In de zeventiende eeuw werd tekenkunst ook wel de vader van de schilderkunst genoemd. De hoeveelheid tekeningen die in die eeuw is gemaakt is immens. Als jonge schilders hun opleiding bij een meesterschilder begonnen, moesten zij eerst het tekenen onder de knie krijgen. Maar ook ervaren schilders bleven oefenen in tekenen naar naaktmodel, of namen op hun tochten door het land schetsboeken mee om hun indrukken vast te leggen. Voor de compositie van veel schilderijen werden getekende voorstudies gebruikt. Tekeningen uit de zeventiende eeuw zijn steeds bewonderd, bestudeerd en verzameld. Niet van alle schilders zijn tekeningen bekend. Van sommigen, zoals Jan van Goyen, bleven er veel bewaard, maar van anderen, zoals Johannes Vermeer, kennen we er geen enkele. Vermoedelijk zijn veel tekeningen in de loop van de tijd verloren gegaan. Nu worden tekeningen bewaard in de prentenkabinetten van musea over de hele wereld en kunnen zij daar worden bekeken. Voor dit boek koos kunsthistoricus Jeroen Giltaij 167 tekeningen van 125 Hollandse kunstenaars uit de zeventiende eeuw. Rembrandt is met meesterwerken vertegenwoordigd. Maar er zin ook weinig bekende tekenaars gekozen, zoals Leendert van der Cooghen met zijn zelfportet ui 1653, dat is afgebeeld op de voorkant van dit boek.Overzicht in woord en beeld van de Nederlandse tekenkunst in de 17e eeuw. Met afbeeldingen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.