"Vanaf nu kan er salsa worden gedanst op muziek van Johann Sebastian Bach. Onbekommerd nog wel, en voorzien van knap uitgevoerde improvisaties. Voor dit verrassende staaltje zorgen vijf musici die zich hebben verenigd onder de naam Bach Reflections. Met werk van de grootste meester die de barokmuziek heeft gekend, maar dan wel vertaald in het stuk "Invención Nueve" dus naar salsa en verder naar voornamelijk geïmproviseerde jazzmuziek. De muziek van J.S. Bach is voor een groot aantal jazzmusici tegelijk leerstof en inspirator geweest. Dat hoeft geen verwondering te wekken, want Bach improviseerde er geducht op los. Bach Relections pakt de zaken anders aan. De musici hebben zes stukken van Bach als uitgangspunt genomen en zijn spelend diep in het wezen van zijn muziek gedoken. Het kwintet doet in feite aan recycling: de muziek wordt al spelend opnieuw gecomponeerd en van een andere volgorde voorzien." (Rinus van der Heijden, Jazzenzo; volg link voor complete tekst) Op 6-12-2014 in De Grote Kerk, Enschede.
"Dämmerung? Geen schemertoestanden hier, maar herfstige romantiek. In ons chauvinisme grepen we allereerst naar de sonate van Gerard von Brucken Fock (1859-1935). Onze Zeeuwse landgenoot was leerling van Hol en studeerde ook in Berlijn. Grieg noemde hem 'de Nederlandse Chopin'. In deze fraaie sonate uit 1884 is het meer Brahms die over zijn schouder meekijkt, en van een iets grotere afstand Beethoven. Enkele vleugjes Strauss dateren waarschijnlijk van de herziening van 1931. Wat we horen is een volbloed romantische sonate met en sterke thematiek en een hechte structuur die op eigen been kan staan. Eigenlijk bijna jammer dat het mooie andante al na 2 minuten naadloos overgaat in het allegro van de finale. Op de eerste CD klinkt ook Zemlinksy, die in deze periode net zo goed van Brahms leent, en dat doet ook de vroege cellosonate van Dohnáyi (op CD2). Larissa Groenevelds celloklank is warmbloeding; Frank van de Laar grijpt met gecontroleerde passie in de toetsen." (Gerard Scheltens, Luister; cijfer: 9)
"In 'Kunststof' op Radio 1, waarin de gast aan het slot zijn levensmotto op een tegeltje noteert, schreef cellist Reijseger: 'Met de stroom meedrijven, dat kan een dode hond ook'. Inderdaad: hij is een musicus die nog nooit een stap op gebaande paden heeft gezet. Dat maakt z'n muzikale escapades even intrigerend als lastig rubriceerbaar. Op dit schitterende album negeert hij andermaal alle piketpaaltjes tussen genres. Wel zorgt de aanwezigheid van Van de Laar (piano) en Groeneveld (cello) en de aard der stukken voor een overwegend 'klassieke' ondertoon. Opener "Gretchen am Spinnrade", zeer vrij naar Schubert, is meteen van een ontroerende schoonheid. Van de Laar en Groeneveld spelen genoteerde partijen, Reijseger improviseert er met veel gevoel overheen - zijn dierlijk jankende flageoletten versterken de tragiek alleen maar. Die serieuze, onironische, verrassend romantische toon wordt het hele album (bijna geheel gevuld met prachtstukken van Reijseger) volgehouden. Zeer aanbevolen." (Erik Voermans, Parool)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.