"David Byrne is de dalai lama van de popmuziek. Met bijbehorende wijsheid en datzelfde vriendelijk optimistische aura als de boeddhistische leider heeft. Positivisme is het handelsmerk van de voormalig Talking Heads-baas. Voorganger "American Utopia" liet dat al horen, en die insteek wordt gecontinueerd op "Who Is The Sky?", waarop hij samenwerkt met het New Yorkse Ghost Train Orchestra. Opener "Everybody Laughs" is een viering van onze menselijkheid, en elk instrument hangt slingers op. Het album is weelderig gearrangeerd met mariachitrompetjes en strijkkwartetjes. De liedjes zijn toegankelijk, maar onvoorspelbare melodiewendingen geven ze soms een geforceerd en overvol karakter, waardoor ze moeilijk beklijven. Tegelijk is Byrne, die als vanouds zijn preoccupatie met het wonderlijke alledaagse uitmeet, tekstueel briljant. Want wat nou als een vochtinbrengende crème je echt jonger zou maken? In "Moisturizing Thing" leidt die lichtvoetige gedachte tot onverwachte diepzinnigheid." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
Muzikant David Byrne doet verslag van een leven in de muziekwereld en zijn visie op muziek.
In het jaar aanlopend tot de release van American Utopia verzamelde David Byrne verhalen, nieuws, ideeën en andere items die zich kunnen identificeren als dingen die optimisme inspireren: bijvoorbeeld een technologische doorbraak, een muzikale act of een nieuw idee in stedelijke planning of vervoer. Voor dit nieuwe solo album werkte Byrne samen met onder andere Brian Eno, Rodaih McDonald (The xx, King Krule, Sampha, Savages) en diverse andere creatievelingen.
"Nu het Talking Heads-oeuvre voorbeeldig is heruitgebracht, mag deze revolutionaire schakel niet ontbreken. Voorzien van uitgebreide liner notes en met 7 extra tracks die, aldus Byrne, eigenlijk op het originele album hadden moeten staan maar vanwege de beperkte vinylcapaciteit niet pasten. Het album sloeg in als een bom. Allerhande found footage van radiodialogen, TV-evangelisten, duiveluitdrijvers, predikanten en de Libanese zangeres Dunya Yunis werd voorzien van dezelfde bezwerende mix van funk, pop, avant-garde en Afrikaanse ritmiek die ook "Remain In Light" tot zon baanbrekende plaat maakte. Het duo werkte ook grofweg met dezelfde gastmusici als bij Talking Heads rond die tijd plus o.a. producer/bassist Bill Laswell en avant-gardist Robert Fripp. Het leidde tot een plaat die weliswaar stukken broeieriger, donkerder en angstaanjagender uitpakte dan Talking Heads, maar de manier waarop de uiteenlopende componenten als organisch geheel in elkaar grijpen, blijft woest fascinerend." (Erik vd Berg, Oor)
Observaties en gedachten van bekende rockzanger en kunstenaar terwijl hij rondfietst door diverse internationale steden.
"Lead Us Not Into Temptation" begon als muziek voor de film Young Adam, maar evolueerde en belandde ergens tussen een echte soundtrack en een soloalbum van David Byrne. Omdat de cast en regisseur van Young Adam allemaal Schots zijn en Byrne zelf in Schotland is geboren, sprak de keuze voor een opname met jonge Schotse muzikanten (Belle & Sebastian, Mogwai) hem conceptueel aan. Het resultaat is dat Byrne alle internationale ritmes die zijn solowerk kenmerkten, achter zich laat en een album van stemmige, subtiele schoonheid heeft gecreëerd. Byrne schetste enkele muzikale ideeën om een raamwerk te creëren, en werkte vervolgens samen met de muzikanten om de schetsen uit te werken. Vaak werd dit bereikt doordat Byrne de muzikanten een vaste keuze aan noten gaf die ze op een bepaald stuk konden gebruiken, maar de muzikanten zelf de beslissing gaf welke noten ze moesten spelen en wanneer (dit soort toevallige operaties spelen ook een rol in de muziek van onder meer John Cage en Brian Eno). (Allmusic)
Werk uit 1985, een kleine 25 jaar later voor het eerst op CD. Instrumentale miniaturen voor middelgroot ensemble met gesproken interludes door Byrne. Op de DVD hoort u de muziek met daarbij een 'slide show' van honderden foto's van de bewuste toneelstukjes. "Robert Wilson had a commission to create a work to be performed at the 1984 Olympic games called the CIVIL WarS (sic). He invited Byrne to compose the "knee plays," or, the pieces that existed in the gaps between this enormous set of plays, which were to be performed over multiple days during the games. Byrne, who had visited New Orleans and taken in the Dirty Dozen Brass Band, had been deeply influenced by their approach to harmony and rhythm. Byrne tried to get the Dirty Dozen to perform the material he had written for Wilson's work -- which never happened, so Byrne eventually hires a crack band in LA with players like Fred Wesley, David Stout, Ernie Watts, and others." (Thom Yurek, Allmusic; voor complete tekst: klik op de link)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.