Catalogus

Nassau en Oranje in de Nederlandse geschiedenis (1979)

Friederike Sophie Wilhelmine, gemalin van den stadhouder Willem V, en Laurens Pieter van de Spiegel, raadpensionaris eerst van Zeeland, daarna van Holland, vlugtig geschetst (1868)

Geschiedenis van het leven, character en lotgevallen van wijlen Willem den Vijfden, prinse van Oranje en Nassau (1806-1809)

De Friessche volks-stem ([1782])

Aanspraak aan Willem de Vde erfstadhouder &c. &c. &c. ([1786])

Brief over de drostendiensten in Overyssel, door een heer uit Twenthe, aen een koopman te Amsterdam geschreven ([1778])

Aenspraek aen zyne doorl. hoogheid Willem V. Nederlands dierbaeren erfstadhouder, zynde een vervolg op 't vers, agter den tweden brief over de drostendiensten in Overyssel (1779)

Aan het volk van Nederland ([den 3. september 1781])

Uit de toel. op schutblad: "Dit boekje, in 1781 in verscheiden steden van Holland rondgestrooid, werd niet alleen door de Algemeene Staten als lasterlijk en oproerig verboden, maar zelfs een beloning van veertien duizend gulden op de ontdekking van deszelfs schrijver gesteld, doch zonder gevolg. Men houdt algemeen voor den schrijver F.A. van der Kemp, predikant der Doopsgezinden te Leiden ...". Zie voor de geweldige bewegingen die dit boekje verwekte, Stuart: Vervolg op Wagenaar, IVe deel, bl. 293-298."

Zaaklyke inhoud van de missive en memorie door zyne Hoogheid den heere prince van Orange en Nassau, aan hun hoogmogenden den 7. october 1782. [...] In zig behelzende een omstandige opening van hoogdeszelfs bestier als admiraal generaal van de unie (1782)

De vuile gewinzoekers ten toon gesteld, hunnen bedrieglyken handel gemeld, 't caracter der paskwilschryvers beschreeven, om aan de waereld van zulk volk een afschrik te geeven. Hun te dwingen van in hun schilp te kruipen, op dat ze behoed mogen blyven voor hangen of verzuipen, of and're benauwde stuipen. Blyspel in drie bedryven (1782)

Willem, of de wraakgierige stadhouder, treurspel. In drie bedryven. Uit het Nederduitsch prosa in versen gebragt, (1787)

De achtste maart 1791, of plegtige leerrede op den XLIIIsten geboortedag, en den XXVsten verjaardag der stadhouderlijke regeering van Willem den Vijfden [...] uitgesprooken, ten zelfden dage, in de groote kerk, te Rotterdam, ([1791])