""Necessary Fictions" is het album geworden waarop Chris Illingworth (piano, synths), Nick Blacka (contrabas, basgitaar, synths) en Jon Scott (drums) GoGo Penguin uitvinden. Natuurlijk is hun sound herkenbaar (die sterke pianolijnen, die krachtige en coole baspartijen en die atypische drumpartijen) maar hun zevende album duikt weer vol het avontuur in. Illingworth heeft de synthesizers ontdekt en gebruikt deze gloedvol en Blacka en Scott zijn in bloedvorm. Vanaf de geweldige openingstrack "Umbra" is het duidelijk dat het trio terug is waar het ons met het gelijknamige vijfde album (hun beste met Rob Turner) uit 2020 achterliet. Het avontuur en het volle spelplezier zijn terug en daarmee de emoties en al die steeds weer zo fantastische op- en uitbouw die hun tracks zo onweerstaanbaar maken. "Necessary Fictions" is GoGo Penguin terug in de allergrootste vorm. Het is het album dat het nieuwe trio nu definitief naar de hoogste toppen brengt. Meesterlijke plaat." (Written in Music; 4,5 uit 5 sterren)
"Vocalen, we horen Anna Serierse, Nina Rompa, Marit van der Lei en Liva Dumpe zijn allesbepalend voor "(In)finity" en dus openen ze met woordloze zang in het verderop aanzwellende "Winter". Een kort maar stemmig stuk. Aansluitend klinkt "Nothingness", de ingetogen ritmiek van Willem Romers achter de drums valt hier op, samen met het intro van Sprangers zelf. Verderop klinken ook de andere blazers, met ook hier Karahona op fluit, Alistair Payne op trompet, Morris Kliphuis op de hoorn en Mete Erker op saxofoon en basklarinet. Pianist Koen Schalkwijk opent het al even ingetogen "I’m Leaving", een conform de titel wat melancholiek stuk. Mooi ook hier die wederom sfeervolle vocale klanken. Verderop is de melodie voor de blazers, Sprangers voorop met veel gevoel voor de melodie. Het is een vrij ingetogen album dit "(In)finity", zelfs als er sprake is van stevige ritmiek, valt de gelijkmatige ondertoon op. Het meest ritmische stuk op dit album is zonder meer "Labyrinth"." (Nieuwe Noten)
"De debuut-CD "Birdsong" van de Britse altist Alice Leggett, is een egodocument. Het titelnummer is geschreven voor Alices moeder Michelle Bird. Leggett liet zich voor deze compositie inspireren door Olivier Messiaen. Het nummer "Zoë" schreef ze voor haar zus. De track "Song For Who You Could've Been" gaat over de moeizame relatie die Alice had met haar vader, die vorig jaar overleed. In de 'liner notes' zegt Leggett over haar boodschap: 'Ik geloof niet dat iemands reis lineair is en ik ben de complexiteit en onvoorspelbaarheid van het leven gaan omarmen.' Leggett legt stevige verbanden tussen de traditie en de huidige tijd. Alice Leggett klinkt op "Birdsong" als een gedreven licht getergde altsaxofoniste, die haar instrument soms laat krijsen, maar ook serene klanken laat voorbrengen. Omringd door vijf uitstekende musici, die hun eigen plek opeisen maar Alice vooral ondersteunen, komen Leggetts intense muzikale verhalen, ook zonder gezongen of gesproken tekst, goed tot hun recht." (JazzFlits)
"Tenorsaxofonist Efraïm Trujillo brengt met "Heroes" een geweldig eerbetoon aan zijn illustere voorgangers als Gato Barbieri, Stan Getz en John Coltrane. Geen tribute, maar zeven nieuwe composities vol inspiratie. Het album opent met "Gato", een jazzrockfusiontrack met vurige saxofoonlijnen en percussie. "Dolphins", is een ode aan Stan Getz en bevat een sterke pianosolo van Sjoerd van Eijck. "Training Sessions", geïnspireerd door Coltrane, speelt met de akkoordprogressie van "Giant Steps". Andere hoogtepunten zijn "Hands Free", een dynamische compositie beïnvloed door Joe Hendersons virtuoze articulaties, en "Dexterosity", een krachtig eerbetoon aan hardbop-legende Dexter Gordon. "Slow Your Roll" ademt de speelse calypso-stijl van Sonny Rollins, terwijl het album eindigt met "Swing Like Eddie", een gelaagd solo-experiment, geïnspireerd door Eddie Harris’ innovatieve mix van jazz, funk en elektronica. Dankzij deze geluidsdrager is er een nieuwe held aan het geheel toegevoegd: Efraïm Trujillo." (Jazzism)
