Ligeti geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de na-oorlogse avant-garde, naast Boulez, Stockhausen, Berio en Xenakis. Hoewel de science-fiction-klassieker 2001: A Space Odyssey vooral de bekendheid van Strauss' Also sprach Zarathustra heeft bevorderd, is de meest indrukwekkende muziek van de film toch afkomstig van Ligeti (Atmosphères, Lux aeterna en het Requiem). Ligeti's sombere klanken konden ook voor vrolijker zaken worden aangewend: in zijn obscene en doodsverachtende opera 'Le Grand Macabre' zou hij op hilarische wijze de spot drijven met de griezeleffecten van de experimentele muziek. Ligeti's maniakale experimenten overschreden vaak de menselijke maat (denk aan de Etudes voor piano). Misschien was zijn meest consequente stuk wel de louter mechanische Poème Symphonique voor 100 langs elkaar heen tikkende metronooms. Naar verluidt werd de in Hilversum gemaakte opname van de première (1963) meteen in het archief weggestopt met de aantekening: verboden uit te zenden! (Muziekweb.nl)
"The Turkish pianist Idil Biret has made some celebrated Chopin and Brahms discs for Naxos but this disc represents something of a departure for her. That said, Ligeti's piano Etudes are, by and large, very much less intimidating than the composer's general press might have led you to expect. For those who have read about Ligeti's orchestral works and imagined some Takemitsu-like diffuseness, this music for piano may come as both a shock and a pleasant surprise. A genuine bargain, with performance and production matching the music every step of the way." (Neil Horner, Music Web International)
Opname: 2008
"Fourth in the Ligeti Project series, this remarkable disc includes works from various phases of Ligeti's career: the earliest, his Requiem, dating from the early '60s, and the later Hamburg Concerto, completed in 2002. Ligeti's Requiem, for soprano, mezzo, chorus, and orchestra, convincingly depicts an expanding, engulfing realm of despair, darkness, and hopelessness reminiscent of the sinister chaos of Hieronymus Bosch's apocalyptic paintings, from which the music, as Ligeti explained in the liner notes, derives some of its unsettling power. In this performance, the finely articulated levels of darkness that engulf the listener as ghostly tide appear thanks to the players' extraordinary affinity with the music, with an astonishing and even overwhelming clarity. Another extraordinary performance is the Hamburg Concerto for horn and orchestra". (Zoran Minderovic, Allmusic).
"Toen Teldec de onvoltooide Ligeti-integrale van Sony voortzette, werd er in eerste instantie werk gemaakt van de grote werken die nog niet waren opgenomen in de reeks. Dit is het vijfde en laatste deel van Teldecs project. Hoewel de CD de hoge standaard van de vorige afleveringen aanhoudt, lijken hier overschotjes te zijn samengevoegd. Vandaar dat de uitgebreidste stukken op de CD liveopnames van Aventures en Nouvelles aventures zijn (Ligeti's gedurfdste partituren), naast een overbodig arrangement voor accordeon van acht delen uit Musica ricercata. De kwaliteiten van de Aventures die Reinbert de Leeuw dirigeert, met de crème van de Britse avant-gardezangers (Sarah Leonard, Linda Hirst, Omar Ebrahim), staan buiten kijf. Het elektronische Artikulation en de Cellosonate zijn cruciaal om de overgang te documenteren van het post-Bartókfolklorisme uit Ligeti's Hongaarse periode naar westerse avant-garde toen hij gevlucht was naar Duitsland. Daarbovenop bevat de CD nog enkele charmante jeugdwerken." (De Standaard)
"A crucial disc for Ligetians old and new; an ideal overview of the composers work and an introduction to his music. The Cello Concerto (1966) juxtaposes the primary Ligetian musical types of this period frozen, imperceptibly changing planes of sound, and surreal gestures which collide in manic and unpredictable ways. Good that Palm was able to record a work he himself premièred. As the title implies, Clocks and Clouds (1973) superimposes rigour and freedom with a nod towards Minimalist thinking of the period to create the archetypal Ligeti composition. In just a decade, the Violin Concerto (1992) has established itself as a modern classic, combining Ligetis love of polyrhythmic interplay and varied tunings with a heady recall of his Bartókian heritage. Károlyi guides us entertainingly and movingly through Sippal, dobbal, nádihegedüvel (2000). With personable notes from the composer, and interesting photos, this is the Ligeti disc that should be in everyones collection." (Gramophone)
Opname: 1965-1973
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.