De 24 stukken waaruit Rossini's zelfspot-titel "Quelques Riens"-collectie bestaat, zijn allesbehalve "kleine nietsjes". Ze zijn net zo geestig, origineel en bruisend van leven als de beste opera-inspiratiebronnen van de componist, en bovendien harmonisch en contrapuntisch avontuurlijker. Bekijk de aanstekelijke fugatische schrijfstijl in nr. 6 die een mooie aria-achtige reeks tussen haakjes zet, of de Chopinesque nr. 4 die lijkt op het liefdeskind van Chopins E mineur Prelude en Liszts Vall? d'Obermann. Evenmin beknibbelt Rossini op het virtuoze vuurwerk, zoals je zult horen in de vingerdraaiende runs en machete-achtige accenten van nr. 18, de meedogenloze linkshandig herhaalde akkoorden van nr. 18 (Prokofjev zou het hebben goedgekeurd!), of de ironische salon- getinte patronen sieren nrs. 13 en 15.|
Operavoorstelling, opgenomen in juli 2006 tijdens het festival in Aix-en-Provence
Gioachino Antonio Rossini (Pesaro, 29 februari 1792 – Parijs, 13 november 1868) was een Italiaanse componist. In een periode van twintig jaar (1810-1829) componeerde hij veertig opera's. Enkele kenmerken van zijn muziekstijl zijn: virtuoze zangpartijen, zonnige en prettig in het gehoor liggende melodieën, het fameuze Rossini-crescendo (een steeds sterker wordende herhaling van hetzelfde motief), en een overwegend homofone stijl.|
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.