"1961 was een bijzonder jaar voor John Coltrane. Hij had een radiohit met zijn versie van "My Favorite Things", nam zijn eerste platen op voor het Impulse!-label en sloot het jaar af met een reeks historisch geworden concerten in de New Yorkse jazzclub Village Vanguard, die tot zijn beste liveplaten zouden leiden. Coltrane speelde er samen met rietblazer en fluitist Eric Dolphy iets wat ze een paar maanden eerder, vlak om de hoek, ook al hadden gedaan – alleen leken daar geen opnamen van te bestaan. Het is inderdaad een zinderend livealbum geworden. Die dwarsfluit van Dolphy in "My Favorite Things", die pas na 6 minuten repliek krijgt van Coltrane’s sopraansax, zet meteen de toon. Je wordt zo door hun spel meegesleept dat het nauwelijks stoort dat ze te ver achter in de mix staan, het geluid te dun is en je vooral drummer Elvin Jones hoort." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
Klassieker van saxofonist (as, ss & ts)/arrangeur, met topbezetting: Bill Evans, Roy Haynes, Eric Dolphy, Paul Chambers en Freddie Hubbard. Mooi is 't contrast tussen de solo's van hem (direct, to the point) en die van de avontuurlijke Dolphy. (JG)
"De herontdekking van deze opnamen is te vergelijken met de ontdekking van een nieuwe Picasso of een partituur van Bach. Overdreven? Helemaal niet. Mingus is de belangrijkste bassist van de jazz, zijn composities zijn geniaal en de opname is uit een cruciale periode, met zijn meest creatieve band ooit: het sextet dat naam maakte met een tumultueuze Europese tournee waarbij de bassist hotels en kleedkamers beschadigd achterliet, trompettist Johnny Coles moest worden opgenomen in het ziekenhuis en Eric Dolphy in Europa achterbleef, waar hij enkele weken later overleed. Muzikaal was het echter een toptijd. T.t.v. deze opnamen stonden ze met frisse moed aan de vooravond van die tour. Johnny Coles speelde nog mee. Het sextet klinkt verbluffend groots. Orkestraal bijna. Mingus muziek vertoonde absoluut avant-gardistische kenmerken: vrije aanpak, tempowisselingen, outside-improvisaties. Maar evenzeer was dit sextet diep geworteld in blues en roots, en kon het vooral keihard swingen." (Koen Schouten, Volkskrant)
Posthuum uitgebrachte opnamen met groot orkest o.l.v. Eric Dolphy en met daarin o.a. Dolphy zelf en de leden van Coltrane's gouden sixtieskwartet (Jones, Garrison en Tyner). Met "Song Of The Underground Railroad" (een eerste opname), "Greensleeves" (een niet eerder uitgebrachte 'alternative take') en het lange "Africa" (een niet eerder uitgebrachte 'alternative master')
Zijn debuut voor het Impulse!-label, uit 1961, met Eric Dolphy-arrangementen voor jazz-ensemble, dat Dolphy ook zelf dirigeert. Dit ensemble begeleidt als het ware Coltrane's kwartet (de legendarische bezetting met pianist McCoy Tyner en drummer Elvin Jones, maar nog met Reggie Workman als bassist i.p.v. Jimmy Garrison). Kant één bevat het spannende en enerverende "Afrika", de tweede helft opent met een bloedstollend mooie versie van de traditional "Greensleeves", Coltrane's favoriete folkmelodie. De koperorkestarrangementen in "Africa" en "Greensleeves" hebben een Gil Evans-achtige kleur (denk met name aan "Will-O-The-Wisp" van "Sketches Of Spain" als referentie). "Blues Minor" verkeert qua basis in traditionelere bigband- en bopsferen, maar in Coltrane's spel is die fabuleuze stijl en diepe intensiteit die later o.a. in "A Love Supreme" is te horen grotendeels aanwezig.
"Out to Lunch stands as Eric Dolphy's magnum opus, an absolute pinnacle of avant-garde jazz in any form or era. Its rhythmic complexity was perhaps unrivaled since Dave Brubeck's Time Out, and its five Dolphy originals -- the jarring Monk tribute "Hat and Beard," the aptly titled "Something Sweet, Something Tender," the weirdly jaunty flute showcase "Gazzelloni," the militaristic title track, the drunken lurch of "Straight Up and Down" -- were a perfect balance of structured frameworks, carefully calibrated timbres, and generous individual freedom." (Steve Huey, Allmusic)
27 dagen voor z'n dood, op 2 juni 1964, speelde jazzvernieuwer Dolphy (fl,b-cl,as) deze sessie voor de VARA met Misha Mengelberg (p), Jacques Schols (b) en Han Bennink (d). Over deze sessie handelt ook de gelijknamige documentaire (zie: DJ19).
Portret van de legendarische jazzvernieuwer Eric Dolphy en belichting van het ontstaan van het album 'Last Date', met VARA-opnamen met Misha Mengelberg, Jacques Schols en Han Bennink, 27 dagen voor z'n onnodige dood in Berlijn, 29 juni 1964.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.