"In zijn essay A Mozart Player Gives Himself Advise schrijft de pianist Alfred Brendel weinig geduld te hebben met collegas die Mozarts pianoconcerten in een zoetgevooisde pianoklank smoren, alsof de componist achter zijn schrijftafel devoot opkeek naar een Madonna van Rafael. Brendel betoogt dat Mozart componeerde met een vlijmscherp intellect en de pianist recht moet doen aan de complexiteit en ideeënrijkdom in de pianoconcerten. Dat hij zelf het goede voorbeeld kan geven, bewees hij in zijn complete cyclus met de Academy of St Martin in the Field en Neville Marriner." (Dimitri van der Werf, Klassieke Zaken)
Luister-10, juli 2014: "Gounod schreef 4 grotere werken voor pedaalpiano, die net als het orgel een met de voeten te bedienen klavier heeft. Het werd eind 18de eeuw ontworpen als studie-instrument voor organisten. Halverwege de 19de eeuw raakte 't uit beeld. De grote verrassing hier is het langzame deel uit het concert in Es, waarin de klank van het instrument zich in een heerlijk romantisch thema prachtig ontwikkelt. Een enkel stuk, zoals de 'Fantasie sur l'hymne national russe' is wel erg dik aangezet, maar het instrument schittert in haar grote klankrijkdom zonder terughoudendheid. Gounod zette stevige orkestpartijen onder de virtuoze, technisch moeilijke en uitdagende solopartijen. Solist en orkest spelen ze met verve. Het door en door muzikale, aangename karakter van de muziek en vooral de haast ongegeneerde wijze waarop de componist experimenteert met de grote mogelijkheden van de pedaalpiano en de manier waarop pianist en orkest 'los' gaan, brengen een glimlach op je gezicht." (Marjolijn Sengers)
Luister 10 maart/april 2014: "Een live-opname mét applaus. En ja: dit is meeslepend. In Rachmaninovs Derde pianoconcert verrast Yuja Wang aldoor met haar onberispelijke techniek, subtiele timing, inlevingsvermogen en bekoorlijke, soms vlinderlichte aanslag. Maar ze kan evengoed flink gas geven, onverwachte speldenprikken uitdelen, een watervlug crescendo uit haar mouw schudden en kent haar plaats als het de beurt aan het orkest is. Gustavo Dudamel heeft de verschillende orkestregisters voortreffelijk uitgewerkt: de kleuren worden prachtig afgewogen en gemengd. Wat is hij toch ver gekomen met zijn Venezuelanen! Maar wat de CD écht bijzonder maakt is de uitzonderlijke eenheid tussen soliste en orkest. De geesten lijken werkelijk één van hart en ziel, en vertellen samen een boeiend verhaal van opzwepen en verdromen. Ook in Prokofjevs Tweede pianoconcert wordt de onderliggende sfeer - onwerkelijk, grotesk, morbide - prima getroffen. De intensiteit, coherentie, muzikaliteit: weinig meer te wensen." (Maurice Wiche)
"Sinds geruime tijd is dit weer een opname waarin de Amerikaanse pianist Nelson Freire twee niet de geringste pianoconcerten speelt. Mogelijk dat de samenwerking van een gerijpte pianist en een Italiaanse dirigent het nodige bijdraagt aan hun ongeforceerde haast zangerige karakter dat deze vertolkingen kenmerkt zonder dat Brahms' heroïek in de knel komt. Dat het om een live-opname (zonder stoorgeluiden en foutjes) gaat, zal ook wel aan het fraaie resultaat hebben bijgedragen. Zo worden de complexe en unieke facetten van deze werken meteen keurig onder één noemer gebracht. Chailly zorgt netjes dat de roerige dwarsstromingen van de orkestpartijen noot geforceerd aandoen. Freire ontdekt in het eerste concert gelukkig ook veel poëzie, maar verwaarloost de strijdbare kanten niet. Ook het tweede concert verloopt zonder opgelegde druk en klinkt breed, herfstig, overpeinzend maar ook majestueus. En Chailly legt de orkestpartijen mooi open in een bij vlagen kamermuzikale attitude." (Jan de Kruijff, Musicalifeiten)
