"De saxofoon is in de westerse klassieke muziek nooit zo ingeburgerd geraakt als bijvoorbeeld de hobo of de klarinet. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van het symfonieorkest, dat rond 1840, toen de saxofoon werd uitgevonden, zijn definitieve vorm had gekregen. Het weerhield componisten er gelukkig niet van om voor het instrument te componeren. Denk alleen al aan de legendarische saxofoonsolo’s in Ravels Bolero of de Symfonische Dansen van Rachmaninov. Sigfrid Karg-Elert had echter grotere ambities. In 1929 componeerde hij een solostuk voor saxofoon, bestaande uit 25 capriccio’s en een atonale sonate. Deze compositie is om twee redenen bijzonder: het ongewone instrument en de opbouw. Karg-Elert volgde de structuur van Bachs Wohltemperiertes Klavier, met capriccio’s in alle 24 toonsoorten. (...) Op dit album heeft hij [Raaf Hekkema] zijn visie op Karg-Elerts 25 Capricien und Sonate, op.153 vastgelegd." (Muziekweb)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.