Begeleid door een eenvoudige bezetting met piano laat Theo Nijland zich op dit album van zijn intieme kant horen. Een intimiteit die goed past bij het thema weemoed. (GR Muziekbank)
"Nijland maakt gehakt van alle onzin, of het nou om uiterlijk vertoon gaat of om het ventileren van meningen waar niemand op zit te wachten. Zo'n levenseindeboek van ijdele bijna-doden zal er dan ook van Theo Nijland niet komen, ook al heeft hij wegens een gescheurde aorta vlak voor de hemelpoort gestaan. Tijdens zijn revalidatie heeft hij deze liedjes geschreven. Zelfs nog meer dan in het verleden gaat de pianolijn in de nieuwe liedjes op de autonome toer, en toch blijft het een geweldig harmonieus geheel met de zang. Nijland-liedjes zijn altijd van topkwaliteit, maar nu heeft hij dat niveau nog meer weten op te krikken. Van het bitterzoete "Deadline" (een dialoog tussen de zieke zanger en de tolerante dood) tot "Hou Vast!" waarin de essentie van het leven zowel kaal als liefdevol wordt bezongen, is "Desalniettemin" een absoluut hoogtepunt in de Nederlandse kleinkunst. Hier wordt een mens echt gelukkig van." (Patrick van den Hanenberg, Volkskrant; 5 uit 5 sterren) 12 dec 2016 -\nEnschede, Concordia Theater.
Over geklungel en geruzie in de liefde. Op kostelijke en tegelijk zeer ingenieuze, natuurlijk aanvoelende manier weet hij hele gesprekken te voeren op muziek. Een duet met Brigitte Kaandorp gaat nog een stuk verder dan haar 'Duet' met Finkers.
Schreef voor anderen en maakte filmmuziek, laat nu meer 't achterste van z'n tong zien in rake, vaak grappige teksten, spelend met de grens naar het banale. Smaakvolle arrangementen ook. Tip voor fans van Vrienten's 'Mijn Hart Slaapt Nooit'.
Bundeling van liedteksten van de Nederlandse schrijver (1954- ).
"Een half dozijn jongelui heeft WO II vanaf een afstand meegemaakt. Zij ontmoeten elkaar na afloop van de oorlog in het eerste jaar Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Zij discussiëren over literatuur, schrijvers en boeken en hebben allen de ambitie schrijver te worden. Na deze verwachtingsvolle periode gaat de film een kwart eeuw later verder en toont een vaak pijnlijke afrekening. Eigenzinnige, oer-Hollandse tv-serie die op de Nederlandse Filmdagen van 1991 drie Gouden Kalveren kreeg." (VPRO). Theo Nijland componeerde een bij de inhoud passende soundtrack. Weemoedig en verstild pianospel afgewisseld met enkele liedjes. (GR Muziekbank).
"Ook dit is een zeer goede score van Theo Nijland, gecomponeerd voor de televisieserie van Frans Weisz. Het Jaar van de Opvolging past in het rijtje van scores waarbij de componist een klein ensemble gebruikt en dat ook goed gebruikt. Ter vergelijking: voor Op Afbetaling werd een orkest gebruikt, en dat verschil hoor je. Maar Nijland met orkest of ensemble, het is altijd goed. Opvallend is de constante beweging van de score en de prachtige wisselwerking tussen hobo en snaarinstrumenten. De elektrische gitaar is ook geweldig. 4 sterren. (Neo, crew Musicmeter)
Originele filmmuziek van de Vlaamse film van regisseur Robbe de Hert. Thé Lau zingt een prachtige versie van "We'll Meet Again".
Jazzy score bij de gelijknamige VPRO-televisieserie naar het boek van Vestdijk. De serie werd geregisseerd door Frans Weisz en hoofdrollen waren voor Gijs Scholten van Aschat, Renée Soutendijk en Coen Flink.
Theatervoorstelling . De Bende van Vier was een kleinkunstgroep, bestaande uit Kees Torn, Jeroen van Merwijk, Theo Nijland en Maarten van Roozendaal. De groep is geformeerd in 2008 voor de eenmalige voorstelling 'Cabaret voor wie er niet van houdt!', die op 8 september 2008 werd gespeeld in de Kleine Komedie, en op 18 oktober 2008 is uitgezonden door de VARA. Het doel van de Bende was het promoten van het betere lied. Cabaretliederen krijgen volgens hen op TV te weinig kans; het zijn zapmomenten. De afzonderlijke voorstellingen van de Bendeleden leunen vnl. op liedjes, dus worden er geen registraties van op TV uitgezonden. Alle vier de cabaretiers zijn in het bezit van een Annie M.G. Schmidt prijs voor het beste theaterlied. Theo Nijland in 1997 voor het nummer "Kaal", Kees Torn in 1999 voor "Streepjescode", Maarten van Roozendaal in 2000 voor "Red Mij Niet" en Jeroen van Merwijk in 2006 voor "Dat Vinden Jongens Leuk". Opmerkelijk: Kees Torn vind eigenlijk dat 'zijn' cabaret niet in grote zalen of op TV thuishoort. (Wikipedia)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.