"De in juli 2014 overleden bassist Charlie Haden maakte voor het eerst naam in de band van Ornette Coleman. Samen bouwden ze zo tussen 1959 en 1961 de fundamenten voor de free jazz. Haden onderscheidde zich op de vroege platen van Coleman voor Atlantic door zijn buitengewoon vrijzinnige, maar altijd melodieuze basspel, iets wat misschien wel het mooist tot uiting kwam op het album "This Is Our Music" (1961). De plaat bevatte zeven nummers, maar tijdens de sessies eind juli 1960 werden er nog zestien opgenomen. Die verschenen in de jaren zeventig al eens op platen als "Twins" en het aanvankelijk alleen in Japan verschenen "To Whom Who Keeps A Record". Nu zijn ze door het Spaanse Essential Jazz Classics bij elkaar gevoegd en van heldere hoesteksten voorzien op deze dubbel-CD. Een stukje jazzgeschiedenis, geschreven rond een nog immer vitaal klinkend vijfsterrenalbum." (Gijsbert Kamer, Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
2002-remaster met 3 extra tracks (2 alternate takes en het niet eerder uit deze live-sessies uitgebrachte "Doughnuts"), door de legendarische engineer Rudy van Gelder (die overigens de originele sessie niet zelf opnam). Coleman (altsax) trad op met David Izenzon (bas) en Charles Moffett (drums). "Dit trio is de meest ondergewaardeerde van al z'n bands. Na kritische woorden van eerdere groepsleden Charlie Haden en Don Cherry over z'n muzikale inzichten, vond Coleman het tijd een nieuwe benadering van het fenomeen 'melodie' te ontwikkelen. Deze nieuwe ritmesectie blijkt daarvoor de perfecte teamspelers. Coleman was deze avond in Zweden in een speelse bui, zoals blijkt uit o.a. de wijze waarop hij quotes van standards verstopt in verder compleet geïmproviseerde solo's. "But it's on the closer, "Dawn," that the band gels as one inseparable, ethereal unit, cascading through scalar invention and chromatic interplay as if it were second nature." (allmusic)
Allmusic over de drie stukken op "The Music Of...": ""Forms and Sounds" is played by the Philadelphia Woodwind Quartet, with densities of melodies alternately free floating or played to an automaton pulse with bluesy, celebratory trumpet interludes by Coleman. "Space Flight" has flashes of unidentified fluttering things which suddenly disappear. It is performed by the Chamber Symphony of Philadelphia String Quartet." Over "Skies Over America": "This was Ornette's first attempt at employing his new harmolodic theory, whereby using modulation many players could solo at once using different keys. Although there are 21 tracks marked, this is a single unbroken work with many of the themes recurring -- either in that they had long been present in Ornette's musical iconography, or would become so. Coleman himself solos beautifully in the middle of the piece. This is loaded music: politically, emotionally, and also spiritually. It still rubs against the grain of Western harmonic principles in all the right ways."
Put voor driekwart uit baanbrekende werk van rond 1960, waarmee free jazz gedefinieerd werd. Uit de 'Free Jazz'-sessies is een oefentake genomen ipv de 2x langere albumversie ('First Take'). Ook met 4 tracks uit even controversiele 70's-werk.
Jazzpionier Ornette Coleman is op deze cd te horen met zijn elektrisch versterkt spelende band Prime Time - twee gitaren, twee bassen en twee drummers (waaronder zoon Denardo Coleman). Op 3 nummers speelt Jerry Garcia (Grateful Dead) de derde gitaar. "This CD is often quite exciting, if a bit messy." (Scott Yanow, Allmusic).
"Recorded a little over a month after his groundbreaking work "Free Jazz", this album found Coleman perhaps retrenching from that idea conceptually, but nonetheless plumbing his quartet music to ever greater heights of richness and creativity. This was the first recording of bassist Scott LaFaro with Coleman, and the difference between LaFaro and Charlie Haden is apparent from the first notes of "W.R.U." There's a more direct propulsion and limberness to his playing, and he can be heard driving Coleman and Don Cherry actively, more aggressively than Haden's warm, languid phrasing. The cuts, with titles derived from the works of Sigmund Freud, are all gems and serve as wonderful launching pads for the musicians' improvisations. Coleman, by this time, was very comfortable in extended pieces, never coming close to running out of ideas. This is also one of Ed Blackwell's finest performances. "Ornette!" is a superb release and a must for all his fans and of creatively improvised music." (Brian Olewnick, Allmusic)
2002-remaster met 3 extra tracks (alternate takes), door de legendarische engineer Rudy van Gelder (die overigens de originele sessie niet zelf opnam). Coleman (altsax) vormde indertijd een trio met David Izenzon (bas) en Charles Moffett (drums). Met dit trio trad hij twee weken op rij in Zweden op en het leeuwendeel van dit tweede deel is de dag na deel één opgenomen. En Coleman klinkt hier nog vuriger dan op de eerste. Meteen in het eerste nummer "Snowflake & Sunshine" pakt hij niet z'n meest vertrouwde plastic altsax, maar de viool, om iets verderop over te stappen op trompet en al snel weer terug te keren naar viool. Dat deed hij op North Sea 2007 ook, maar het lukt Coleman 42 jaar eerder wél om op deze instrumenten fikse muzikale spanning op te bouwen, over de fantasievol begeleidende Izenzon en Moffett. De rest van de set speelt Coleman 'gewoon' altsax in fascinerende modale freejazzstukken. (met quotes van allmusic.com)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.