"Throughout Coltrane's discography there are a handful of albums that split his listening camp into factions. Generally, these occur in his extreme later-period works. As a contrast, "Ballads" is often criticized as too easy, and as too much of a compromise between Coltrane and Impulse!. But it's a perfectly fine album of Coltrane doing what he always did -- explore new avenues and modes in an inexhaustible search for personal and artistic enlightenment. Here, he looks into the warmer side of things, a path he would take with both Johnny Hartman and Duke Ellington. Here he lays out for Tyner mostly, and the results positively shimmer at times. He's not aggressive - instead, he's introspective and at times even predictable, but that is precisely the album's draw. The bonus disc contains no less than five versions of "Greensleeves" and seven versions of "It's Easy to Remember" - often slightly more aggressive and exploratory than the album version - plus two other alternate versions." (Sam Samuelson, Allmusic)
"Het Carnegie Hall Concert in februari 1971 was een benefietshow voor het Integral Yoga Institute, opgericht door Swami Satchidananda, de goeroe van Alice Coltrane. Er zijn vier uitgebreide uitvoeringen, te beginnen met "Journey In Satchidananda". De hoogtepunten zijn onder andere Coltrane's vurige pianosolo die spirituele jazz, bebop en de modale blues tegenkomt. Disc twee bestaat uit twee John Coltrane-composities: Het titelnummer van "Africa/Brass" uit 1961 en "Leo" van "Infinity" uit 1966. Al met al zijn het tempo, de texturen, het explosieve drama, de virtuositeit en de grenzeloze creativiteit van het concert ongeëvenaard. Het "The Carnegie Hall Concert"-pakket bevat een uitstekend, inzichtelijk essay van Lauren Du Graf en een reminiscentie van Michel. Dit is een essentieel onderdeel van Coltrane's catalogus en een opmerkelijke aftrap van Impulse's "Year of Alice"." (AllMusic; 4 uit 5 sterren)
"Een van de meest invloedrijke en complete jazzplaten aller tijden, iets meer dan een halfuur, opgenomen in 2 dagen tijd in december 1964. Nadat Coltrane zijn verslavingen had overwonnen en rust had gevonden bij vrouw Alice, ging hij op zoek naar spirituele verdieping in zijn muziek. Met het klassieke kwartet met Jimmy Garrison (bas), McCoy Tyner (piano) en Elvin Jones (drums) nam hij een serie platen op, waaronder "Crescent" en "Sun Ship", maar op "A Love Supreme" komt alles samen. Een statement in 4 delen: "Acknowledgement", dat draait om die overbekende baslijn van vier noten; "Resolution", een swingend thema waarover Coltrane en Tyner virtuoos soleren; het gejaagde "Pursuance" vol wilde solos en tot slot "Psalm" met een haast meditatief slot. Ter ere van de 50ste verjaardag van het stuk is er nu deze 3CD-set met de volledige opnamesessies (ook de opnames met extra musici Archie Shepp en Art Davis), een zeldzame live-versie (Antibes, 1965) en het klassieke album zelf." (Louk Vanderschuren, Platomania)
"'Blue World' bevat nieuwe versies van de Coltrane-nummers 'Naima', 'Village Blues', 'Traneing In' en 'Like Sonny'. Het enige onbekende stuk is het titelnummer van het album, dat klinkt als een vertraagde variatie van zijn kijk op de popstandaard 'Out of This World', die hij eerder had opgenomen voor zijn album 'Coltrane' uit 1962. De 'Blue World'-opnamen met Jimmy Garrison op contrabas, pianist McCoy Tyner en Elvin Jones op drums, dateren uit de tussenliggende periode van de albums 'Crescent' en 'A Love Supreme' en waren bedoeld als soundtrack voor de Canadese kunstfilm 'Le chat dans le sac' van filmmaker Gilles Groulx. Uiteindelijk werd voor de film slechts tien minuten gebruikt uit de 37 minuten durende sessie; nieuwe versies van 'Naima' en 'Village Blues'." (Jazzenzo)
"Here it is: eight CDs worth of John Coltrane's classic quartet, comprised of bassist Jimmy Garrison, pianist McCoy Tyner, and drummer Elvin Jones, recorded between December of 1961 and September of 1965 when the artist followed his restless vision and expanded the band before assembling an entirely new one before his death. What transpired over the course of the 8 CD's of this box set is nothing short of a complete transfiguration of one band into another one, from a band that followed the leader into places unknown to one that inspired him and pushed him further. All of this transpired in the span of only 3 years. The group that the saxophonist had assembled for Coltrane in 1962, a band that had been together a little while and had performed together at the Village Vanguard (the tracks that include the quartet without Eric Dolphy from "Impressions" are included here) in a variety of settings, is almost nothing like the band that made "Kulu Se Mama" in 1965. (...) It's a must." (Thom Jurek, Allmusic)
