"Mari Kodama celebrates the Bruckner bicentenary year with a collection of piano works, most of which are rarely heard. While some of them, such as the Fantasie, Erinnerung and Stille Betrachtung, reveal the serious symphonist and church composer, the many dances included on this album illuminate a lighter side of the composer. In general, hearing his approach to the piano enriches our understanding of this enigmatic genius. As much of the material was taken from study sketch books, these pieces allow us a look into the workshop of this ever-searching spirit. To Kodama, the Bruckner that appears from his works is in many ways more interesting than the various, cliché-ridden accounts of his life and character. Instead, Kodama aims to paint a nuanced Bruckner portrait, gaining in depth thanks to the original selection and perspective. (...)" (pentatonemusic.com)
"Wolf Harden vervolgt zijn overzicht van pianowerken van Busoni met dit voorlaatste deel in de serie. Met drie van Busoni's opvallend individuele Sonatina's, de Drei Albumblätter en meer." (klassiek.nl)
Anton? Dvor?s Po?ische toonschilderingen is een cyclus van stukken voor pianosolo. Deze cyclus is een minder bekend werk van de Tsjechische componist. Veel van Dvor?s pianocomposities worden vaak overschaduwd door zijn populaire symfonie? en kamermuziekwerken. Des te leuker dus dat Leif Ove Andsnes op Poetic Tone Pictures zijn licht laat schijnen op deze muziek. Dvor? laat een rijk palet aan verschillende stemmingen horen. Van romantisch en dromerig tot wild en furieus. Het album zit vol met heerlijke po?ische muziek waar niet alleen Dvor?-fans veel plezier aan zullen beleven.
De 24 stukken waaruit Rossini's zelfspot-titel "Quelques Riens"-collectie bestaat, zijn allesbehalve "kleine nietsjes". Ze zijn net zo geestig, origineel en bruisend van leven als de beste opera-inspiratiebronnen van de componist, en bovendien harmonisch en contrapuntisch avontuurlijker. Bekijk de aanstekelijke fugatische schrijfstijl in nr. 6 die een mooie aria-achtige reeks tussen haakjes zet, of de Chopinesque nr. 4 die lijkt op het liefdeskind van Chopins E mineur Prelude en Liszts Vall? d'Obermann. Evenmin beknibbelt Rossini op het virtuoze vuurwerk, zoals je zult horen in de vingerdraaiende runs en machete-achtige accenten van nr. 18, de meedogenloze linkshandig herhaalde akkoorden van nr. 18 (Prokofjev zou het hebben goedgekeurd!), of de ironische salon- getinte patronen sieren nrs. 13 en 15.|
"Antonín Dvorák’s solo piano works remain largely unknown today to musicians and music lovers, with the exception of those from the composer’s native country. However, they deserve to be highlighted due to their originality and wealth of inspiration. They unusually blend Slavic characteristics with American-born music, without forgetting strong roots in the Austro-German piano literature." (prestomusic.com)
"Perahia's account of the Impromptus is very special indeed. Directness of utterance and purity of spirit are of the essence here, with articulation of sparkling clarity. The recording is very good and truthful in timbre.". (The Penguin Guide to Compact Discs & DVDs).
Lauded in his lifetime and venerated for years after his death, recognition of Mendelssohn’s works has been more uneven since. During the later 19th century and the first half of the 20th questions were raised about his wealthy upbringing and his Jewish heritage. His music was banned by the Nazis and criticism of the so-called lightweight, fanciful, capricious emotions said to characterise his compositions compared unfavourably with the depth and struggle associated with music of the great masters. Even the sentimental titles given to many of his hugely popular Lieder ohne Worte (‘Songs without Words’) by publishers (not by him) helped confirm them as mere parlour music to some. However, since the 1970s new scholarship has restored much of Mendelssohn’s compositional prestige, in the process rediscovering many works never previously published. (CD-boekje)
Though he has recorded much else besides, Christopher Howell has performed particularly valuable work in recording the complete piano music of Stanford and Mackenzie. Now he turns his attention to Parry and a complete edition of his piano works beckons. Parry has received increasing attention on disc of late and the piano works too have been recorded before – but not all of them, which makes this series that much more valuable. Sonnets and Songs without Words, Book I is an example of a premiere recording in this inaugural volume. (...) (musicwebinternational.com)
Grigori Lipmanovitsj Sokolov (Leningrad, 18 april 1950), is een van oorsprong Russische concertpianist, die later de Spaanse nationaliteit verkreeg. Hij begon als vijfjarige met pianolessen en studeerde vanaf zijn zevende jaar aan het Conservatorium van Leningrad bij Leah Zelikhman en later bij Moishe Khalfin. Zijn eerste recital gaf hij als twaalfjarige in Moskou. In 1966 won hij, als nauwelijks serieus genomen verrassende outsider, de eerste prijs op het Internationaal Tsjaikovski-concours in Moskou. Daarbij was het oordeel van de jury, voorgezeten door Emil Gilels, unaniem. Sokolov speelt uitsluitend op Steinway-vleugels, model D-274. Sokolov weet veel van de mechaniek achter het bespelen van de vleugel. Hij laat de stemming van het instrument kort voor aanvang van het concert minutieus corrigeren. (...)
De componist Sergei Lyapunov is een vertegenwoordiger van de Russische pianoschool van de late 19e eeuw, die, ondanks opmerkelijke bijdragen, relatief weinig bekend is. Lyapunov's grote rolmodellen waren Franz Liszt en zijn briljante pianoschrijven, evenals Mili Balakirev, die hem gevoelig maakte voor Russische en Oosterse melodieën. De Milanese pianist Emanuele Delucchi selecteerde enkele van Lyapunovs belangrijkste pianowerken om zijn beheersing van sonatevorm en contrapunt naar voren te brengen met zijn heldere en reflectieve spel. (jpc.de)
Cziffra werd geboren in een arme familie. Zijn vader György Cziffra sr., cimbalomspeler, was van Roma-komaf, wat de leefomstandigheden van de familie niet gunstig beïnvloedde. Cziffra kwam op vijfjarige leeftijd in de grote belangstelling door volksmelodieën in cafés en circussen te spelen, iets wat hem overigens in zijn verdere carrière bleef achtervolgen en waar critici vaak op een negatieve manier gebruik van hebben gemaakt. Anderen zagen juist een buitengewoon wonderbaarlijk talent in hem. Cziffra werd vooral beroemd om zijn briljante, duizelingwekkende vertolkingen van de virtuoze werken van Franz Liszt, waaronder de Hongaarse Rapsodieën waar hij volgens menig kenner, net zoals Liszt, een 'aangeboren' affiniteit mee had. Ook vertolkte hij werken van Frédéric Chopin en Robert Schumann, waar hij veel lof voor oogstte. (...)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.