Gounod was er van overtuigd dat zijn opera Mireille uit 1864 minstens zo'n groot succes zou hebben als Faust uit 1859. Helaas dacht het publiek daar anders over en de opera verdween snel van het repertoire in de operahuizen. Inmiddels bestaat er een goede reconstructie van deze opera en neemt het succes toe. Het verhaal is gebaseerd op een bekend gedicht afkomstig uit de Provence van Frederic Mistral: Mireio. Gounod wilde een eerbetoon schrijven aan deze streek. Het verhaal gaat over liefde en dood tussen twee mensen van verschillende sociale afkomst. De tyrannieke vader van Mireille staat haar geen relatie toe met de arme Vincent. Na veel strijd en verdriet sterft Mireille uiteindelijk. (...) (muziekweb.nl)
Hervé Niquet conducts with considerable elegance and panache. There’s plenty of clear yet sensuous detail in the Rouen orchestra’s playing, and the choral singing, from Niquet’s own Concert Spirituel choir, is first rate. The title-role is tricky. Saint-Saëns intended it for Emma Calvé, a noted Carmen, though the Opéra-Comique management insisted on Sibyl Sanderson, later the creator of Thaïs, for whom Saint-Saëns added some vertiginous coloratura, which was her speciality. Florie Valiquette’s voice is sweet rather than overtly sensual but she has a nice line in discreet innuendo, and that coloratura is effortless, seductive and exactingly precise. Cyrille Dubois, in another high-lying role, is her stylish Nicias, silky toned and – rightly – a bit vapid (...)|
La Cenerentola is een opera in twee bedrijven van de componist Gioachino Rossini (1792-1868). Het libretto werd geschreven door Jacopo Ferretti, naar het sprookje Assepoester van Charles Perrault. De eerste opvoering vond plaats in Rome (Teatro Valle) op 25 januari 1817.|
Un ballo in maschera (slotscène). Un ballo in maschera (Een gemaskerd bal) is een opera in drie bedrijven van Giuseppe Verdi op een Italiaans libretto van Antonio Somma. De première vond plaats in het Teatro Apollo in Rome op 17 februari 1859. De opera is gebaseerd op de moord op koning Gustaaf III van Zweden, maar is vanuit historisch oogpunt gezien niet geheel accuraat. Tijdens de compositie werd Verdi door censuur van regeringswege nadrukkelijk verzocht wijzigingen aan te brengen vanwege het politiek gevoelige karakter ervan. Ondanks het tragische einde heeft Un ballo in maschera vele briljante momenten en de nodige ironie die met een komedie geassocieerd worden – een mengeling waardoor de critici het nogal eens "Shakespeareaans" plegen te noemen. (...)|
Giuseppe Verdi, zoon van een herbergier, wordt beschouwd als de belangrijkste en populairste operacomponist van Italië. Maar weinig componisten hebben zo goed een balans kunnen vinden tussen artistieke idealen en commerciële belangen. Verdi is de componist van hits als La donna è mobile en het Slavenkoor. Hij wist dat hij altijd 'iets voor de orgeldraaier' moest componeren, wilde hij dat een opera succesvol was. Hij waakte ervoor het publiek te vervelen. Vooral zijn vroege werken worden gekenmerkt door een sterke ritmiek die zijn opera’s een sterk vooruit stuwende kracht verlenen. Een bekend voorbeeld is Il trovatore. (...)|
Gioachino Rossini werd in 1792 geboren in Pesaro als zoon van een hoornist en een operazangeres. Zijn jeugd bracht hij door in het operatheater en op veertienjarige leeftijd ging hij compositie studeren in Bologna, waar hij onderwijs kreeg in strikt contrapunt. Spoedig componeerde Rossini de ene opera na de andere: zijn beroemde komische opera's (waaronder Il Barbiere di Siviglia) toen hij begin twintig was, de meeste van zijn serieuze opera's in Napels toen hij eind twintig was. Rossini's meeslepende ritmische muziek met zijn orkestrale uitbundigheid en coloratuurvuurwerk veroverde de wereld, tot ergernis van academici en critici. Hij was eenendertig toen hij Italië verliet voor Londen en Parijs. Zijn succes daar maakte hem puissant rijk. In Parijs componeerde Rossini nog een paar opera's en toen werd het stil. (...) (Muziekweb)
Hardcover boek in A5-formaat met Frans- en Engelstalige essays over de opera. "(...) Dirigent György Vashegyi ontlokt soms aan het Hongaars Nationaal Philharmonisch Orkest een suggestie van dramatiek die meer past bij de Opéra dan bij de Opéra Comique, terwijl hij in het begin van het eerste bedrijf ook een hoger tempo neemt dan gebruikelijk is. Zodra Werther het toneel betreedt lijkt het echter of hij zich helemaal in dienst stelt van het drama van de hoofdpersoon. Het resultaat is een fraai samenspel, al blijf ik in het orkest toch iets van een typisch Franse klankkleur missen." (opusklassiek.nl)
La forza del destino (De kracht van het noodlot) is een opera van Giuseppe Verdi op een Italiaans libretto geschreven door Francesco Maria Piave, gebaseerd op een Spaans drama, Don Alvaro o La Fuerza de Sino (1835) van Ángel de Saavedra, Duque de Rivas en een scène uit Friedrich Schillers Wallensteins Lager. De opera werd voor het eerst uitgevoerd in het Bolsjojtheater in Sint-Petersburg, Rusland, op 10 november 1862. Verdi maakte nog een aantal wijzigingen en Antonio Ghislanzoni een aantal aanvullingen. De hierdoor ontstane versie, die haar première beleefde in het Teatro alla Scala in Milaan op 27 februari 1869, is uiteindelijk de standaard geworden die tegenwoordig wordt uitgevoerd. De belangrijkste wijzigingen waren een nieuwe ouverture (als vervanging van een korte prelude) en de toevoeging van een laatste scène in het derde bedrijf, na het duel tussen Carlos en Alvaro en ten slotte een nieuw slot, waarin Alvaro blijft leven in plaats van zichzelf van de rotsen te gooien.|
Cavalleria rusticana (Boerse ridderlijkheid) is een opera in één bedrijf van Pietro Mascagni, gebaseerd op het gelijknamige werk van Giovanni Verga. De opera kreeg de eerste prijs in een door de Milanese uitgever Songogno geïnitieerde wedstrijd van eenakters. De première vond plaats op 17 mei 1890. De componist verwierf hiermee grote bekendheid. Het werk neemt nog steeds een vaste plaats in in het huidige operarepertoire. Hoewel het een jeugdwerk is, heeft Mascagni zichzelf nooit meer kunnen overtreffen en is het aldus het enige werk waarom de componist wordt herinnerd. De opera behoort tot het verisme.|
Few conductors excite such widely contrasted opinions as Giuseppe Sinopoli, and I am sure that this electrifying new set of Macbeth will add fuel to the fire of argument. Anyone not prepared for anew experience, with new detail revealed, who insists on traditional views, is unlikely to enjoy it. On one level Sinopoli is constantly calling attention to this or that detail in the score whether in phrasing, dynamic or tempo, and for those who are resistent that may be distracting. But what this latest recording triumphantly confirms, the more so in relation to two such outstanding and powerful sets as those listed above, is the extraordinary voltage of intensity that Sinopoli regularly creates even—or perhaps particularly—in the recording studio. (...)|
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.