"This isn't like coming across an artefact", aldus jazzgrootheid en Coltrane-volgeling Sonny Rollins in UNCUT over deze onlangs ontdekte, verloren gewaande opnames. "This is like discovering a whole new chamber of The Great Pyramids." Inderdaad, de zeven nummers die het John Coltrane Quartet in 1963 opnam in amper vijf uurtjes in de New Jersey-studio's van Rudy Van Gelder, voelen aan als een ware schat. De uitmuntende klankkwaliteit van deze fonkelend composities doet verbazen. Both Directions At Once, een plaat die decennia lang stof lag te vergaren in het huis van Coltranes ex-vrouw Naima Juanita Grubbs, doet dienst als een soort overgangsplaat die een brug slaat van de meer aardse stijl van de fifties-Coltrane naar de kosmisch verantwoorde experimenten die de saxgod naar het einde van zijn leven aanhing. Want hierna volgden de geniale platen Crescent, A Love Supreme en Ascension, kunstwerken die Coltranes reputatie als transcendente, buitenaardse jazzvernieuwer voor eeuwig bevestigden". (De Morgen)
"Bye Bye Blackbird only contains 36 minutes of music, but the quality is quite high. John Coltrane and his Quartet (pianist McCoy Tyner, bassist Jimmy Garrison, and drummer Elvin Jones) perform extended versions of "Bye Bye Blackbird" and "Traneing In" that gradually build up to great intensity. Well recorded, this European concert (of uncertain origin) is worth hearing, particularly by Coltrane collectors who already have his more essential recordings, although it does not quite live up to the label that producer Norman Granz gave it: "His Greatest Concert Performance."" (Allmusic).
"A recording many consider his finest single album, and rightly so, Coltrane displays all of the exciting elements that sparked brilliance and allowed his instrumental voice to shine. On tenor saxophone he's simply masterful, offering the burgeoning sheets of sound philosophy only he perfected into endless weavings of melodic and tuneful displays of inventive, thoughtful, driven phrases. Coltrane plays a bit of soprano saxophone as a primer for his more exploratory work to follow. Remember this is 1962, at a time when he was rethinking his style vis a vis the work he did influenced by Ornette Coleman, and only five years prior to his passing. Of course bassist Jimmy Garrison, drummer Elvin Jones, and especially the stellar McCoy Tyner have integrated their passionate dynamics into the inner whole of the quartet. The result is a most focused effort, brilliantly conceived and rendered." (Michael G. Nastos, Allmusic) Met extra schijf, waarop vier aanvullende stukken uit dezelfde sessies, plus alternative takes.
"De laatste live opname van Coltrane (april 1967), enkele maanden voor zijn dood. Met een onbegrijpelijke, bijna 35 minuten durende, ultieme versie van "My Favourite Things", ingeleid door een bassolo van ruim zeven minuten door Jimmy Garrison. Deze plaat werd door Hans Dulfer aangeprezen als de meest monumentale plaat ooit uitgebracht." (Ab Gellekink, Jazzpodium De Tor) "Strictly as a document, this is a rich and telling recording. It demonstrates his sonic blast free jazz direction that was becoming more aggressive and out of bounds; It portrays what could have been one of the most dynamically stellar groups of the mid-1960s avant jazz scene with Pharoah Sanders (who, in some ways, steals the show), Alice Coltrane, Rashied Ali, and Jimmy Garrison totally ripping it up." (Jack LV Isles, Allmusic) Let wel: deze historische opname is nooit gemaakt met de bedoeling hem commercieel uit te brengen en kent een matige geluidskwaliteit. De nieuwsgierige liefhebber moet zich hier echter niet door laten afschrikken!
Opnamen uit juni 1965 van het legendarische John Coltrane Quartet, die pas in 1998 in deze vorm als album zijn uitgebracht. Verspreid over diverse compilaties waren deze 5 stukken al wel bekend (in het geval van het titelnummer zelfs met posthuum toegevoegde strijkerssectie(!), die hier gelukkig weer weggelaten is), maar zó wordt dit werk pas goed recht gedaan. We horen een intens musicerend kwartet, dat liefhebbers van werken als "A Love Supreme" en "Ascension" zich niet mogen laten ontgaan.
"One of the turning points in the career of John Coltrane came in 1965. The great saxophonist, whose playing was always very explorative and searching, crossed the line into atonality during that year, playing very free improvisations (after stating quick throwaway themes) that were full of passion and fury. This particular studio album has two standards (a stirring "Chim Chim Cheree" and "Nature Boy") along with two recent Coltrane originals ("Brazilia" and "Song of Praise"). Art Davis plays the second bass on "Nature Boy," but otherwise this set (a perfect introduction for listeners to Coltrane's last period) features the classic quartet comprised of the leader, pianist McCoy Tyner, bassist Jimmy Garrison, and drummer Elvin Jones." (Scott Yanow, Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.