Concertregistraties van Muddy Waters, opgenomen op 3 juli 1960 tijdens Newport Jazz Festival, op 27 oktober 1968 tijdens het Jazzfestival te Kopenhagen en op 1 augustus 1977 tijdens het Jazzfestival te Molde, Noorwegen.
"This collection of Wells' debut recordings for the States label adds four previously unheard tracks along with the original 13-track vinyl lineup. Wells' legacy begins with these landmark sides, featuring Elmore James, Muddy Waters, Johnnie Jones, Otis Spann, Willie Dixon, and the Aces in the lineup at various points. Whether it's a slow one like his original take on "Hoodoo Man" or a jump number like "Cut That Out," the grooves are classic Chicago and a mile deep. Most telling are the acoustic duets with Louis Myers recorded between the 1953 and 1954 studio sessions and the fine instrumentals like "Junior's Wail" and "Eagle Rock." Although at the start of a long career, it's obvious that Junior Wells was already a young man with a style all his own, ready to make blues history. File under essential." (Allmusic)
"For many back in the early '60s, this was their first exposure to live recorded blues, and it's still pretty damn impressive. Muddy, with a band featuring Otis Spann, James Cotton, and guitarist Pat Hare, lays it down tough and cool with a set that literally had 'em dancing in the aisles by the set closer, a rippling version of "Got My Mojo Working," reprised again in a short encore version. Kicking off the album with a version of "I've Got My Brand on You" that positively burns the relatively tame (in comparison) studio take, Waters heads full bore through impressive versions of "Hoochie Coochie Man," Big Bill Broonzy's "Feel So Good," and "Tiger in Your Tank." A great breakthrough moment in blues history, where the jazz audience opened its ears and embraced Chicago blues. This 2001 remaster brings up the details of just about every aspect of the playing, so that one gets a very vivid stage ambience. Added are four studio sides cut by the same group a month prior to the concert." (Cub Koda, Allmusic)
In 1968 opgenomen album, waarvan de titel een beetje suggereert dat het uniek is dat hij elektrisch speelt. Dat is natuurlijk niet zo: Waters is één van de godfathers van de elektrische blues. Het album staat wel op een andere manier op zichzelf: het is Waters' bijdrage aan de tijdgeest van toen: hij speelt een aantal van z'n grootste successen in een hip psychedelisch rockend arrangement, hopende zo aansluiting te vinden bij bijv. Cream, Jimi Hendrix en de San Fransisco-scene. Daarnaast tackelt hij een nummer van een band die zeker in de vroege jaren veel van Waters heeft gejat: "Let's Spend The Night Together" van The Rolling Stones.
"Muddy Waters behoeft eigenlijk geen introductie. De bluesgitarist uit Chicago zat al sinds de jaren veertig van de twintigste eeuw in de muziekbusiness, waarbij hij in de jaren zestig de bluesrockbeweging heeft geïnspireerd. De Rolling Stones wisten wel waar ze de mosterd vandaan haalden. Na zijn album "After The Rain" uit 1969 bracht Muddy pas acht (!) jaar later "Hard Again" uit, wat zijn grote comeback betekende. Dit alles door het openingsnummer Mannish Boy, de iconische bluesjam die Muddy Waters onsterfelijk maakte. Producer Johnny Winter (wiens enthousiaste Yeah!s aldoor te horen zijn op Mannish Boy) wist hoe Muddy het best tot zijn recht komt: met rauwe, energieke en tijdloze blues. Mondharmonicas, slidegitaren en klagende zang: het is allemaal te vinden op "Hard Again". Muddy zoals Muddy bedoeld is." (MOV / Bertus)
"The Chess Box does not contain all the great music Muddy Waters made. His talent and legacy are too large to be captured in a mere three discs, even one that spans from 1947 to 1972. This means, of course, that his legendary plantation recordings with Alan Lomax are not here, nor is his dynamic late-'70s comeback, "Hard Again". But, truth be told, it doesn't feel like they're missing, since Waters' legend was built on the music that he made for Chess, and much of the greatest of that is here. Few box sets have chronicled an artist's best work as effectively as this; even the handful of rare, previously unreleased recordings sit perfectly next to the essential singles. Sure, there are great Chess sides that aren't here, but those are great sides that the serious listener and aficionado need to seek out. For everybody else, this is a monumental chronicle of Waters at his best, illustrating his influence while providing rich, endlessly fascinating music." ( Stephen Thomas Erlewine, Allmusic)
Rond 1970 deed het beroemde Chess-label verwoede pogingen zijn oude sterren opnieuw 'in de markt' te zetten. Zo maakte Muddy Waters in 1969 een album met bluesrock-iconen Mike Bloomfield en Paul Butterfield. Met Howlin' Wolf werd in 1970 naar Londen gereisd, om een album op te nemen met Eric Clapton, Steve Winwood en de ritmesectie van The Rolling Stones. Wegens het succes va die onderneming was in 1971 Waters 'aan de beurt' voor die trip. Zijn Londense begeleiders bestaan niet enkel uit hippe Britse artieste, er zijn ook zwarte Chicago-bluesveteranen bij betrokken. We horen o.a. pianist/organist Steve Winwood en bassist Rick Grech van Blind Faith, R&B-pianist Georgie Fame met zijn drummer Mitch Mitchell (die bekender werd door zijn werk met Jimi Hendrix) en de Ierse gitarist Rory Gallagher. "Een muzikale ontmoeting met enkele fans, maar Stevie Winwood en Georgie Fame hebben teveel otnzag, allleen bluesrocker Rory Gallagher durft echt samen te spelen met de meester." (Heaven)
3CD-set met 75 tracks uit de periode 1948-1959. Dat betekent dus de Chess-periode en dus ook meteen een flinke overlap met de Chess Box. Maar niet alleen bevat deze Anthology een aantal tracks meer, het is ook net weer een andere keuze. Daar de Chess Box een wat bredere periode, tot aan 1972 beslaat, gaat deze Anthology dus dieper in op de volgens velen interessantere jaren '50, de tijd dat veel van zijn 'signature tunes' hun definitieve elektrische Chicagobluesvorm kregen. Wat Anthology dan weer ontbeert is uitgebreide 'liner notes', die blijven beperkt tot een tweekoloms verhaaltje in de binnenkant van de digipack-klaphoes. Ook bezettingen ontbreken, wel is per track aangegeven in welk jaar de opnamen zijn gemaakt. We kunnen u vertellen dat in veel van de nummers bassist Willie Dixon is te horen (ook (mede-)schrijver van veel materiaal) en dat verder o.a. te horen zijn: Little Walter (mondharmonica), Otis Spann (piano) en Jimmie Rogers (gitaar).
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.