U kent ze van de jazzy Bach-bewerkingen uit de jaren '60, maar het a capella-ensemble bestaat nog steeds. In 1991 wijdde men een hele CD aan Mozart-composities, op geheel eigen wijze gearrangeerd voor stemmen. Er is geen instrument te horen op deze CD naast de menselijke stem!
Dubbelalbum ter gelegenheid van de 15e verjaardag van het Britse vocaal ensemble Voces8. De titel is afkomstig van een citaat van Aldous Huxley: "Na de stilte komt muziek het dichtst bij het zeggen van het onzegbare". Twee werken zijn speciaal voor Voces8 gecomponeerd: Vertue van Jonathan Dove en An Elemental Elegy van Mårten Jansson.
Nieuwe koorbewerkingen van Engelse en Schotse folk- en popsongs en enkele klassieke stukken (o.a. Agnus Dei van Barber).
Misschien is het meest intrigerende werk op deze mooie verzameling wel het kleine koorwerkje Solfeggio uit 1964. De titel dekt de lading van het stuk: het koor zingt niets anders dan do-re-mi-fa-etc.. De afzonderlijke tonen worden echter aan de verschillende stemmen doorgegeven, waardoor de tonen aangehouden kunnen worden. Het weemoedige affect van dit soort diatonische klankvelden verschilt niet veel van de religieuze 'tintinnabuli'-stijl waarmee Pärt in de jaren '80 en '90 zou doorbreken. De term 'tintinnabuli' verwijst naar het geluid van klokken. Pärt gebruikte deze term voor zijn veelal religieus getinte muziek vanaf het einde jaren 1970. Deze muziek is vaak ontwikkeld vanuit eindeloze permutaties van een drieklank, waardoor bij veel luisteraars een gevoel van oneindigheid wordt opgeroepen. In 1964 was de toenmalige hardcore avant-gardist nog niet zover, waardoor dit Solfeggio in zijn oeuvre als een kostbare schat in de akker verborgen bleef. (...)
"Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig werd bij EMI alles uit de kast gehaald om de koorwerken van Schubert op de best denkbare manier op de plaat te zetten. Het was voor het eerst dat de rijkdom van de werken in een complete editie werd gepresenteerd. Stersolisten als Dietrich Fischer-Dieskau, Lucia Popp, Peter Schreier, Brigitte Fassbaender en Helen Donath verzamelden zich bij de Beierse radio om met het Symfonieorkest en het Koor van de omroep een serie opnames te maken die nauwelijks te overtreffen is. De dirigent die dat alles in gang zette was Wolfgang Sawallisch - het resultaat van zijn inspanningen ontroert anno 2011 niet minder dan destijds." (Klassieke Zaken)
"Wie denkt dat middeleeuwse polyfonie de imitatie is van ijle engelenstemmen vergeet de muziek van Johannes Ockeghem: doorwrocht, met een geniaal gevoel voor densiteit en dynamiek, adembenemend en altijd pakkend. Is het landschap een uitvinding van de 15de eeuwse primitieven, dan is het Ockeghem die voor het eerst klanklandschappen schept: louter intensiteiten en snelheden, turbulenties en temperaturen, stromen, sublieme vergezichten. Zijn imposante en aangrijpende Missa Caput is hier een prachtvoorbeeld van. Verwacht u bij Graindelavoix niet aan de heldere, ingehouden en hemelse polyfonie van ensembles zoals Huelgas. Björn Schmelzer en de zijnen geven dit meesterwerk van Ockeghem een rauwe directheid waarbij het hen vooral om het verhaal van de individuele stemmen, de kleur en de spanning van het moment en de versiering volgens de inspiratie van het ogenblik te doen is. Wetenschappelijk bekeken is dit een interessant experiment, vanuit muzikaal perspectief is het ronduit boeiend." (Early Music Review)
Dat Johannes Ockeghem één van de grootste componisten uit de vijftiende eeuw was, bleek al snel, toen niemand minder dan Josquin Desprez een ontroerend en indrukwekkend stuk voor zijn overleden meester schreef, 'Nymphes des bois'. En hij was niet de enige: Ockeghem werd door dichters en musici uit zijn tijd direct gezien als een grootmeester, als componist en als zanger. Tegenwoordig wordt zijn muziek veelal omschreven als relatief ontoegankelijk, omdat die in één enkele polyfone stroom doorgaat, zonder dat er duidelijke scheidingen worden aangebracht die ons oor wat ademruimte geven. Juist deze eigenschap geeft Ockeghems muziek echter ook zijn bijzondere spanning en concentratie. De muziek van Ockeghem is inderdaad niet makkelijk in het oor liggend, maar wel verfijnd van structuur en zacht van klank. (TC, Muziekweb).
