""Onze muziek is niet het resultaat van individueel talent, maar van de mix van de vele elementen die onze leden inbrengen." Daarom noemden ze hun zevende album: "Synergy". Het bijzondere is dat niet alleen de zeven bandleden een bijdrage leverden, maar ook diverse gastmuzikanten de muziek inkleurden met hun stem. Zo is bijvoorbeeld in het Nederlandstalige "Oog Om Oog" Spinvis te horen, Pitou in het Engelstalige "Dive" en Meral Polat in "Yeni Bin Yer". Deze Amsterdamse actrice is van Turks-Koerdische komaf en zingt in haar moedertaal. De groep is in 2009 ontstaan uit een jamsessie, geïnspireerd door afrobeat. Intussen is het bandgeluid minder blazers-georiënteerd en treden de synthesizers op de voorgrond. Dit is te horen op "Synergy". De muziek is er niet minder dansbaar op geworden. Dat bleek bij hun optreden op de mainstage van Lowlands. Een groep in volle bloei!" (Platomania)
Het steeds van samenstelling wisselende fusion-collectief Snarky Puppy rond bassist Michael League is vooral bekend van virtuoze instrumentale fusion en jazzrock. In 2013 zette men met een groep volvet klinkende soulzangeressen (waaronder Lalah Hathaway, de dochter van Donnie) dit programma in elkaar. Op North Sea Jazz 2014 werd een groot deel ervan gebracht, waarbij 3 zangeressen elkaar afwisselden in lead- en achtergrondpartijen. Lalah kwam voor de toegift ook nog opdraven: die was toch al met andere bands op North Sea Jazz. "De reputatie van het collectief uit New York is rijzende. De Maas, de één na grootste zaal op het festival, is bij het begin van het optreden al helemaal volgelopen. De zangeressen worden ieder 2 nummers in de spotlight gezet. De set swingt, schuurt en groovet aan alle kanten. Dit familie-diner smaakt naar meer." (Radio 6 over het North Sea Jazz-optreden) Al het materiaal op deze DVD/CD-set is, met 11 verschillende zangers, in een kleine week tijd geschreven, gerepeteerd en opgenomen.
"War's third album as an act separate from Eric Burdon was also far and away their most popular. The culmination of everything they'd been shooting for creatively on their two prior albums, it featured work in both succinct pop-accessible idioms ("The Cisco Kid," etc.) as well as challenging extended pieces such as the 13-minute "City, Country, City" and the title track, and encompass not only soul and funk but elements of blues and psychedelia on works such as the exquisite "Four Cornered Room." "The Cisco Kid" and "The World Is a Ghetto" understandably dominated the album's exposure, but there's much more to enjoy here, even decades on. Beyond the quality of the musicianship, the classy, forward-looking production has held up remarkably well, and not just on the most famous cuts here; indeed, "The World Is a Ghetto" is of a piece with Marvin Gaye's "What's Going On" and Curtis Mayfield's "Curtis", utilizing the most sophisticated studio techniques of the era." (Bruce Eder, Allmusic)
Tot twee keer toe stonden ze op North Sea: Een spetterende funk/soul-show met non-stop achter elkaar gespeelde hits. Perfect gespeeld, superstrak en zeer opwindend. Deze live-CD roept dat live-gevoel perfect op.
Concert uit de 2004 double bill-tour door de VS van Chicago en Earth, Wind & Fire. In eerste instantie ben je geneigd dit een vreemde combinatie te vinden: een grote swingende zwarte funkband (EW&F) samen met een band die wat bedaagde witteoudemannenmuziek speelt? Foute vooroordelen, zo blijkt al snel! En bovendien: als je wat meer nadenkt heb je al snel door dat er meer synergie tussen deze bands is dan je in eerste instantie denkt. Beide bands zijn namelijk beroemd geworden om hun spetterende blazerssectie, ook al waren die in de latere grote ballad-hits nauwelijks te horen. En dan is er Bill Champlin, die in de jaren zeventig vooral actief was als songschrijver en zo EW&F de hit "After The Love Has Gone" bezorgde. Begin jaren '80 sloot hij zich aan bij Chicago. Het mooie van dit spetterende concert is dat ongeveer 1/3 deel daadwerkelijk sámen gemusiceerd wordt: da's werkelijk knallen met meer dan 20 man op het podium! Het lijkt ons ook dat Chicago voor de gelegenheid funkier speelt dan gebruikelijk.