"Hij moet nog 24 worden, Jan Lisiecki, de Canadese pianist van Poolse afkomst, maar wat een grote klasse en stijl toont hij in deze muziek van Mendelssohn. Het mag gezegd dat ze bij Deutsche Grammophon nog altijd een uitstekende neus voor jong talent hebben! Wat maakt deze Mendelssohn van Lisiecki zo bijzonder? Er zijn om te beginnen zijn indrukwekkende techniek (in de hoekdelen van de concerto's en in het rondo capriccioso) en zijn delicate en bevlogen, maar altijd beheerste stijl (luister bijvoorbeeld naar begin van de variations sérieuses). Maar daarnaast speelt hij ook, bijvoorbeeld in de trage delen van de concerto's, met een grote poëtische gevoeligheid en helderheid. n de concerto's krijgt Lisiecki het gezelschap van het bekende, maar de afgelopen jaren hier wat vergeten Orpheus Chamber Orchestra, een ensemble uit New York dat altijd zonder dirigent speelt. Dit orkest heeft voor deze muziek precies de juiste grootte, en het zorgt voor krachtige en enthousiaste begeleidingen." (Bart Tijskens, klara.be)
"Moedig: het Concert voor 2 piano's en orkest van Poulenc en een nieuw, zeker in Turkije spraakmakend werk voor piano vierhandig van Fazil Say is geen repertoire waarvoor iedereen meteen warmloopt. Misschien voor Le carnaval des animaux van Saint-Saëns, al is dat wel al alomtegenwoordig. Ook moedig: werken met dirigent Stéphane Denève. Hij was, aldus Peter Buwalda in het CD-boekje, zo'n 5 jaar geleden uiterst kritisch toen hij Poulenc met de Jussens uitvoerde. De broers speelden het concert al sinds hun jongste jaren, maar Denève vond diverse fouten. In die zin is deze opname met het op het scherp van de snede spelende Koninklijk Concertgebouworkest een revanche. De Jussens spelen het concert net als de pareltjes van Saint-Saëns met groot gevoel voor drama en humor. Het speciaal voor de Jussens geschreven Night van Say is van een ander kaliber. Donker, dreigend, spannend, vol effecten en toch meeslepend. Een statement. De broers zijn met behoud van 'the child within' nu volwassen." (Paul Janssen, Luister)
Luister-10 in januari 2014: "Mooi fel, strak en fijnzinnig spel in uitvoeringen van twee van Mozarts populairste pianoconcerten door Ronald Brautigam en de Kölner Akademie. Het gaat hier om uitzonderlijke concert in d waar Beethoven ongetwijfeld inspiratie aan ontleend heeft en het gerijpte laatste concert, in Bes, voltooid kort voor zijn dood. De combinatie van het puntige, beweeglijke klavierspel in dialoog met een al even wendbaar orkest is helemaal in lijn het het beeld dat we nu hebben van hoe Mozart moet klinken - als we kiezen voor de middelen die hem ter beschikking stonden. In de tutti flonkert de fortepiano met virtuoze notenreeksen in de samenklank, in de soli zijn het de kamermuzikale samenspraken met de blazers die blijven verrassen. Brautigam tekent voor fantasievolle cadenzen in KV 466 en, respectvol, voor die van Mozart zelf in KV 595. In de orkestklank valt de subtiele baslijn op. Prachtig, vooral in de zachte passages. De opname ehlpt, de balans is perfect." (Hans Quant)
