Uit Aangenaam Klassiek 2012: "Na haar intieme CD "Beau Soir" vol Franse pracht, heeft de Nederlandse stervioliste Janine Jansen haar zinnen gezet op Prokofjev. Ze temt de wilde Rus met prachtig lyrisch spel en maakt hem tot een heerlijk zingende romanticus. Bovendien is alleen de bonus-CD de aanschaf van deze plaat al waard. T.g.v. het tienjarig bestaan van het Internationaal Kamer Muziek Festival Utrecht, dat de violiste leidt, klinkt o.a. Schuberts Kwintet in C in een zielsnijdend mooie uitvoering." Vijf uit vijf sterren in De Volkskrant: "Wie nog twijfelde of ze na haar burn-out weer boven Jan is, hoeft maar 5 seconden te luisteren. Ze paart haar lenige strijkstok als vanouds aan een dito verbeelding. Op de eerste CD schildert ze een superieur Prokofjevportret. In het Tweede vioolconcert en twee sonates verschiet de violiste naar believen van stemming en kleur. Hier trekt ze zilveren herfstdraden, daar jakkert ze over de snaar en steeds besef je dat het zó moet en niet anders." (Guido van Oorschot)
In 1906 schreef Arnold Schönberg zijn baanbrekende Kammersymphonie nr. 1, een sleutelstuk van de moderne muziek dat componisten tot op de dag van vandaag inspireert. De bezetting van tien blazers en vijf strijkers een symfonieorkest op zakformaat legde de basis voor de later zo bloeiende ensemblecultuur.
"Er is iets opmerkelijks aan de hand met de composities van Arnold Schönberg. 66 jaar na zijn overlijden lijken zelfs zijn steilste twaalftoonswerken steeds emotioneler te worden gespeeld, alsof de eens zo abstracte taal niet langer met het woordenboek in de hand moet worden ontcijferd, maar direct aansluit bij de levens en dromen van de generatie van nu. Zo speelt het Farkas Wind Quintet, bestaande uit het neusje van de zalm onder de Nederlandse blazers, een schitterende organische versie van Schönbergs Blaaskwintet, gebaseerd op één enkele twaalftoonsreeks. Tegelijkertijd grijpt de compositie terug op traditionele vormprincipes uit het verleden. Je hoort fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn als vijf verschillende persoonlijkheden. Met transparant, uiterst fijnzinnig spel geven ze een grootse uitvoering van deze klassieker." (Biëlla Luttmer, Volkskrant; 4 uit 5 sterren) "Levendig werk waarin de geest van bijv. Mozart veel krachtiger rondhangt dan de naam van de componist doet vermoeden." (Klassieke Zaken)
Voorstelling, opgenomen op 7 en 23 september 2014 in de Stopera, Amsterdam.\n\n"Het is een soort heilig monster, de Gurre-Lieder, een reusachtige verhalende cantate van bijna twee uur, die Arnold Schönberg in 1900 begon te componeren en pas elf jaar later voltooide. Aan de première in 1913 deden meer dan 700 musici mee. De Nederlandse Opera voerde het werk op in 2014. Schönberg zelf wilde niet dat het werk zou worden geënsceneerd, maar als je een geniaal regisseur bent en Pierre Audi heet, maal je daar natuurlijk niet om. Deze DVD biedt een bijzonder verslag van deze grootse onderneming, die toont wat een briljant componist Schönberg was, zelfs toen hij nog in de voetsporen van Mahler en Wagner trad. Broeierige hyperromantiek en visioenen van liefde, dood, rouw, waanzin en verlossing. Dirigent Marc Albrecht haalt zowel de vele fijnzinnige als de zinderende, overweldigende aspecten van de muziek perfect naar voren, Audi treft als altijd een meesterlijke balans tussen het hoorbare en het zichtbare. De zangers zijn wereldklasse." (Frits van der Waa, Volkskrant; 5 uit 5 sterren)
Arnold Schönberg is een van de belangrijkste componisten van de 20e eeuw, maar waarschijnlijk ook de minst beluisterde. Opvallend is dat Schönberg volledig autodidact was, terwijl hij het ook was die definitief afscheid nam van de tonale muziek en begon te componeren met de zogenaamde twaalftoontechniek. (In een melodie moeten alle twaalf tonen van de toonladder voorkomen, voordat er eentje herhaald wordt.) De worsteling die hij hiervoor doormaakte is duidelijk te horen: zijn muziek is veelal gespannen, hectisch en intens - en dan ook niet bepaald toegankelijk. Schönberg zelf hoopte dat men ooit zijn twaalftoons-reeksen wel op straat zou fluiten, maar het is misschien maar goed dat hij nooit heeft meegemaakt hoe het zijn muziek werkelijk verging. Het meest beluisterd zijn wel zijn strijksextet 'Verklärte Nacht', de vijf orkeststukken op.16 en de opera 'Moses und Aron'. De ontwikkeling van Schönbergs muziek is het beste te horen in zijn vijf strijkkwartetten. (TC. Muziekweb).
Bevat een voorwoord van Vaclav Havel. - AAD. - 1. Symfonie, orkest, nr.7, op. 60, C gr.t. "Leningrad": Allegretto / Sjostakovitsj, Dmitri ; Ancerl, Karel ; Tsjechisch Filharmonisch Orkest 2. Survivor from Warsaw, op.46, 1947 / Schonberg, Arnold ; Baker, Richard ; Veselka, Josef ; Tsjechisch Filharmonisch Orkest ; Tsjechisch Filharmonisch Koor 3. Gedenkteken voor Lidice, H.296 / Martinu, Bohuslav ; Ancerl, Karel ; Tsjechisch Filharmonisch Orkest 4. Symfonie, orkest, nr.3 "Liturgique" / Honegger, Arthur ; Baudo, Serge ; Tsjechisch Filharmonisch Orkest
Opname: 2006
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.