Alle kinderen willen en kunnen spelen. Dat geldt ook voor kinderen die vaak druk zijn, overactief, getraumatiseerd, hoogbegaafd, oververmoeid, slechthorend, slechtziend, taalzwak, in zich zelf gekeerd, of te rustig zijn. En voor kinderen die zich gauw vervelen, vaak ruzie maken of krijgen. Kinderen laten spelen die een speciale vraag hebben, dat vraagt van ouders of leerkrachten een goed voorbereide omgeving voor dat kind. Aan welke voorwaarden kun je dan denken? De auteur komt met spelsuggesties en speelgoed-tips, maar ook de achtergrond van de vraag wordt beschreven. Daardoor krijg je als lezer inzicht in hoe de spelomgeving "uitnodigend en veilig" kan worden gemaakt. Zo uitnodigend dat kinderen de sterren van de hemel spelen. En dat is wat ze gezond maakt. - Bron: uitgeversinformatieInformatie over het antroposofische mensbeeld van de auteur (1965), over verschillende visies op spelontwikkeling, over waarnemen van spel en over wat volwassenen van kinderspel kunnen leren, met praktische voorbeelden van allerlei soorten kinderen: getraumatiseerd, hoogbegaafd, slechthorend/-ziend, introvert, verveeld of overactief.
Theorie met praktische voorbeelden over de spelontwikkeling van kinderen tot en met circa achttien jaar.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.