Verzameling van onder de vleugels van James Brown opererende zangeressen, die in de jaren '60 en '70 singles uitbrachten waar Brown bij betrokken was als schrijver, duet-zanger, muzikant, producer en/of arrangeur. Met o.a. Tammi Terrell, toen ze zich nog gewoon Tammy Montgomery (haar echte naam) noemde, Vicki Anderson en Lyn Collins. Naast soul en funk is er ook pure gospel te horen. "Over the decades, James Brown collaborated with, and encouraged, some of funk's leading ladies. During the '60s and early '70s in particular, every Brown show featured a 15- or 20-minute break when he would leave the stage, turning it over to a young female singer who'd perform her own mini set -- an event that became a tradition and an important part of the revue. It is these women who are collected across this marvelous and historically potent two-disc set. This is a crucial collection of the original women who rock -- the soul and funk divas who paved the way." (Amy Hanson, Allmusic; 4,5 uit 5 sterren)
"Wow, wat een leuke compilatie is dit! Het label Light in the Attic heeft weer een fijne selectie bij elkaar gezocht met bekende en minder bekende artiesten in het 'country funk'-genre. Zeventien ongepolijste pareltjes van Willie Nelson en Jackie DeShannon tot Jim Ford en Bill Wilson. Gestoken in prachtig artwork zoals we van dit label gewend. "Country Funk II" luistert alsof we te maken hebben met een soundtrack van een film die nog uitgebracht moet worden." (Menno Borst, Platomania; cijfer: 8)
"Met een kleine 20 miljoen verkochte exemplaren transformeerde "Purple Rain" (1984) Prince tot een megaster. Het originele album vinden we in deze omvangrijke heruitgave op de eerste schijf, maar voor de fans is vooral de tweede razend interessant met elf niet eerder uitgebrachte nummers uit the vault. Daaronder een soloversie van "Possessed", een studioversie van "Electric Intercourse", het tien minuten durende "We Can Fuck", "Katrinas Paper Dolls", "Our Destiny / Roadhouse Garden", "Wonderfull Ass" en "Velvet Kitty Cat". Opmerkelijk genoeg ontbreekt "Wednesday" dat indertijd zelfs al wel op een pre-release configuratie van "Purple Rain" stond. Op de derde schijf single edits en b-kantjes en een veel langere versie van "I Would Die 4 U" (overigens nog altijd een edit van de 20 minuten durende versie). Helaas ontbreekt de film, wel is bijgevoegd de DVD "Prince And The Revolution Live At The Carrier Dome, Syracuse", opgenomen tijdens de zeer omvangrijke "Purple Rain"-tour." (Henri Drost, Platomania)
"Vulfpeck is een Amerikaanse funkband opgericht in 2011 (met o.a. Cory Wong). Kenmerkend voor de band is hun minimale benadering van het funkgenre, waarbij de band inspiratie opdoet uit optredens van onder meer Curtis Mayfield en Bill Withers." (Wikipedia) "Het duidelijke hoogtepunt van het album is echter het waanzinnig aanstekelijke "Christmas in L.A.". Het nummer stond oorspronkelijk in instrumentale vorm op "Fugue State" uit 2014, maar is hier tekstueel verder uitgewerkt en is een van de meest aanstekelijke originele kerstnummers sinds Mariah Carey ons meer dan 20 jaar geleden vertelde wat ze allemaal voor kerst wilde hebben. Funky en puur popgenot, "Christmas in L.A." is de beste kans van de groep om door te breken naar een breder publiek. Uiteindelijk is "Thrill Of The Arts" in lijn met de logische progressie van de groep van smerige instrumentale funk tot gelikte R&B en bijna alle punten daartussen. Grappig, complex en eindeloos dansbaar, "Thrill Of The Arts" is een traktatie." (Spectrum Culture)
In navolging van de reissue van "One Nation Under A Groove" is dit de deluxe mediabook-versie van het uit 1979 afkomstige album "Uncle Jam". Het was het elfde studio album van Funkadelic en bevat de 15-minuten durende versie van de laatste hitsingle "(Not Just) Knee Deep" (later baseerde De La Soul "Me, Myself And I" op dit nummer, dat daarvoor ook gesampled werd, HB). Het album was tevens van grote invloed op de hiphop-scene, met name op de legendarische Uncle Jamms Army. Liner notes van de hand van John Masouri maken deze herziene versie compleet. (bron: Bertus)
"Manou Gallo werd in 1972 geboren in Divo aan de Ivoorkust. Schoolonderwijs was geen optie voor haar, omdat ze lange reizen moest maken om water uit de put te halen. In plaats daarvan greep ze naar alles wat een lekker geluid had om ritmes te maken. Op een dag zag ze voor het eerst een basgitaar en ze was er meteen verliefd op. Haar percussieve achtergrond is duidelijk terug te vinden in haar spel. In 2003 verhuisde ze naar België om er te gaan spelen (o.a. Zap Mama). Inmiddels is ze uitgegroeid tot een van de grote frontmensen van de Afro-Europese muziek, omdat ze de muziek van de Djiboi (de bewoners van haar geboortestreek) feilloos weet te combineren met moderne westerse muziek. Baslegende Bootsy Collins was zo onder de indruk van haar spel dat hij graag Afro Groove Queen wilde produceren. Onder zijn leiding haalde Gallo het maximale uit haar geluid in combinatie met funk, jazz, soul en blues." (Muziekbank TH)
"'Dirty gritty soul' is dezer dagen het motto van Sven Hammond en zelden eerder was dat zo van toepassing als op de keihard knallende opener "Caesar" van deze vijfde studioplaat van de band. Zowel het gierende orgel van Sven Figee als de gruizige stem van Ivan Peroti slaan je onverbiddelijk om de oren, ondersteund door ritmesectie Joost Kroon (drums) en Glenn Gaddum Jr. (bas). En gitarist Tim Eijmaal scheurt ook een flinke duit in de zak. Het tempo zakt nadien geleidelijk, maar de intensiteit neemt nimmer af. Dit totaal doorwrochte funk-, soul- en rockkwintet is inmiddels een van de boeiendste Nederlandse podiumsensaties en de vertaling daarvan naar plaat is al even subliem. Voor de variatie zijn er op het slot gastbijdragen van vocalisten Kris Berry en Markus Mann." (Kees Smallegange, Oor)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.