"Met een pak prima songs op zak vlogen ze voor dit album naar Joshua Tree in Californië, meer bepaald de Rancho De La Luna-studio, maar zonder instrumenten. Dat ze hier op die van hun helden spelen, dat hoor je natuurlijk niet echt, al zal dat vast een extra positieve vibe teweeggebracht hebben. Het belangrijkste verschil met debuut "In Between Borderlines" (2023) zit in de dynamiek en de getoonde lef om hier ook andere paden te bewandelen. Twee kanten op zelfs; de ene meer richting noisy hardcore want in "I Think I’ve Gone Slowly Insane" wordt harder gekrijst dan ooit, de andere richting experiment, in zachtere, tragere songs als "Hollow" en een met louter piano en zang gebrachte titelsong. Missie geslaagd." (OOR)
"Het zelfbewuste en trefzekere English Teacher springt eruit tussen de Britse postpunkdebutanten. De band uit Leeds, blijkt zich op het volwaardige debuutalbum "This Could Be Texas" sterk te hebben doorontwikkeld. Opener "Albatross" is bijna progrock en maakt direct duidelijk: wij laten ons niet labelen. Opvallend is de wat barokke inzet van piano en strijkers in verschillende nummers, zoals "Mastermind Specialism" en de titelsong. English Teacher klinkt zelfbewust en trefzeker, volkomen overtuigd van het eigen verhaal, zowel in muziek als in voordracht. Die komt voor rekening van frontvrouw Lily Fontaine, die praatzingt, maar ook écht kan zingen. Fontaine is zo’n verteller die de aandacht simpelweg opeist, bijvoorbeeld als ze je in "Albert Road" rondleidt door Leeds en daar, als jonge vrouw van kleur, terloops post-Brexit-racisme ervaart: ‘Don’t take their prejudice to heart/ They hate everyone’." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Punkrockband Idles slaat met "Tangk" nieuwe muzikale wegen in. Verfrissend. Zanger Joe Talbot van de Britse punkrockband Idles wilde de inhoud en sound van zijn band op het vijfde album wat verbreden. Niet alleen maar muzikale woede-uitbarstingen over al het onrecht om hem heen – al was Idles daar wél erg goed in. Nee, op "Tangk" bezingt Talbot met allerlei invalshoeken het fenomeen liefde. Om de nieuwe thematiek muzikaal luister bij te zetten vroeg Idles Nigel Godrich, bekend van Radiohead, als producer. De samenwerking pakt goed uit in nummers als "Pop Pop Pop" en "Gift Horse", die een wat opener geluid krijgen, met meer aandacht en ruimte voor subtiliteiten en details. Goed ook om Talbot in "A Gospel", begeleid door een piano, eens niet te horen schreeuwzingen. Die tedere Talbot hadden we op "Tangk" wat meer willen horen. Het is duidelijk nog even zoeken op dit transitiealbum." (Volkskrant; 3 uit 5 sterren)
"Wat is toch de magie van The Windmill in Brixton? Het droef ogende gebouwtje in een al even desolate buurt is de bakermat van de South London Scene en daarmee van een hele rij onconventionele bands zoals Squid, black midi, Goat Girl, Black Country, New Road, Sorry, Fat White Family en dus Shame. Het resultaat is een Shame-album dat vanzelfsprekend en vertrouwd aanvoelt, als een lekker zittende, ietwat gerafelde jas. Ingekapseld tussen de toegankelijke opener "Fingers Of Steel" en de verdraaid fijne hekkensluiter "All The People" biedt "Food For Worms" genoeg dwarse, knarsende en schurende tracks voor postpunkers van het eerste uur." (OOR)
"Van alle rockbands die de laatste jaren op de scène verschenen is het uit Brighton afkomstige Squid ongetwijfeld een van de spannendste. Het vijftal brak in 2021 door met het fenomenale debuut "Bright Green Field" en heeft intussen ook een stevige livereputatie opgebouwd. De band rond zanger-drummer Ollie Judge wordt dan wel tot de postpunk en artrock gerekend, maar eigenlijk laten ze zich allerminst in hokjes duwen. Zo hebben ze zich van in het begin onderscheiden van concullega’s door een radicale mix van ideeën en genres bij elkaar te gooien. Met succes, want hun debuut scoorde bijzonder sterk in allerhande eindejaarslijstjes. Toen eerder dit jaar de heerlijke nieuwe single “Swing (In A Dream)” werd uitgebracht en het nieuwe album "O Monolith" werd aangekondigd, begon iedereen natuurlijk reikhalzend uit te kijken naar die nieuwe langspeler." (Dansende Beren; 4 uit 5 sterren)
"Behalve de meest fascinerende is Dry Cleaning misschien ook wel de meest raadselachtige Britse postpunkband van het moment. Vooral live openbaart zich dat: een ‘zangeres’ die dingen ziet die wij niet zien, begeleid door een band die dingen hoort die wij niet horen. Florence Shaw lijkt – ogen wijd opengesperd – voortdurend in een geheel eigen biosfeer te verkeren, die ze becommentarieert in wonderlijke, soms dadaïstische zinnen. Gesproken zinnen, let wel, want aan zingen doet ze niet.De drie muzikanten doen hun werk in wéér een andere bubbel: een voor ons onhoorbaar universum waarin ze gewoon een échte zangeres hebben, die aan melodieën, coupletten en refreinen doet. Alles aan hun muziek – akkoordenwisselingen, modulaties, breaks – wijst daarop. Waarbij gitarist Tom Dowse overigens een geheel eigen rol heeft: die van de figuratief spelende improvisator, die waarschijnlijk wéér andere dingen hoort en voelt dan alle anderen. We zeiden het al: fascinerende maar raadselachtige band." (OOR)|