"Het eveneens in Zeeland gevestigde Xenakis Ensemble voerde Eisengas Piano Concerto uit in Japan, maar in eigen land deed zijn naam nog niet overal een belletje rinkelen. Dat gaat veranderen met de cd Rose Roads City Lines, een verzameling recente werken in verschillende bezettingen. Simeon ten Holt meets Yann Tiersen, zo beveelt een stickertje op de cd-verpakking aan. En ook het boekje rept van alle invloeden in Eisengas muziek: van twaalftoonstechniek tot oosterse structuren. Met die schatplichtigheid valt het gelukkig alleszins mee. Eisenga heeft zijn eigen geluid gevonden binnen de beperkte speelruimte van de herhalingstechniek. Misschien dat City Lines nog het meest doet denken aan de zinnelijke Ten Holt. De uitvoering van Eisengas tederzoete welluidendheid door het Francius B. Quartet en pianist Gerard Bouwhuis is kleurrijk en subliem." (Trouw)
"De Rus Grigory Sokolov is van de bekendste pianisten. Mei 2017 is hij voor de 19de(!) maal in het Amsterdamse Concertgebouw te bewonderen in de serie Meesterpianisten als enige pianist is hij er ieder seizoen te gast. Met orkesten speelt hij niet meer, waardoor dit een zeer welkome uitgave is. Het meest recent is de opname van het 23ste Pianoconcert van Mozart met het prachtig spelende Mahler Chamber Orchestra (Salzburg, 2005). Nog indrukwekkender is het Derde pianoconcert van Rachmaninov, opgenomen tijdens de BBC Proms in 1995. Sokolov koppelt hier welhaast brute kracht aan totale beheersing van de partituur en overvleugelt het BBC Philharmonic Orchestra." (Henri Drost, Platomania) De DVD bevat een documentaire (1 uur lang) die een unieke kijk op Sokolovs biedt. Filmmaakster Nadya Zhdanova sprak met diverse vrienden en collega's - én ze mocht materiaal uit Sokolovs archieven gebruiken. Ze ontdekte nooit eerder vertoond materiaal, waaronder beelden van de Tsjaikovski Competitie in 1966 (die Sokolov won).
Met o.a. haar beroemde 1967-opname van het Pianoconcert in G van Ravel. Sinds Arturo Benedetti Michelangeli's opname uit de jaren 50 wilde niemand nog een andere versie van dit concert horen. Maar toen kwam Martha Argerich, even in de twintig, als een wilde amazone binnensteromen. Zij heeft dit concert, één van haar favoriten, enkele malen vastgelegd, maar de eerste versie van 1967 met Claudio Abbado en de Berliner Philharmoniker, gekoppeld aanProkofjevs Derde concert, geldt als onovertroffen. Argerich en Abbado; ze beleefden in die tijd allebei de eerste fase van wat een langdurige zegetocht door het internationale muziekleven zou worden. Daarbij kwam de samenwerking met de Berliner PHilharmoniker, die een ware droomcombinatie opleverde. Ergerichs overrompelende RAvel-uitvoering, met frenetieke toccata-passages tegenover vederlichte, poëtische klanken, is bijna een halve eeuw lang in diverse gedaanten weer opgedoken (zoals in deze box, waarin ook een latere opname te vinden is, HB)." (Aad vd Ven, Luister)
Opnamen met dirigent Carlos Kleiber (Dvorak) uit 1976 en Lovor von Matacic (Grieg en Schumann) uit 1974, prachtig geremasterd voor deze luxe hybride stereo-SACD-uitgave. "While there have many recordings of the Grieg and the Schumann concerto, there have never been better performances than these by Sviatoslav Richter. His combination of strength and delicacy, of force and tenderness in the Grieg concerto has never been equaled. From the crashing chords of the opening through to the ethereal melodic heights of the close, Richter not only makes the piece sound like the best piece Grieg ever wrote, he makes it sound like a better piece than Grieg ever wrote. And his Schumann concerto is even better: powerful and whimsical, dramatic and epic, strong-willed and soft-hearted, it is ideal Schumann playing. Lovro von Matacic is a muscular and sympathetic accompanist, and the Monte Carlo Philharmonic Orchestra plays more than adequately if less than splendidly." (James Leonard, Allmusic; waardering: 5 uit 5 sterren)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.