'A supple, driving rhythm section featuring pianist Fred Hersch, bassist Marc Johnson, and drummer Joey Baron gives Thielemans sufficient support to float his mastery at will. He pleads, prods and probes, begs, borrows and steals on the gentle, bittersweet title track by Jacques Brel. Here, as well as on "Blue 'n Green which pleasingly morphs into "All Blues, as on the original Miles Davis classicHersch vividly demonstrates the "harmonic and pianistic colors that so appeals to Thielemans. Baron is a chameleon who feels comfortable under the skin of many a rhythmic style, but he performs best when he rides and drops bombs during a fast scorcher, like the double-time section of "All Blues. Styles associated with Scott LaFaro, George Mraz, and Eddie Gomez all show up in Marc Johnson's playing, with some Sam Jones-like bippity Bong Dong ba-di-ba-de Ong bong for good measure. Johnson's synthesis is refreshing'. (www.allaboutjazz.com).
"In oktober 2018 traden pianist Fred Hersch en zangeres Esperanza Spalding een paar dagen achter elkaar op in de New Yorkse Village Vanguard. Spalding liet haar contrabas thuis en zong alleen. Hersch verging op dat moment van de pijn aan zijn heup en ook Spalding had wel betere tijden in haar leven gekend. Mogelijk dat al het ongemak er juist voor zorgde dat ze tot het uiterste gingen, want zowel pianospel als zang klinkt verbluffend goed. Het repertoire bestaat vooral uit standards en meteen in "But Not For Me" horen we Spalding knap een loopje nemen met de tekst, terwijl Hersch het nummer ook al zo avontuurlijk benadert. Thelonious Monk krijgt vervolgens een eerbetoon in "Dream Of Monk", een stuk van Hersch zelf en later met een door Spalding fraai woordloos ingezongen "Evidence". Haar eigenzinnige aanpak werkt ook goed in Charlie Parkers "Little Suede Shoes". De lol van het zingen en samenspelen staat voortdurend voorop bij allebei. O, wat waren we daar graag bij geweest." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Hersch has always been a tasteful, harmonically adventurous, and deeply emotive musician, and that is certainly the case here. As he states in the liner notes, seven of these songs are first takes, and not surprisingly a sense of spontaneity and sensitive group interplay permeates the album. To these ends, Cole Porter's "So in Love" is given a deeply expansive touch that finds Hersch washing various harmonic colors around the melody. Similarly engaging, his takes on such lesser-played standards as Thelonious Monk's "Boo Boo's Birthday" and Irving Berlin's "Change Partners" are gleefully playful and adventurous. However, it is on the darker, more melancholy moments that Hersch truly shines, and his brooding version of "How Deep Is the Ocean" and his own "Heartland" are devastatingly moving ballads." (Allmusic)
"Niet spelen om gehoord te worden, maar om te laten horen, de finesses van muziek boven te brengen. De Amerikaanse pianist Fred Hersch is zo’n musicus. Zijn spel draait niet om wat hij technisch allemaal kan (hoeveel dat ook is) maar om het blootleggen van een schoonheid die normaliter verborgen blijft. De manier waarop hij standards die al honderden keren vertolkt zijn weer glans geeft, is onnavolgbaar. Hij speelt gedetailleerd, verfijnd, vol aandacht en vol ook van hunkering, van intimiteit. Zoals hij in de albumtitel met de komma tussen de twee woorden op beide extra nadruk legt, zo doet hij dat ook in zijn spel, beklemtoont hij de tonen met de stiltes ertussen." (Trouw; 5 uit 5 sterren)
"Met bassist Mark Helias en pianist Fred Hersch beweegt Moore zich in het voetspoor van het roemruchte trio uit het begin van de jaren zestig van Jimmy Giuffre, Paul Bley en Steve Swallow. Wat beide groepen gemeen hebben, is een lyrische, verstilde, bijna kamermuziekachtige aanpak en de nostalgische, weemoedige pastelklanken, die zo goed passen bij deze ietwat mistroostige periode van het jaar. Van kopiëren is echter geen sprake. Daarvoor is Moore's muziek niet alleen te eigenzinnig, ook de algehele aanpak is te verschillend. Eerder zou je de muziek die Moore met Helias en Hersch brengt, kunnen zien als een hommage aan die van Giuffre's trio. Een bijzondere hommage ook, want door hun muziek krijg je zin om de pas een paar jaar geleden op ECM verschenen dubbel-cd '1961' van Giuffre/Bley/Swallow te beluisteren." (Trouw)
De Amsterdammer (as, cl) werkt op deze opnamen uit 1988 met 4 musici uit z'n oude 'thuis': Herb Roberson (t), Fred Hersch (p), Mark Helias (b) en Gerry Hemingway (d). Speelse stukken vol verwijzinkjes naar 't rijke Amerikaanse jazzverleden.
Album uit 1997. Lyrisch, vaak verstilde stukken van een prachtig trio met de altijd warm spelende Moore (rieten) en de eigenlijk veel te onbekende pianotopper Fred Hersch.
"Wie als pianotrio klassieke harmonieeen gebruikt, wordt al snel met Bill Evans vergeleken. In dit geval niet terecht: Hersch' stijl is minder impressionistisch, z'n expressie directer. Hier met Ralph Alessi (t) en Tony Malaby (ts).
"Een der beste pianoCD's in jaren! Net als z'n oud-leerling Brad Mehldau klassiek opgeleid en echt tweehandig. Speelt volwaardige figuren over 't hele klavier, zowel melodieus als abstract. Sprankelender, minder zwaarwichtig dan Mehldau." (VK)
Album uit 1997 van vibrafonist, met Peter Erskine (d), John Patitucci (b), John Scofield (g) en Fred Hersch (p). Bevat vrijwel uitsluitend standard-interpretaties, maar nooit voor de hand liggende. Daarnaast 't thema van de TV-show 'Frasier'.
Uit 1994. De Braziliaanse is vnl. bekend van jazzy samba. Hier zingt ze romantisch Amerikaans musical-repertoire: evergreens als 'My Funny Valentine' en 'I've Got You Under My Skin'. Met warme begeleid door het trio van pianist Fred Hersch.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.