"De titel "Formal Growth In The Desert" staat voor de afgestorven onvruchtbare woestijnvlakte. De fase van na het verval, leven in het niets. De mensheid is een stuurloze mierenkolonie, zonder een daadkrachtige regerende koningin. Levenloze zielen in spookstad Detroit City. Het monddode geweten, Joe Casey is een spreekbuis die deze nietszeggendheid snoeihard verwoordt. "Formal Growth In The Desert" gaat van de onverwachte wendingen uit. De destructieve kracht laat zijn sporen achter. Hoe we de rotzooi overleven is niet langer meer de vraag. Die puinhoop vormt de nieuwe uitzichtloze bestaansbodem. Zonder muziek is er tijdens de pandemie geen bestaansrecht, de dood wacht zijn moment af om Protomartyr definitief op te eisen. De stroperige baspartijen van Scott Davidson vervangen de loslatende lijmresten uit het verleden door een nieuw laagje troost." (Written in Music; 4.5 uit 5 sterren)
"Inspiratie kwam kennelijk van, zo zeggen ze zelf, muziek die rond de eeuwwisseling cutting edge was: de militante electroplaat XTRMNTR van Primal Scream, The Contino Sessions van Death In Vegas, maar ook oud werk van Sonic Youth en de Pixies. Dat kan slechter. Je hoort het vooral terug in het soms Spartaanse maar net zo vaak opvallend noisy sound design. In elk geval niet in het songmateriaal of de melodieën, want op dat gebied is de werkwijze niet zoveel veranderd: Grian Chatten staat weer in repeteermodus, naar vastomlijnde coupletten of refreinen is het lastig zoeken (een aantal songs blijft dan ook simpelweg niet hangen) en lekker broeierig voortdrammende indierock – meestal in midtempo – is de default setting." (OOR)
"Bar Italia wordt al een tijdje geschaard onder de grote beloften van de Britse popmuziek, maar op de twee eerder verschenen mini-albums van de band kwam dit er nog niet helemaal uit. Op debuutalbum "Tracey Denim" zet de band uit Londen echter een flinke stap. De muziek van Bar Italia bevat flink wat invloeden uit de postpunk, maar "Tracey Denim" bevat ook invloeden uit minstens een handvol omliggende genres. De muziek van de band is meer ingetogen dan gebruikelijk in deze genres en Bar Italia zoekt bovendien nadrukkelijk het experiment en doet dit zowel in de instrumentatie en de songstructuren als in de zang die afwisselend van Nina Cristante en Tarik Fehmi komt. "Tracey Denim" is een album dat je even op je in moet laten werken, maar al snel blijkt de ene track nog mooier dan de andere en is de conclusie gerechtvaardigd dat Bar Italia de belofte dan eindelijk waar maakt." (Platomania)
""Het klopt misschien dat alle jonge postpunkbandjes waar producer Dan Carey zich mee bemoeit in goud veranderen, maar hij vist ook wel feilloos het talent uit de ruif. The Lounge Society sluit aan in de rij bij Fontaines D.C., Wet Leg, Black Midi, Kae Tempest en de band waar ze de meeste gelijkenis mee hebben, Squid. Het is vrijwel onmogelijk geen parallel te trekken tussen de urgentie van de elf nummers van debuutalbum Tired Of Liberty en de herkomst van de band. Hebden Bridge ligt op het laagste punt van het door overstromingen geteisterde West-Yorkshire. Het is altijd weer de vraag wanneer de River Calder het dorp verandert in een kolkende watermassa. Die voortdurende stress ? en misschien ook wel de frustratie ? klinkt uit de niet altijd even toegankelijke, gejaagde tracks en de felheid waarmee Cameron Davey zijn zwarte teksten uitspuugt. Maar wat is het allemaal weer allemachtig raak. ?You?re searching for purpose in the wastelands of your soul.?" (OOR)|"
"Toen zanger Isaac Wood uit de veel gehypete Britse band Black Country, New Road stapte, in de week van de release van hun tweede album "Ants From Up There" (2022), kwam dat voor de band als een minder grote verrassing dan voor het publiek. De overige bandleden waren al een tijd op de hoogte van zijn besluit en waren al voorzichtig bezig met nieuw materiaal, waarop bassist Tyler Hyde, saxofonist Lewis Evans en pianist May Kershaw beurtelings de leadvocalen op zich nemen. Uit respect voor Wood schrapte de band alle songs van de eerste twee albums uit het liverepertoire en ging afgelopen zomer op tour met gloednieuw werk. Dat is nu verzameld op "Live At Bush Hall", met daarop liveopnames van drie optredens in Londen, afgelopen december. Hoe Black Country, New Road 2.0 klinkt? Nog steeds uit z’n voegen barstend van muzikaal vakmanschap en veelzijdigheid, maar met wat minder surrealistische teksten en verwoestende intensiteit." (OOR)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.