"Zeven nummers heeft Moore met zijn band opgenomen en de titel van het geheel heet "Flow Critical Lucidity". Er wordt begonnen met “New In Town” en de sfeer zit direct zoals het moet in de wereld van Moore. De gitaren worden ingeplugd en percussionist Jem Doulton krijgt letterlijk een seconde om zich klaar te maken. De song klinkt heerlijk onheilspellend en heeft ons echt eventjes verschrikt naar achter doen kijken omdat we dachten dat er iemand achter onze schrijfstoel stond. Een kleine hartverzakking en een binnenkomer van jewelste! “Sans Limites” krijgt een geweldig lange intro die een beetje doet denken aan de begingeneriek van Mogwai voor de fantastische serie Les Revenants. Om een volle sound te creëren kan Moore een beroep doen op de multi-instrumentalisten Jon Leidecker en James Sedwards." (Dansende Beren, 4 uit 5 sterren)
Heruitgave in 2020 van het fenomenale solo album van Sonic Youth oprichter/ gitarist Thursten Moore. Het is zijn tweede solo album, nog opgenomen voor het einde van Sonic Youth. Moore weet een mooie gedreven combinatie van akoestische en elektrische songs te creëren (hij is tevens te horen op bas en piano). Sonic Youth drummer Steve Shelley doet op acht nummers mee, terwijl violiste Samara Lubelski een belangrijke bijdrage levert in de meeste nummers. Niet onvermeld mag blijven de bijdrage van gitarist J. Mascis (Dinosaur Jr.) in wiens studio de plaat werd opgenomen. Absoluut hoogtepunt van de plaat is de titelsong, waarin de muzikanten elkaar enorm weten op te zwepen. Deze heruitgave is een ware aanwinst voor de Muziekbank collectie en zeker aan aanrader voor elke Sonic Youth fan. (GT, Muziekbank)
"Oude fans van Sonic Youth reageerden in 2013 verbijsterd op het nieuws dat bandleden Thurston Moore en Kim Gordon gingen scheiden. Het coolste echtpaar van de Amerikaanse underground, wat sneu. Getuige dit album heeft Moore (1958) de boel weer op de rit, want van de vijf wisselvallige soloplaten die hij sinds 1995 maakte, is dit de meest samenhangende en beste. De tegendraadse sound van Sonic Youth is nooit ver weg (het gitaarspel in "Exalted" kan maar van één man zijn), maar de toon is vrolijker. De levenslust is terug, net als de gemene noise die ooit Moores handelsmerk was ("Cusp"). Zijn oude bandmakker Steve Shelley drumt. Vijf lange stukken telt het album. Bij afsluiter "Aphrodite" is het muzikale idee niet sterk genoeg om de ruim 8 minuten te kunnen dragen, maar toch kun je met recht stellen dat dit het beste Sonic Youth-album is sinds het verscheiden van Sonic Youth. De Thurston Moore Group komt op 17 juni 2017 naar het Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek." (Menno Pot, Volkskrant; 3 uit 5 sterren)
"Of je nu een plaat van Sonic Youth opzet, of 't debuut van Chelsea Light Moving (de band waarmee Moore in 2013 opdook) of een van zijn soloalbums, je herkent zijn 'signature sound' - een combinatie van songstructuur, gitaargeluid en licht jengelende zangmelodie - subiet. En steeds nét even anders. Zo ook op dit 4de solo-album, waarop hij werkt met Sonic Youth-drummer Steve Shelley en bassiste Debbie Googe (My Bloody Valentine). De noisy neigingen van Clesea Light Moving zijn ver weg; "The Best Day" klinkt eerder beheerst en gestroomlijnd, waarbij de toon wordt gezet door de lange openingsstukken "Speak To The Wild" en "Forevermore". Songs die drijven op een eenvoudige melodie en waarbinnen goedbeschouwd weinig gebeurt, maar wat ze meeslepend maakt: het dwingende en repetitieve. Maar er is ook een (onbedoelde?) Pavement-pastiche (het titelnummer) en, toch weer, naar vintage Sonic Youth geurende dwarsigheid ("Detonation"), dat klinkt alsof het gezongen had moeten worden door Kim Gordon." (Erik vd Berg, Oor)
"Put to tape in a single live session one evening in February of 2013, "@" finds two of New York City's longest-running fringe dwellers churning out sheets of collaborative sounds that conjoin their respective and distinct states of constant freak-out. Thurston Moore, known best for his decades of noisy pop with Sonic Youth, has always sought shelter in an array of far noisier side projects, and here he offers only electric guitar improvisations, clattering and chiming but not quite as all-out in the cacophonous noise directions as he can sometimes veer. John Zorn, playing only sax, actually tends to be the wilder of the two in their duets, blowing skronky and continuous runs midway between Albert Ayler's spiritual blasts of mayhem and the gritty downtown N.Y.C. sound he helped helm with his Tzadik label and its scene of improvisers. The connectivity of the duo is impressive, especially in moments of complete and unexpected synchronicity." (Fred Thomas, Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.