Was op 2 april 2014 te gast in Vrije Geluiden: "Het Zemtsov Altvioolkwartet bestaat uit vier leden van een bijzondere altvioolfamilie: vader Mikhail, moeder Julia, dochter Dana en oom Alexancer Zemtsov. Alle vier hebben ze bij dezelfde leraar, de grote Russische altvioolvirtuoos Michael Kubel, gestudeerd aan het Conservatorium van Maastricht." Deze debuut-CD beleefde zijn première op het ViolaViola altvioolfestival in Haarlem, 1 mei 2014. De arrangementen voor vier altviolen zijn van de hand van Evgeni Zemtsov, vader van Mikhail.
Cum Laude-beoordeling in Luister mei/juni 2017: "Zoveel rust en schoonheid hoor je zelden samen. Het spel van altviolist Antoine Tamestit is als een warm bad, een tedere kus. Hij heeft zijn Stradivarius uit 1672 volledig geïncorporeerd. Wat een zachtheid, wat een timing. Elke noot is een streling, een minimoment van gelukzaligheid. Dat begint al bij de inzet van de Sonate van Vieuxtemps, het mooiste 'liedje' ooit geschreven. De klank van de altviool houdt het midden tussen de warmte en stevigheid van de cello en de lichtheid en soepelheid van de viool. Alles daartussen is Antoine Tamestit, die organisch samenspeelt met pianist Cédric Tiberghien. Het repertoire ligt goed in het gehoor en is ook wel enigszins gekozen op de lyrische mogelijkheden van de altviolist, maar geef hem eens ongelijk: welke musicus zijn niet graag een keer Casta Diva uit Norma van Bellini opnemen? Maar de meeste werken zijn origineel. Verrassend: wie kende bijv. Mazas' prachtige Le Songe? Pluim ook voor de opname." (Marjolijn Sengers)
"Altist Emilio Moreno, die ook een lezenswaardig essay bijdraagt, geldt als Boccherini-specialist en is drijvende kracht achter La Real Cámara. De 6 strijktrio's Op. 47, een voor Boccherini unieke bezetting, dateert uit 1793 (Spaanse periode), maar is opgedragen aan zijn nieuwe broodheer koning Frederik Willem II van Pruisen. We kennen steeds meer van Boccherini's uitgebreide oeuvre en weten dus dat hij veel meer is dan de galante hofcomponist van celloconcerten. Deze trio's zijn qua vorm geheel 18de-eeuws: steeds tweedelig in de volgorde (relatief) langzaam openingsdeel - menuet. Ze tonen dat de muziek van de galante verpozingscomponist in deze periode steeds expressiever en uitdagender wordt als voorzichtige voorbode van 19de-eeuwse romantiek. Deze drie doorknede musici zien dat volledig in, bestrijken hun darmsnaarloze 'period instruments' met begrip en laten Boccherini, met beheerste maar onmiskenbare passie, kloppen aan de poorten van de nieuwe tijd. Heel mooi." (Gerard Scheltens, Luister; waardering: 8)
Altvioliste Susanne van Els was als (mede-) oprichtster van het Ives Ensemble, Sinfonietta Amsterdam en Wendingen, als voormalig lid van Strijktrio Holland en Giotto Ensemble, en als lid van het Schönberg Ensemble (sinds 1990) en nieuw amsterdams peil, als veelgevraagd kamermuziekspeler en gelauwerd solist, één van Nederlands toonaangevende musici. Sinds 2009 vervult zij de functie van Coordinator Klassieke Muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Met deze CD nam zij afscheid van haar carriere als altvioliste. The Hindemith is a very strong work and Susanne van Els sustains the long melodic lines of the two slow movements in a most compelling way, attacking the intervening wild outburst with an appropriately ferocious energy. (Gramophone Magazine, januari 2010).
