classic songs from around the world. Though this is not the space age orchestral pop that Juan Garcia Esquivel is known for, it is the man's music in it's purest form. Scaled down, Esquivel's radical sense of musical arrangement is rendered all the more amazing. Juan Garcia performs on piano throughout the album, and gets appropriately wacky at times. He is joined by a very skilled and sympathetic combo including, variously, guitar, bass, maraccas, congas, drum-kit, and other choice noise-makers". (Matt Duss).
Een van de grootmeesters der 'exotica', een instrumentaal muziekgenre van eind jaren '50, begin jaren '60, waar de makers van easy tune-muziek flink uit geput hebben, met Hawaiaanse melodieen, luchtige latinritmes en veel maffe instrumenten.
"A singer with an amazing four-octave range, Yma Sumac was said to have been a descendant of Inca kings, an Incan princess that was one of the Golden Virgins. Her offbeat stylings became a phenomenon of early-'50s pop music. While her album covers took advantage of her strange costumes and voluptuous figure, rumors abounded that she was, in actuality, a housewife named Amy Camus. It mattered little because there has been no one like her before or since in the annals of popular music. Sumac's first and most popular release, and also one of her least hokey or pop-oriented. That's not to say it's without its mass-appeal elements, especially in the arrangements, conducted by Les Baxter. Originally issued as a 10-inch LP, this 1988 CD reissue combines the eight tracks with the eight others contained on another of her early albums, "Inca Taqui"." (S.T. Erlewine & Richie Unterberger, Allmusic)
De weirdste van de beroemde easy tune-componisten (zoals Bacharach, Denny e.d.). Al liggen ze dan allemaal lekker in 't gehoor en blijft 't gezellig, bijna alle instrumentals hebben wel iets speciaals, een gimmick of zelfs iets vervreemdends.
Prachtig verzorgde compilatie (met een kleurrijk boekje met de campy filmposters), waarop we niet alleen jaren '60-werk van bekende componisten als Morricone en Bacalev aantreffen, maar vooral ook veel minder bekenden. "Het is de vraag wat deze muziek zo mooi maakt: misschien de onweerstaanbare western-romantiek die er zo sterk in doorklinkt. Muziek die een merkwaardige combinatie vormt van zorgeloosheid (opgewekter muziek dan spaghettiwestern-muziek is nauwelijks te vinden), nuchtere melancholie ('a man's gotta do what a man's gotta do') en diep melodrama. Sterke melodieën, heldere akoestische gitaren, vrolijke synthesizer- en fluit-deuntjes, meeslepende violen en lieve, frisse zang van een dameskoortje. Maar ook zware tonen van elektrische gitaren, straffe marsritmes, droevige trompetten en dat rare, verontrustende poing-geluid dat aangeeft dat er iets niet pluis is. Soms amusant, soms ook potsierlijk, andere stukken zijn heel inventief en spannend of ontroerend. En krachtig." (Sietse Meyer, Filmkrant)
Hoewel z'n naam niet voorop de hoes staat is dit toch in feite een plaat van Eumir Deodato en z'n orkest. Valle was overigens wel betrokken bij dit project. In 1967 was hij in Brazilië mateloos populair met z'n subtiel-zonnige brazilpop. Deodato maakte, als een soort zwoele tegenhanger van James Last, instrumentale lounge-orkestversies van z'n songs. Deze waren bedoeld om Vallé onder een Noord-Amerikaans publiek bekend te maken. Het levert naar exotica neigende licht-campy swingende orkestmuziek op, die herinneringen oproept aan sixties-filmsoundtracks. Tip: We hebben ook de compilatie "Eumir Deodato Plays Marcos Valle: Summer Samba" in onze collectie. In de interessante hoestekst van dat album verhaalt Valle zélf over z'n samenwerkingen met Deodato en komt ook dit album ter sprake.
Compilatie uit 1994 door 'acid jazz'-label Talkin' Loud. Men heeft hier onder de noemer 'themes from the black forest' opmerkelijke, exotica-achtige en funky souljazz-nummers bijeengezocht, vaak met de sfeer van een hippe sixtiesfilm.
Tweede CD van groep rond ex-Treble Spanker Marcel Kruup, die de exotische Tijuana Brass-geluid van trompettist Herb Alpert uit de jaren '60 als uitgangspunt neemt. Hij doet dit met achtkoppige band (met prominente trompetten en marimba) en ook nog 's evenzovele gasten (o.a. een Hammond-organist en violisten van het Zapp! Strijkkwartet). Kruup heeft duidelijk geen camp-bedoelingen en pakt dit concept doortimmerd aan. Dit levert wel een plaat op die misschien nog wel gelikter en gepolijster is dan het debuut.
"2 Ex-Treble Spankers en Amsterdam Klezmerbandleden maken zonnige Mexicaanse Tijuana-klanken a la Herb Alpert & Tijuana Brass, maar dan zonder diens commerciele sausje. Mooie blazers, vrolijke marimba-tonen, fijne grooves. Geen camp!" (Fret)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.