Five Masses by the master of early Italian church music - sixteenth-century sacred music at its most heavenly. Opnames uit de jaren 1963-1983.
"In the beginning" van Aaron Copland wordt in mei 2018 gezongen in het Muziekcentrum, Enschede, door het Nederlands Kamerkoor. "The Dunedin Consorts programme demonstrates the common ground both Copland and Barber shared: in their settings for unaccompanied chorus, each had an instinctive feel for the human voice, a natural gift for word-setting, and a pure style of writing that rarely, if ever, obscured its literary dimension. This moving disc features a beautiful vocal arrangement of Samuel Barber's celebrated Adagio for Strings. Aaron Coplands In the beginning, featuring mezzo-soprano Sally Bruce Payne, is beautifully simple with lilting Britten-like polytonality and infectious jazz rhythms and soft hints of blues. Winners of two Gramophone Awards, the Dunedin Consort has established a reputation as one of the finest period performance choirs around, receiving praise for the natural style of its soloists and renown for the virtuosity of its singers." (Presto Classical)
"De mooiste muziekhandschriften van de vroege 16de eeuw kwamen uit het atelier van Petrus Alamire. Deze Antwerpse ondernemer was van vele markten thuis, maar de toonkunst was zijn corebusiness, en de manuscripten bevatten dan ook de beste muziek van die tijd. Paul van Nevel en zijn Huelgas Ensemble hebben zes missen uit deze schatkist gelicht. De keus reikt van de nagenoeg onbekende Johannes Sticheler tot de onvolprezen Josquin Desprez. Slimme keus: van elke mis klinken hier het Sanctus en het Agnus, het uitbundigste en het meest ingetogen deel. Het resultaat is een soort 'The Best Of...' uit de piekperiode van de renaissancemuziek. Alleen al de Missa supra la sol mi fa re van Robert de Févin, waarin de vijf tonen uit de titel als een soort muzikaal DNA in alle stemmen verweven zitten is een klein mirakeltje. De uitvoering - live opgenomen - is ook nog eens om door een ringetje te halen." (Frits van der Waa, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Het kerstverhaal is, ook onder componisten, favoriet onderdeel van het Nieuwe Testament. Paul van Nevel wijdt met zijn Huelgas Ensemble een CD aan kerstmuziek van 1300 tot aan de romantiek, met accent op het vroege repertoire. De opzet van de CD - geboorte, de misdaad van Herodes, de reis van de drie koningen en epiloog - maakt dat je door de eeuwen heen via de oren van componisten het kerstverhaal beleeft. Zo hoor je hoe Jacobus Gallus (1550-1591) kleurrijke dissonanten inzet om het Mirabile mysterium van de geboorte kracht bij te zetten, waar een Engelse carol (1871) daarvoor ('Cry and shout!') extatische, maar veel eenvoudiger samenklanken inzet. In schril contrast daarmee zijn de schurende treurstemmen in het aangrijpende Vox in Rama van Giaches de Wert (1535-1596) - over de ontroostbare moeder Rachel na de kindermoord. Als Vlaams topensemble is het 44 jaar oude Huelgas Ensemble geen unicum meer, maar het bewijst hier wel zijn bestaansrecht met strakke samenzang." (Mischa Spel, NRC; 4 uit 5 sterren)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.