"Michael Haydn (jongere broer van Joseph) moest voor de aartsbisschop van Salzburg zes sonates voor viool en altviool schrijven. Hij had er vier af en worstelde met het vervolg. Vermoedelijk trof hij Mozart, die de overige twee sonates in dezelfde sfeer schreef. Rachel Podger en Jane Rodgers spelen prachtige lyrische muziek, die zij perfect uitvoeren. In de Duos van Haydn weerklinkt de sfeer van het berglandschap. Mozart laat in zijn Duos de twee solisten acteren alsof een sopraan en een tenor een grote aria vertolken. De gebezigde technieken keren in zijn latere instrumentale werken en uiteindelijk in Die Zauberflöte terug." (Wil Zenhorst, Platomania) "Al luisterend raak je in de ban van de puurheid ervan, de ongecompliceerdheid, de eenvoud. De twee violen meanderen lustig door elkaar - zuiver gaaf, levendig, gevend en nemend, genietend van de lijnen van de muziek en van elkaars klank. Een exquise verzameling voorgerechtjes voor de fijnproever." (Marjolijn Sengers, Luister)
"Allemachtig, wat trekt die Esther Apituley toch een mooie toon uit haar altviool. Meteen in het eerste stuk, de 'Arpeggione'sonate van Schubert, wordt je diep geraakt. Zoveel weemoed, verlangen, goedheid en zuiverheid. Muziek waar je een beter mens van wordt. Daarna is het tijd voor een adempauze. Richard Drigo's aangename Valse bluette zet de luisteraar weer met beide benen op de grond. Dat is noodzakelijk, want met de Capriccio van Vieuxtemps en vervolgens Dream van John Cage (oorspronkelijk voor piano geschreven) en de Elégie van Stravinsky doet Apituley weer een zware aanslag op het gemoed. Capriccio is een solowerk, dat ze met zigeunerachtige zwier speelt en Dream geeft antwoord op de vraag: wat komt harder binnen dan één altviool? Nou, vier altviolen dus. Het Amsterdam Viola Quartet roept met het werk van Cage een mengeling van troosteloosheid en troost, waarna Stravinsky's altvioolsolo de luisteraar onderdompelt in diepe treurnis. " (Erik Voermans, Het Parool; waardering: 4 uit 5 sterren)
"Schnittkes 1985 Viola Concerto charts a life-story that includes laughter and tears. Inevitably tragic, it ends with a funeral march where the interplay of soloist and orchestra seems a literal presentation of the death of body and spirit. Poignant echoes from the second movement a wildly energetic dance that sidesteps into dreamy waltztime heighten the sense of dissolution. Most abstract of the three movements is the first, its dark chromaticisms shared by the terse Monologue of 1989. Zimmermann finds poetry in the anguish, ameliorating the bleakness of this fragile sonata movement with warm, vigorous playing. High temperature in Kopytmans Cantus V is inherent in the score: colourful and dynamic, with subtle, whispering textures, like Bartókian night music on fast-forward. The Jerusalem Symphony Orchestra is impeccable under Shallons direction in a recording that maintains truth to nature." (Nicholas Williams, BBC Music Magazine; 5 uit 5 sterren voor uitvoering én registratie)
Altviool/accordeon-duo, bestaande uit de Turkse Esra Pehlivanli en de Duitser Marko Kassl. Ze ontmoetten elkaar tijdens hun opleiding in Nederland en besloten na een gezamenlijk optreden een duo te vormen. Op 18 september 2011 is te gast in Vrije Geluiden, op 17 november 2011 bij Stg. Kamermuziek Almelo in Hof88 te Almelo (volg de links). Op deze CD staan zes recente composities die veelal speciaal voor het duo zijn geschreven. Een van die werken is "Falsche Tango" van Nico Huijbregts. In 2005 zegt de beroemde Argentijns bandoneonist Dino Saluzzi tijdens het festival Jazz op het Dak in Amsterdam: Op een bepaald moment verscheen de agressiviteit in de tango. Als een militaire mars. Wie heeft dat bedacht? Ik weet niet waar dat militaire, agressieve vandaan komt, maar dit is fout. Dat is niet onze muziek. De fantasie van Huijbregts raakte hier door geprikkeld. Het is de scherpe tegenstelling tussen het mars-achtige militaire en het zoete, zangerige, melancholieke dat de basis vormt voor zijn Falsche Tango.
Susanne van Els is gestopt als altvioliste van Asko|Schönberg. Ze heeft een leidende functie geaccepteerd bij het Haags conservatorium en neemt afscheid met dit album. Daarop werken voor altviool en ensemble van twee talentvolle jonge componisten waar de namen al een tijdje van rondgonzen: Mayke Nas en Reza Namavar. Verder een stuk voor solo-altviool van de helaas te vroeg overleden Jan van Vlijmen en het al eerder op CD uitgebrachte Meme voor twee altviolen en ensemble van Willem Jeths. Ofwel een zeer afwisselend album vol hedendaagse werken voor altviool, waaruit blijkt dat óók in moderne muziek de warmte van dit instrument goed tot recht kan komen.
Lawrence Power speelt op 10 oktober 2009 met het Amsterdam Sinfonietta in het Muziekcentrum, Enschede. Hij speelt dan overigens geen werken van deze CD, maar hij oogstte veel lof met het ontsluiten van werken van minder bekende Britse componisten als Bowen en Forsyth. ClassicsToday beloonde deze CD met twee tienen: "Both of these concertos were written in the first decade of the last century for Lionel Tertis, the great British violist, and both are quite marvelous. The more conservative and marginally earlier of the two (1904 as opposed to 1908) is Cecil Forsyth's, recalling Bruch and Dvorák. It's excellently orchestrated and finely written for the soloist. Lawrence Power brings plenty of energy and character to the solo part. Anyone familiar with York Bowen's piano and chamber music will not be surprised by the excellence of his Viola Concerto, even though he was only 24 when he wrote it. The style is closer to that of Bax and Bantock, with a shimmer of impressionism here and there." (David Hurwitz)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.