"Azolia has a very focused and chamber-like sound: Belgian-born vocalist Sophie Tassignon is joined by German-American Suzanne Folk, doubling both as a second vocalist as well as on alto saxophone and clarinet, Lothar Ohlmeier on bass clarinet and tenor sax, and Swiss bassist Andreas Waelti. Folk’s saxophone playing sounded frequently like wordless vocalise. With such a stripped down, and almost acoustic lineup, the power of the poems carried well and was certainly not stifled by the relatively large size of the Porgy & Bess Club. The drumless band didn’t lack drive and energy, due to the hard-working Waelti, who was able to give a momentum without losing a melodic sense." (ukjazznews.com)
"Trompettist Eric Vloeimans en de Duitse cellist Jörg Brinkmann beschikken allebei over een avontuurlijke geest. Vloeimans en Brinkmann ontmoetten elkaar in Martin Fondse’s Starvinsky Orkestar. Daar werd niet alleen duidelijk dat de trompet van Vloeimans en de cello van Brinkmann op een prachtige manier in elkaar overlopen maar ook dat er in beide musici een romanticus schuilt met veel affiniteit voor filmische stukken. "Vivre" is in die zin een logisch vervolg van de samenwerking. Maar de muziek is uiteindelijk veel meer geworden dan een eerbetoon aan die oude meester. Het Franse chanson is evenzeer een inspiratiebron, met interpretaties van beroemde stukken uit het oeuvre van Jacques Brel en Charles Aznavour. Brinkmann bracht daarnaast twee composities van Robert Schumann in die uitstekend aansluiten. Het geheel wordt gecompleteerd met eigen composities die samen verrassend homogeen klinken. "Vivre" is een ode aan schoonheid en melancholie die nooit verveelt." (Jazzenzo)
"Joe Lovano, that giant American elder of jazz reeds-playing, nowadays seems to be simmering all his decades of timeless tunes and exquisite passing phrases down to essences. The 72-year-old Ohio-born sax star and occasional drummer’s partners here are Polish pianist Marcin Wasilewski’s collectively freethinking trio. The shape of "Homage" was formed on extensive tours with them, and a week in 2023 at New York’s Village Vanguard club that acted as an impromptu rehearsal. Song-rooted American jazz-making and give-and-go European free-jazz have become intertwined within Lovano’s later-life soundworld. The recording session apparently captured five hours of these exchanges, so with luck a second volume of this hearteningly harmonious and spontaneous music-making is already in the pipeline." (The Guardian)
Brooklyn-based alto saxophonist Immanuel Wilkins mightily impressed critics with 2020's Omega. His wispy yet resonant tone revealed a wildly inventive soloist with an advanced compositional facility. Opener "Emanation" balances release and tension with harmonic inquiry through modernist post-bop. Played with intricate melodic invention and barely restrained energy, Wilkins' horn offers a plethora of harmonic ideas. "Don't Break" features the Farafina Kan Percussion Ensemble. The djembe drums employ chantlike rhythmic motifs, directly reflecting the evolution of the African diaspora as Wilkins and Thomas answer with the blues. The 7th Hand is a major work. It travels dazzlingly from tranquility and comfort to ambivalence, restlessness, and impatience before it engages re-entry, rebirth, and transcendence. This band understands that Wilkins' bold question may be unanswerable, but they play as if they know." (Allmusic)