"Joe Lovano, that giant American elder of jazz reeds-playing, nowadays seems to be simmering all his decades of timeless tunes and exquisite passing phrases down to essences. The 72-year-old Ohio-born sax star and occasional drummer’s partners here are Polish pianist Marcin Wasilewski’s collectively freethinking trio. The shape of "Homage" was formed on extensive tours with them, and a week in 2023 at New York’s Village Vanguard club that acted as an impromptu rehearsal. Song-rooted American jazz-making and give-and-go European free-jazz have become intertwined within Lovano’s later-life soundworld. The recording session apparently captured five hours of these exchanges, so with luck a second volume of this hearteningly harmonious and spontaneous music-making is already in the pipeline." (The Guardian)
"Even een ontregelend moment als na de ijle, oosterse klanken van "Luxabundance" die uit Eric Vloeimans’ trompet vloeien een snaarinstrument opklinkt. Tot meteen het besef indaalt dat Egbert Derix hier de snaren van een vleugel met zijn handen bespeelt. Niet lang daarna nemen de vertrouwde toetsen het over. Het tweede deel van "Gardens Of Abundance II" bestaat uit live-opnames die een decennium beslaan en trompettist en pianist opnamen in Nijmegen, Ottersum, Driehuis, Naarden en Hilversum. Van voornoemde compositie, via het kamerbrede, bijna 25 minuten klokkende "Treehouse" dat een breed klankenpalet beslaat tot afsluiters "Satie Walsje" en "Odilea", laten de avontuurlijke instrumentalisten in hun grotendeels geïmproviseerde stukken horen steeds meer met elkaar verweven te raken. De goede verstaander hoort niettemin dat die magische symbiose al tijdens de vroegste opnames in het Ottersumse Roepaen tastbaar aanwezig was." (Jazzism)
"Azolia has a very focused and chamber-like sound: Belgian-born vocalist Sophie Tassignon is joined by German-American Suzanne Folk, doubling both as a second vocalist as well as on alto saxophone and clarinet, Lothar Ohlmeier on bass clarinet and tenor sax, and Swiss bassist Andreas Waelti. Folk’s saxophone playing sounded frequently like wordless vocalise. With such a stripped down, and almost acoustic lineup, the power of the poems carried well and was certainly not stifled by the relatively large size of the Porgy & Bess Club. The drumless band didn’t lack drive and energy, due to the hard-working Waelti, who was able to give a momentum without losing a melodic sense." (ukjazznews.com)
"This remarkable musical collaboration between revered guitarist Bill Frisell, versed British organist Kit Downes, and veteran drummer Andrew Cyrille results in a uniquely original work with so much going on, that only repeated listenings will make you pick up the nuances and fully absorb the vibes. Pushing beyond the usual boundaries of jazz, this innovative trio ensures that nothing in their sonic landscapes feels predictable. The 11 tracks on "Breaking The Shell" were recorded in New York’s Church of St. Luke in the Fields, an acoustically rich space that enhanced the resonance of the group’s sound, particularly Downes' commanding pipe organ. The trio also interprets two traditional European folk tunes. Throughout "Breaking the Shell", the trio demonstrates a constant fascination with sound and texture, creating a transcendental work of experimental jazz that is as bewildering as it is exhilarating. It’s a must-listen for anyone who seeks fresh vibes in creative music." (Jazztrail; 4,5 uit 5 sterren)
