"Throughout Coltrane's discography there are a handful of albums that split his listening camp into factions. Generally, these occur in his extreme later-period works. As a contrast, "Ballads" is often criticized as too easy, and as too much of a compromise between Coltrane and Impulse!. But it's a perfectly fine album of Coltrane doing what he always did -- explore new avenues and modes in an inexhaustible search for personal and artistic enlightenment. Here, he looks into the warmer side of things, a path he would take with both Johnny Hartman and Duke Ellington. Here he lays out for Tyner mostly, and the results positively shimmer at times. He's not aggressive - instead, he's introspective and at times even predictable, but that is precisely the album's draw. The bonus disc contains no less than five versions of "Greensleeves" and seven versions of "It's Easy to Remember" - often slightly more aggressive and exploratory than the album version - plus two other alternate versions." (Sam Samuelson, Allmusic)
"In the '50s, the party line among New York jazz critics was that hard bop was the 'true faith' and that cool jazz was lightweight and unemotional. But Miles Davis knew better. The trumpeter was smart enough to realize that cool jazz and hard bop were equally valid parts of the house that Charlie Parker built, and he had no problem working with cool jazzmen one minute and hard boppers the next. "Blue Moods" is an excellent example of cool jazz. However, although vibist Teddy Charles was cool-oriented, Mingus (upright bass) and Elvin Jones (drums) were never considered cool players - and the lyrical trombonist Britt Woodman was best known for his work with Duke Ellington. Nonetheless, the things that characterized cool jazz - subtlety, restraint, and understatement - characterize "Blue Moods". Mingus and Jones were certainly capable of being forceful and aggressive, but you won't hear them being intense here; a very laid-back, gently introspective approach prevails." (Alex Henderson, Allmusic; 4 uit 5 sterren)
"1961 was een bijzonder jaar voor John Coltrane. Hij had een radiohit met zijn versie van "My Favorite Things", nam zijn eerste platen op voor het Impulse!-label en sloot het jaar af met een reeks historisch geworden concerten in de New Yorkse jazzclub Village Vanguard, die tot zijn beste liveplaten zouden leiden. Coltrane speelde er samen met rietblazer en fluitist Eric Dolphy iets wat ze een paar maanden eerder, vlak om de hoek, ook al hadden gedaan – alleen leken daar geen opnamen van te bestaan. Het is inderdaad een zinderend livealbum geworden. Die dwarsfluit van Dolphy in "My Favorite Things", die pas na 6 minuten repliek krijgt van Coltrane’s sopraansax, zet meteen de toon. Je wordt zo door hun spel meegesleept dat het nauwelijks stoort dat ze te ver achter in de mix staan, het geluid te dun is en je vooral drummer Elvin Jones hoort." (Volkskrant; 4 uit 5 sterren)
"Een van de meest invloedrijke en complete jazzplaten aller tijden, iets meer dan een halfuur, opgenomen in 2 dagen tijd in december 1964. Nadat Coltrane zijn verslavingen had overwonnen en rust had gevonden bij vrouw Alice, ging hij op zoek naar spirituele verdieping in zijn muziek. Met het klassieke kwartet met Jimmy Garrison (bas), McCoy Tyner (piano) en Elvin Jones (drums) nam hij een serie platen op, waaronder "Crescent" en "Sun Ship", maar op "A Love Supreme" komt alles samen. Een statement in 4 delen: "Acknowledgement", dat draait om die overbekende baslijn van vier noten; "Resolution", een swingend thema waarover Coltrane en Tyner virtuoos soleren; het gejaagde "Pursuance" vol wilde solos en tot slot "Psalm" met een haast meditatief slot. Ter ere van de 50ste verjaardag van het stuk is er nu deze 3CD-set met de volledige opnamesessies (ook de opnames met extra musici Archie Shepp en Art Davis), een zeldzame live-versie (Antibes, 1965) en het klassieke album zelf." (Louk Vanderschuren, Platomania)
"'Blue World' bevat nieuwe versies van de Coltrane-nummers 'Naima', 'Village Blues', 'Traneing In' en 'Like Sonny'. Het enige onbekende stuk is het titelnummer van het album, dat klinkt als een vertraagde variatie van zijn kijk op de popstandaard 'Out of This World', die hij eerder had opgenomen voor zijn album 'Coltrane' uit 1962. De 'Blue World'-opnamen met Jimmy Garrison op contrabas, pianist McCoy Tyner en Elvin Jones op drums, dateren uit de tussenliggende periode van de albums 'Crescent' en 'A Love Supreme' en waren bedoeld als soundtrack voor de Canadese kunstfilm 'Le chat dans le sac' van filmmaker Gilles Groulx. Uiteindelijk werd voor de film slechts tien minuten gebruikt uit de 37 minuten durende sessie; nieuwe versies van 'Naima' en 'Village Blues'." (Jazzenzo)
