"Djivan Gasparyan gained international notoriety when Brian Eno reissued his I Will Not Be Sad in This World on his Opal label in 1979. That recording, with all of its haunting, deeply ethereal, and entrancing beauty, was recorded with only two duduks -- an Armenian folk instrument that resembles the oboe -- one for the melodic improvising and song structure, and one to accompany strictly as a drone. This album, recorded in 1995 and issued in 1996, is a much more classically oriented outing. It features not only Mr. Gasparyan accompanied by another duduk player -- Vachik Avakian -- but also by a percussionist, Levon Arshakling, on the d'hol. The musical types here are much more varied as well. (...) In sum, this is as fine a recording as Mr. Gasparyan's earlier effort, and in some ways more engaging. It should not be missed". (Thom Jurek, Allmusic).
Dit weergaloze album is de realisering van z'n ultieme muzikale droom: de uitvoering van Armeense suites door 10 geselecteerde topmusici op trad. Armeense instrumenten. Weemoed heeft de overhand in de muzikale gedichten. (naar NFS)
"Sainkho Namtchylak werd geboren in een kleine goudmijnstad in Tuva. Haar grootouders waren nomaden en haar ouders schoolonderwijzers. Ze studeerde muziek aan het plaatselijke college en ging op eigen houtje naar Moskou om haar muziekstudie daar voort te zetten. Naast de verplichte vakken verdiepte zij zich ook in diverse Siberische lamaïstische en shamanistische tradities en in de Tuvaanse en Mongoolse keel- en boventoonzang. Ze begon haar professionele carrière als folkzangeres bij Sayani, het Tuvaanse Staats Volksmuziekensemble, en toerde door Europa, Australië, Nieuw-Zeeland, de VS en Canada. In 1988 ging Sainkho werken met diverse musici uit de Sovjet-Unie, met als doel traditionele etnische elementen met avant-garde stijlen te vermengen. Ze was een belangrijk lid van het ensemble Tri-O, met Sergej Letov (sax), Arkadij Kiritschenko (tuba) en Alexander Alexandrov (fagot). (...) Tegenwoordig treedt Sainkho zowel solo op, als met haar nieuwe ensemble." (GO, Muziekweb)
De Armeense meester op de duduk (hobo-achtig instrument) werkt hier met de Canadese gitarist. Dielaatste maakt solo ambienteske platen met breed uitwaaierende 'infinite guitar'-tapijten en bewees al eerder voor het Real World-label dat zijn muziek goed combineert met traditionele muziek (zie bv. Nusrat Fateh Ali Khan). Hier blijken zijn klankwaaiers een bescheiden en warme ondergrond voor de steeds weemoedige, doch stiekem wel heel kleurrijke dudukmelodieën. Ook in Gasparyans zang klinkt die weemoed door.
De Turk Ogur bespeelt virtuoos de zelfgemaakte fretloze 'Axe' en de saz (langhalsluit) en zingt in stijl van de Anatolische troubadours. De Armeen Gasparyan haalt weemoedige geluiden uit duduk (Armeense hobo). "Van universele schoonheid." (VK)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.