Heruitgave uit 2005 van opnamen uit 1954. "Clifford Brown's death in a car accident in 1956, at the age of 25, was one of the great tragedies in jazz history. Already ranking with Dizzy Gillespie and Miles Davis as one of the top trumpeters in jazz, Brownie was still improving in 1956. In 1954 he had formed a quintet with Max Roach. Considered one of the premiere hard bop bands, the group lasted until Brown's death, featuring Harold Land on tenor sax and recording several superb sets for Emarcy. This second EmArcy album by the quintet (music that has been reissued in full on a massive ten-CD set), was recorded in august 1954 and has quite a few memorable performances, particularly a colorful rendition of "Parisian Thoroughfare," definitive versions of Brownie's compositions "Joy Spring" and "Daahoud" and a heated "Blues Walk." This set (which is essential in one form or another) is a classic." (Scott Yanow, Allmusic)
"Jimmy Woods maakte slechts twee platen. Als sideman zijn we ook snel klaar. Op twee platen horen we hem soleren, naast een handjevol nummers op een paar andere. Eric Dolphy en Cannonball Adderley lijken zijn grootste invloeden, maar opvallender is zijn eigen unieke geluid en zijn stijl die de vrijheid, die Ornette Coleman de jazz heeft gegeven, verbindt met de hardbop uit die tijd. "Awakening!!" (1962) is een opvallend debuut, bijna een meesterwerk, alleen overtroffen door zijn tweede plaat "Conflict" (1963). Elvin Jones, de meest progressieve drummer van die tijd, is de bijzondere gast. Het contrast met de traditionele tenorsaxofonist Harold Land en trompettist Carmell Jones maakt hem nog opmerkelijker. "Conflict" levert hem in 1964 de Down Beat Critics Poll titel Artist deserving wider recognition op. Maar na de geboorte van zijn dochter Najila in 1966 kiest Jimmy voor zijn gezin. Hij krijgt een goede baan als supervisor bij de gemeente Los Angeles en is in 1991 gepensioneerd." (Tom Beetz, Jazzflits)
"I'm Confessin' finds adventurous Chi-town tenor man Steve Grossman pairing up with journeyman jazz legend Harold Land on a muscular set of standards and originals. This a no nonsense but eminently cerebral outing that makes the most of the two leads' knack for inventive, angular, and energetic improvisation. To these ends they dive headlong into the midtempo blues swinger "Vierd Blues," race each other to the finish line on the burning Grossman original "Sandrow," and play it cool on Thelonious Monk's "Let's Cool One"." Individually, they both get a chance to shine with Grossman nailing down the title track and Land holding down the afterglow hours on the ballad "Born to Be Blue"." Joining in the fun are pianist Fred Henke, bassist Reggie Johnson, and drummer Jimmy Cobb." (Matt Collar, Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.