Op zaterdag 24 mei 2014 speelt Amsterdam Sinfonietta het arrangement voor strijkorkest van Beethovens zestiende strijkkwartet, Op. 135, in het Enschedese Muziekcentrum. Op deze CD speelt hetzelfde ensemble dit werk: "Het was Gustav Mahler die Beethovens strijkkwartetten door strijkorkest wilde laten uitvoeren. Ik breid de grootsheid uit die in de stemmen verborgen zit, en geef de klanken vleugels, schreef Mahler. De CD-opname die Amsterdam Sinfonietta en Candida Thompson in 2005 van dit werk maakte, was een schot in de roos. Het regende sterren." En dat is dus deze hybride Superaudio-CD, die daarnaast de spannende en regelmatig dreigend klinkende Sonate voor strijkers van Sir William Walton, uit 1973, bevat.
Luister-10 dec./jan. 2013/14: "De Cuatro Estaciones Porteñas van Astor Piazzolla is een van zijn meest opgenomen cycli. Vooral de versie voor viool en strijkorkest, die componist Leonid Desyatnikov maakte voor Gidon Kremer en zijn Kremerata Baltica. Omdat Desyatnikov de relatie met Vivaldi's Vier jaargetijden expliciet maakte, door subtiele citaten uit Vivaldi's werk te gebruiken, worden die twee vaak gecombineerd. Zo niet door Amsterdam Sinfonietta. Op dit album brengt het gezelschap o.l.v. Candida Thompson een meesterlijk Argentijns drieluik. De bekende Piazzolla staat naast Ginastera's briljante Concerto voor strijkorkest en Last Round, de prachtige ode die Osvaldo Golijov ter nagedachtenis aan Piazzolla schreef. Het is niet alleen een mooie samenvatting van de Argentijnse muziek met de tango van Piazzolla, de invloed van de pampa's in het werk van Ginastera en de multiculturele mix van Golijov, het is ook nog eens een plaat die zich onderscheidt door briljant spel een een dito opname." (Paul Janssen)
Opname: 2004
"Antonio Vivaldi toonde zich een furie wanneer het op componeren aankwam. Zo iemand die sneller schreef dan God kan lezen. Zijn nalatenschap telt ruim vijfhonderd soloconcerten, de meeste voor zijn eigen viool, maar er vloeiden ook bijna dertig celloconcerten uit zijn pen. Hij maakte ze voor de muzikaal begaafde meisjes van een Venetiaans weeshuis waar hij lesgaf. Vijf ervan sieren het nieuwe album van de Nederlandse celliste Harriet Krijgh. Verwijt dat Vivaldi vaak krijgt, betreft de eenvoud van zijn orkestbegeleiding: blokfluitist Erik Bosgraaf noemt ze treffend Tele-tubbie-tuttis. De componist legt de nadruk op de schittering van het solo-instrument. Een virtuozenvalkuil, die Krijgh vermijdt. Want Amsterdam Sinfonietta ontpopt zich tot volwaardig gesprekspartner voor de celliste. De concerten krijgen de vorm van spanningsvolle en doorgaans speelse dialogen. De innerlijke brand die Vivaldi voortdreef en waaraan hij volgens een arts ook stierf wordt hier voelbaar." (NRC)
"Het Amsterdam Sinfonietta heeft opnieuw een formidabele loot aan die toch al rijke cd-stam toegevoegd, met Bartóks speelse Divertimento en Brahms' Tweede strijkkwintet in G, hier omgezet naar het volbloedige strijkorkest. Dat er tussen beide werken een idiomatisch gat van jewelste gaapt is evident, maar toch zit er op een haar na niet meer dan een halve eeuw tussen: Brahms' Strijkkwintet dateert uit 1890 en Bartóks Divertimento uit 1939 (een uitgesproken dartel werk, al lijkt het duistere molto adagio al een voorbode te zijn van de komende verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog). In het cd-boekje schrijft Candida Thompson terecht: Brahms's Op. 111 [ ] is not often performed by a full string orchestra and is already overpowering in its original quintet form'. Ze kende het werk al lang geleden van binnen en van buiten, toen zij het met de Amerikaanse violist Isaac Stern in diens masterclass analyseerde. Een exercitie die haar toen alles bijeen genomen maar liefst twee weken in beslag nam". (OpusKlassiek)
Opname: 2008
"De combinatie van Brahms en Schönberg is wel vaker gemaakt, omdat de laatstgenoemde een hoge dunk had van zijn voorganger en hem zelfs als een progressief componist beschouwde. Amsterdam Sinfonietta heeft ervoor gekozen zijn uitvoering van Schönbergs Verklärte Nacht vooraf te laten gaan door een voor strijkorkest bewerkte versie van Brahms' Strijkkwartet op.51 no.1, wat een logische keus is, omdat dit een van de muziekstukken is die Schönberg gebruikte om zijn ideeën over Brahms te illustreren. De twee composities zijn desondanks heel verschillend, maar Sinfonietta geeft ze allebei een uitvoering waar de vonken vanaf vliegen. Brahms' kwartet krijgt een reikwijdte die uitgaat boven het origineel, zonder dat de accuratesse en het plezier in het kamermuzikale er bij inschiet. En de verknoopte lijnen van Schönbergs sextet - eveneens in de orkestversie - krijgen glans, coherentie en bovenal intense passie." (Frits van der Waa, Volkskrant; waardering: 5 uit 5 sterren (!))
De hier door violiste Candida Thompson en pianist David Kuyken gespeelde werken zijn weliswaar alle van vaderlandse bodem afkomstig, maar dat is er niet erg aan af te horen. Deze cd maakt maar al te duidelijk dat het Nederlandse componeren lange tijd geheel door de muziek van onze oosterburen gedomineerd is geweest. De vierdelige sonate van Jan Albert van Eijken (1823-1868) herinnert het meest aan Schumanns stijl, met name in de hoekdelen. Voor Leander Schlegel (1844-1913) was daarentegen vooral Brahms het voorbeeld bij uitstek, zoals duidelijk blijkt in zijn "Vioolsonate op.34", geschreven in 1910. Het meest overtuigende stuk van deze cd is de "Vioolsonate op.6" uit 1902 van Dirk Schäfer (1873-1931). Schäfer maakte bij leven naam als pianist, en was vooral beroemd om zijn Chopin-vertolkingen. Al met al is deze cd, mede dankzij de goede uitvoeringen, zowel aangenaam als prijzenswaardig, want het gaat bij alle stukken om opnamepremières. (Bron: JvG, Muziekweb).
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.