"De IJslandse contrabassist Gulli Gudmundsson speelt al jaren in Nederland. Sinds enige tijd vormt hij ook een duo met pianist Jeroen van Vliet, die ook plaats heeft genomen in het trio dat Gudmundsson voor zijn album "Flód Og Fjara" (IJslands voor eb en vloed) heeft gevormd. Derde man is trompettist Koen Smits, die op dit mooie album misschien wel de grootste verrassing is. Zijn lyrische geluid heeft wel wat weg van dat van de Noor Arve Henriksen, wat goed past bij de Scandinavische sfeer die het album oproept. "Flód Og Fjara" klinkt als opgenomen voor het ECM-label. En dat is een compliment. De merendeels eigen composities laten alle ruimte voor mooi, afgewogen soleerwerk. Je hoort hoe goed Van Vliet en Gudmundsson op elkaar zijn ingespeeld, maar het is Smits die de meeste aandacht naar zich toetrekt. Wat heeft deze nog veel te onbekende trompettist een betoverend geluid, en wat krijgt hij hier van Gudmundsson goed de ruimte om te excelleren." (Volkskrant, 3 uit 5 sterren)
"It takes either complete madness or extraordinary inspiration to dare tackle Brahms in such a way. Fortunately, the musicians behind this project fall squarely into the latter category. They take the themes suggested on the album cover, twist and stretch them to their limits, and invite us into a world fueled by a deep, infectious passiona passion that bridges classical music and jazz, wandering through many unexpected detours before delivering an album that is truly original. It is clear that years of diverse experience have shaped the exceptional quality of the arrangements. Most fascinating of all, these musicians pull you deep into their inner landscapes, only to snap you back, sometimes quite abruptly, to the tangible reality of their vision. And somehow, it works. These musicians have pushed their creative powers to extraordinary heights, rewriting Brahms in their own image. The result is complex, luminous, restrained, a true delight." (Paris-move.com; hoogse waardering (A must/Indispensable))
"On his slyly experimental "Ones & Twos", Gerald Clayton balances warm contemporary jazz with a boldly low-key DJ-inspired concept. Joining Clayton is an ensemble of equally daring improvisers, including vibraphonist Joel Ross, flutist Elena Pinderhughes, trumpeter Marquis Hill, and drummer Kendrick Scott. Together, they dig into Clayton's sonically textural compositions, which find him drawing upon a cohesive blend of modal post-bop, modern classical, soul, and Afro-Latin sounds. Following the group's initial studio sessions, Clayton then brought in drummer/producer Kassa Overall to help rework the tracks in post-production, adding another layer of sonic and rhythmic interplay. Furthermore, Clayton constructed the album from the start in a conceptual manner with the first six tracks, side A, intended to be played accordingly with the second six tracks, side B -- essentially, 'mixing' them like a club DJ spinning vinyl. There's a potent mix of throwback and cutting-edge sounds on "Ones & Twos"." (AllMusic)
""Garden I" is de eerste registratie van improvisatie van het duo, tijdens één van de optredens in Nijmegen. Het begint in een wat onheilspellende sfeer als Derix de snaren in de vleugelkast beroert zonder daarbij het toetsen mechaniek te gebruiken. Heel delicaat en staccato volgen korte tonen elkaar op terwijl het hout van de vleugelkast wordt ingezet als percussie. Langzaam ontvouwt zich een fijne geïmproviseerde melodielijn, waar Vloeimans met een fijngevoelige partij op inspeelt. Het duo voelt elkaar perfect aan en er wordt moeiteloos naar andere toonladders getransponeerd. "Argante", afkomstig van Derix zijn album "Falco" is een heerlijk ritmisch stuk, met syncopen en een meeslepende melodielijn. Ook het titelnummer van het hiervoor genoemde album passeert de revue, naast onder andere het zo mooie en subtiele stuk "The Wanderer" van Vloeimans waarin op een prachtige wijze een spanning wordt opgebouwd tot een ruige climax, waarna het weer langzaam verstilt." (Written in Music; 4 uit 5 sterren)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.