"Even een ontregelend moment als na de ijle, oosterse klanken van "Luxabundance" die uit Eric Vloeimans’ trompet vloeien een snaarinstrument opklinkt. Tot meteen het besef indaalt dat Egbert Derix hier de snaren van een vleugel met zijn handen bespeelt. Niet lang daarna nemen de vertrouwde toetsen het over. Het tweede deel van "Gardens Of Abundance II" bestaat uit live-opnames die een decennium beslaan en trompettist en pianist opnamen in Nijmegen, Ottersum, Driehuis, Naarden en Hilversum. Van voornoemde compositie, via het kamerbrede, bijna 25 minuten klokkende "Treehouse" dat een breed klankenpalet beslaat tot afsluiters "Satie Walsje" en "Odilea", laten de avontuurlijke instrumentalisten in hun grotendeels geïmproviseerde stukken horen steeds meer met elkaar verweven te raken. De goede verstaander hoort niettemin dat die magische symbiose al tijdens de vroegste opnames in het Ottersumse Roepaen tastbaar aanwezig was." (Jazzism)
""Garden I" is de eerste registratie van improvisatie van het duo, tijdens één van de optredens in Nijmegen. Het begint in een wat onheilspellende sfeer als Derix de snaren in de vleugelkast beroert zonder daarbij het toetsen mechaniek te gebruiken. Heel delicaat en staccato volgen korte tonen elkaar op terwijl het hout van de vleugelkast wordt ingezet als percussie. Langzaam ontvouwt zich een fijne geïmproviseerde melodielijn, waar Vloeimans met een fijngevoelige partij op inspeelt. Het duo voelt elkaar perfect aan en er wordt moeiteloos naar andere toonladders getransponeerd. "Argante", afkomstig van Derix zijn album "Falco" is een heerlijk ritmisch stuk, met syncopen en een meeslepende melodielijn. Ook het titelnummer van het hiervoor genoemde album passeert de revue, naast onder andere het zo mooie en subtiele stuk "The Wanderer" van Vloeimans waarin op een prachtige wijze een spanning wordt opgebouwd tot een ruige climax, waarna het weer langzaam verstilt." (Written in Music; 4 uit 5 sterren)
"De IJslandse contrabassist Gulli Gudmundsson speelt al jaren in Nederland. Sinds enige tijd vormt hij ook een duo met pianist Jeroen van Vliet, die ook plaats heeft genomen in het trio dat Gudmundsson voor zijn album "Flód Og Fjara" (IJslands voor eb en vloed) heeft gevormd. Derde man is trompettist Koen Smits, die op dit mooie album misschien wel de grootste verrassing is. Zijn lyrische geluid heeft wel wat weg van dat van de Noor Arve Henriksen, wat goed past bij de Scandinavische sfeer die het album oproept. "Flód Og Fjara" klinkt als opgenomen voor het ECM-label. En dat is een compliment. De merendeels eigen composities laten alle ruimte voor mooi, afgewogen soleerwerk. Je hoort hoe goed Van Vliet en Gudmundsson op elkaar zijn ingespeeld, maar het is Smits die de meeste aandacht naar zich toetrekt. Wat heeft deze nog veel te onbekende trompettist een betoverend geluid, en wat krijgt hij hier van Gudmundsson goed de ruimte om te excelleren." (Volkskrant, 3 uit 5 sterren)
"Zeven jaar woont de Koreaanse drummer Sun-Mi Hong al in Nederland, waar ze al tijden een vaste band heeft. Die laat op het vierde album "Fourth Page: Meaning Of A Nest" beter dan ooit horen dat de leden goed op elkaar zijn ingespeeld. Pianist Chaerin Im speelt in diverse stukken een vergelijkbaar thema, dat zij niet loslaat als zij gezelschap krijgt van trompettist Alistair Payne of tenorsaxofonist Nicolò Ricci. Sun-Mi Hong zelf is misschien wel de grootste ontregelaar hier. Haar complexe ritmepatronen nestelen zich om de stukken heen, wat een aangename spanning veroorzaakt. En steeds is er weer een melodie of een mooie harmonische vondst die de luisteraar prikkelt of houvast geeft. Sun-Mi Hong klinkt met haar ensemble coherenter dan voorheen. Gelukkig krijgen Payne en Ricci ook alle ruimte voor hun solo’s, die iedere keer weer verrassen. En wat knap hoe het melodieuze spel van bassist Allessandro Fongaro zich steeds vervlecht met de weelderige drumpartijen van de bandleider." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"De Israëlische trompettist Avishai Cohen nam vorig jaar november, een maand na de gruwelijke aanval van Hamas in zijn geboorteland, de suite "Ashes to Gold" op. Het was zijn roep om een staakt-het-vuren, vertelde hij eerder dit jaar toen hij het tijdens een aangrijpend concert op het Utrechtse Transition Festival presenteerde. De vijfdelige suite is bijna net zo overdonderend als de live-uitvoering in maart. Cohen begint met zorgeloze noten op fluit, maar schakelt over naar trompet als het geluid van de ritmesectie allengs dreigender wordt. Klaterende pianonoten van Yonathan Avishai en onheilspellende drums van Ziv Ravitz simuleren oorlogsgeluiden. Cohens lange noten worden met de minuut wanhopiger. Maar altijd sijpelt er iets van licht door de verklankte duisternis. Vooral wanneer Cohen weer wisselt naar dwarsfluit gloort er iets van hoop. De twee stukken die het album afsluiten zijn mooi, maar doen na de emotioneel beladen suite die schuurt en ontroert wat gewoontjes aan." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"In "Lullaby", Eick has conceived eight compositions for jazz quartet that refuse to be tied to any musical implications that may be drawn from the albums title, and stays away from lullabies to develop an impassioned set that is as tough as it is tender. Part of this new sound is due to new drummer Hans Hulbækmo who has wasted no time in getting settled into the quartet and the material, band bringing an edge to the music that ensures flow and momentum are maintained as on the opening "September". Eick’s lyrical and delicate trumpet with its hints of a more vocalised tone are to the fore, as is a flowing solo from pianist Kristjan Randalu all gently propelled along by the drummer who gives the impression of breaking loose at any time." (Jazz Views)
""Complex Emotions" is het tweede kwartet-album van The Bad Plus. Het geluid is opnieuw aangenaam weerbarstig. Jazz en rock gaan als in de beste Bad Plus-jaren een spannende symbiose aan. Het album bevat zowel directe, rock-geïnspireerde nummers als avontuurlijke soundscape-achtige stukken. Het album opent verrassend met een zachte saxmelodie en weidse gitaarpartijen. Vervolgens wordt de muziek steeds intenser. Ook de andere langzamere stukken klinken nooit soft of zweverig. Dit is wel The Bad Plus. De saxofoon heeft vaak een scherp randje en kan soms flink uithalen. De sax- en gitaarsolo’s zijn vervoerend. Anderson en King zijn als ritmetandem onovertroffen. Alles wat The Bad Plus laat horen getuigt van lef: van het scheurende "Deep Water Sharks" met punky repeterende baslijn en furieuze drums tot het experimentele "Li Po" met zoekende gitaar en knerpende sax. Na 21 jaar is The Bad Plus nog altijd een urgente band." (Jazzenzo)
"De naam Epoxy Quartet verwijst naar de grootvader van Koen, Joop Gijsman die een pionier was in de productie en ontwikkeling van epoxy in Nederland, dit debuut album is aan hem gewijd. De foto’s in het cd boekje van de Oosterscheldekering, de grootste stormvloedkering van de Deltawerken verwijzen ook naar Joop Gijsman aangezien het werd gebouwd met epoxy uit grootvader’s fabriek. Het album bestaat uit negen stukken gebaseerd op taferelen, foto’s, mensen en ervaringen uit het leven van Koen plus twee vrije improvisaties gebaseerd op de Nederlandse free jazz traditie uit de jaren ’60. Het album gaat van start met "Arecibo" een havenstad aan de noordkust van Puerto Rico. De compositie heeft een heel relaxte uitstraling die perfect overeenkomt met de schoonheid van het Puertoricaanse landschap en vooral de kust. Koen excelleert met fluweelzacht spel op zijn klavier, wonderschoon, ook Martijn van Ditshuizen gooit hoge ogen met zijn soepele spel op de altsaxofoon." (Rootstime)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.