"Here it is: eight CDs worth of John Coltrane's classic quartet, comprised of bassist Jimmy Garrison, pianist McCoy Tyner, and drummer Elvin Jones, recorded between December of 1961 and September of 1965 when the artist followed his restless vision and expanded the band before assembling an entirely new one before his death. What transpired over the course of the 8 CD's of this box set is nothing short of a complete transfiguration of one band into another one, from a band that followed the leader into places unknown to one that inspired him and pushed him further. All of this transpired in the span of only 3 years. The group that the saxophonist had assembled for Coltrane in 1962, a band that had been together a little while and had performed together at the Village Vanguard (the tracks that include the quartet without Eric Dolphy from "Impressions" are included here) in a variety of settings, is almost nothing like the band that made "Kulu Se Mama" in 1965. (...) It's a must." (Thom Jurek, Allmusic)
"This isn't like coming across an artefact", aldus jazzgrootheid en Coltrane-volgeling Sonny Rollins in UNCUT over deze onlangs ontdekte, verloren gewaande opnames. "This is like discovering a whole new chamber of The Great Pyramids." Inderdaad, de zeven nummers die het John Coltrane Quartet in 1963 opnam in amper vijf uurtjes in de New Jersey-studio's van Rudy Van Gelder, voelen aan als een ware schat. De uitmuntende klankkwaliteit van deze fonkelend composities doet verbazen. Both Directions At Once, een plaat die decennia lang stof lag te vergaren in het huis van Coltranes ex-vrouw Naima Juanita Grubbs, doet dienst als een soort overgangsplaat die een brug slaat van de meer aardse stijl van de fifties-Coltrane naar de kosmisch verantwoorde experimenten die de saxgod naar het einde van zijn leven aanhing. Want hierna volgden de geniale platen Crescent, A Love Supreme en Ascension, kunstwerken die Coltranes reputatie als transcendente, buitenaardse jazzvernieuwer voor eeuwig bevestigden". (De Morgen)
"Bye Bye Blackbird only contains 36 minutes of music, but the quality is quite high. John Coltrane and his Quartet (pianist McCoy Tyner, bassist Jimmy Garrison, and drummer Elvin Jones) perform extended versions of "Bye Bye Blackbird" and "Traneing In" that gradually build up to great intensity. Well recorded, this European concert (of uncertain origin) is worth hearing, particularly by Coltrane collectors who already have his more essential recordings, although it does not quite live up to the label that producer Norman Granz gave it: "His Greatest Concert Performance."" (Allmusic).
"Weer een mooie uitgave in de serie Jazz at the Concertgebouw van het Muziekcentrum Nederland, dit keer van het kwintet van J.J. Johnson, de trombonist met wortels in de swing die als eerste virtuoze bebop speelde op zijn lastige instrument. Johnson was de nacht van 17 augustus 1957 in grootse vorm, en had een uitstekende groep meegenomen. Vooral de onderschatte tenorsaxofonist en fluitist Bobby Jaspar schittert in hartstochtelijke solos, daarbij niet weinig geholpen door de ook toen al stormachtig en polyritmisch drummende Elvin Jones. Het was geen officiële opnamesessie, maar het geluid is heel aanvaardbaar. Twee stukken worden voortijdig afgebroken (de tape was op), maar niettemin is dit een fraai en zeldzaam document." (Frank van Herk, Volkskrant; waardering; 4 uit 5 sterren)
"A recording many consider his finest single album, and rightly so, Coltrane displays all of the exciting elements that sparked brilliance and allowed his instrumental voice to shine. On tenor saxophone he's simply masterful, offering the burgeoning sheets of sound philosophy only he perfected into endless weavings of melodic and tuneful displays of inventive, thoughtful, driven phrases. Coltrane plays a bit of soprano saxophone as a primer for his more exploratory work to follow. Remember this is 1962, at a time when he was rethinking his style vis a vis the work he did influenced by Ornette Coleman, and only five years prior to his passing. Of course bassist Jimmy Garrison, drummer Elvin Jones, and especially the stellar McCoy Tyner have integrated their passionate dynamics into the inner whole of the quartet. The result is a most focused effort, brilliantly conceived and rendered." (Michael G. Nastos, Allmusic) Met extra schijf, waarop vier aanvullende stukken uit dezelfde sessies, plus alternative takes.
Opnamen uit juni 1965 van het legendarische John Coltrane Quartet, die pas in 1998 in deze vorm als album zijn uitgebracht. Verspreid over diverse compilaties waren deze 5 stukken al wel bekend (in het geval van het titelnummer zelfs met posthuum toegevoegde strijkerssectie(!), die hier gelukkig weer weggelaten is), maar zó wordt dit werk pas goed recht gedaan. We horen een intens musicerend kwartet, dat liefhebbers van werken als "A Love Supreme" en "Ascension" zich niet mogen laten ontgaan.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.