"Allgood schrijft haar eigen tekst en muziek. Ze is namelijk een singer-songwriter, maar dan zonder kampeerakkoorden. Welnee, ze maakt pittige arrangementen. Dat wordt lezen geblazen; al snel vier kantjes per stuk. Zelfs een enkel bekend nummer als "Both Sides Now" (van Joni Mitchell) voorziet ze van grillige accenten die op het eerste gehoor geheel los staan van de vertrouwde melodie. Haar eigen songs maken springerige intervallen. Ze ‘scat’ graag en pakt dan af en toe een harmonisch gezien merkwaardig nootje uit het hoge register. Ze heeft een schijnbaar-moeiteloze meisjesstem, maar weet alle noten trefzeker te raken. Soms maken de arrangementen gebruik van het héle kwartet; Allgood is dan niet een zangeres-met-begeleiding. Ze zoekt echter ook naar andere combinaties, zoals in een ‘special chorus’ voor bas en zang. Je hoort dat hier een grondig geschoolde artiest aan het werk is. Allgood woont en werkt in Chicago, waar ze op een universiteit zangles geeft en een vocaal ensemble leidt." (Jazzflits)
"Met Too Darn Hot! is Claire Martin weer terug bij haar oude jazzwortels met een dream team van Engelse jazz muzikanten. Onder de hoede van producer Richard Cottle speelt op Too Darn Hot! de crème de la crème van de Britse muzikanten. Daarnaast is de veelgevraagde pianist Geoff Keezer de speciale gast, die meespeelt op zijn eigen compositie Four Walls, speciaal voor Claire geschreven. Het album bevat veel nummers uit het Grote Amerikaanse Song Book. Aangevuld met nieuw materiaal van Joel Siegel met Noir en Geoffrey Keezer met Four Walls, terwijl Claire een opnieuw eer bewijst aan een van haar grote voorbeelden Joni Mitchell, met het laatste nummer Blue Motel Room, een a cappella duet met Ian Shaw. Het Tapestry String Quartet speelt op twee speciaal geschreven arrangementen van Sir Richard Rodney Bennett (It's Raining in my Heart en When I Fall in Love). Op Too Darn Hot ! laat Claire Martin horen, dat zij niet voor niets in Engeland vele malen uitgeroepen is als beste zangeres." (Muziekweb)
Uit 2000. Sextet rond Britse tenorsaxofonist, bekend uit Chick Corea's Origin en muzikaal in die (postbop)lijn. Grotendeels een suite, geschreven voor een Brits festival, waarin hij achter elkaar diverse invloeden aanstipt, ook uit folkvormen. Chick Corea is te gast in twee stukken.
De jonge Australische bassiste (*1986) viel op met beestachtig spel bij Jeff Beck (zie bijv. de DVD van Eric Claptons Crossroads-festival 2007). Ondanks haar leeftijd speelde ze eerder al met fusionkanonnen als Chick Corea en Frank Gambale en was ze 'special guest' tijdens een tournee van The Allman Brothers Band. Dit is haar solodebuut, met fusion in een aan Mike Stern en John Scofield verwante stijl. Drummer is geweldenaar Keith Carlock, o.a. bekend van Steely Dan. Hij legt hier werkelijk weergaloze bases neer middels onnavolgbare drumpatronen. Gitarist Wayne Krantz speelde o.a. op Donald Fagens "Morph The Cat". Hij zorgt met wonderlijke nootbuigingen voor Scofield-reminiscenties. Seamus Blake is een degelijke hardbop-saxofonist, die meerdere albums opnam voor het Criss Cross-label van Enschedeër Gerry Teekens. Ook pianist Geoffry Keezer is veelgevraagd in de mainstream hardbopwereld. Tal laat in deze technisch bijzonder hoogstaande muzikale omgeving horen wat ze waard is! Veel dus! Wordt een hele grote...
"The fifth in Ray Brown's series of recordings pairing his working trio with several different musicians from the same family of instruments features a half-dozen guitarists, ranging from Herb Ellis and Ulf Wakenius to veteran Kenny Burrell, as well as seasoned players like John Pizzarelli and Bruce Forman and the rising star Russell Malone. Each song sounds as if the group could be a working quartet, due to the great interaction between the trio and each guest. So it's very easy to recommend this very enjoyable disc." (Allmusic)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.