Op 12 december 2015 concerteert Het Collectief o.l.v. Reinbert de Leeuw in het Muziekcentrum in Enschede, met op het programma werken van deze CD: "In de jaren twintig van de vorige eeuw richtte Arnold Schönberg samen met Alban Berg en Anton Webern het Verein für musikalische Privataufführungen op. Deze concertvereniging nam bewust afstand van het officiële, conservatieve muziekleven. De programmatie bestond dan ook vooral uit recent werk dat van de grote podia geweerd werd. Omdat de Verein geen orkest ter beschikking had, onstonden in die tijd een grote hoeveelheid arrangementen voor klein ensemble. Ook vandaag nog ontstaan transscripties in dezelfde geest. Zo bewerkte éminence grise van de nieuwe muziek Reinbert de Leeuw onlangs nog muziek van Berg, Zemlinsky en Webern."
"Erik Satie is alom bekend bij het publiek door werken als Gymnopédies, die vooral door de interpretaties van Reinbert de Leeuw bekend werden bij het grote publiek. Dit jaar is het 150 jaar geleden, dat Erik Satie in Normandië werd geboren. Naast een begenadigd componist van ogenschijnlijk korte muziekwerkjes, schreef Satie ook prachtige liederen ofwel mélodies. Voor dit album selecteerden Reinbert de Leeuw en Barbara Hannigan tien liederen die een bijzondere sfeer oproepen. Centraal is het werk Socrate, dat Satie op basis van dialogen van de Griekse filosoof Socrates voor sopraan schreef. Daarnaast bevat het programma Trois mélodies en Trois autres mélodies. Een prachtig album met wonderschone zang van Barbara Hannigan, uitstekend begeleid door Reinbert de Leeuw." (Wil Zenhorst, Platomania)
`31 liederen lang is het Sehnsucht wat de klok slaat. In vertaling zwenkt die gemoedstoestand tussen nostalgische melancholie en vurig verlangen. De melancholie rijmt met het levensgevoel in Oostenrijk-Hongarije, de dubbelmonarchie die in 1914 uit elkaar spat. Het verlangen laait op bij muzikale twintigers als Arnold Schönberg, Alban Berg en Anton Webern. Dit stelletje saboteurs legt vanaf 1900 springstof onder de klanktaal van de Romantiek. Toonsoorten, melodieën, akkoorden, al het vertrouwde gaat aan duigen. (...) Meestal komt dit broeierige repertoire over het voetlicht met keurige zangeressenmanieren. Daar doet Barbara Hannigan niet aan. Zonder overdreven emotioneel te worden stopt ze Sehnsucht in elke noot. Haar kunst is er een van kruip-door-sluip-door. Boven- of onderlangs glijdt ze tonen in en uit, een voorschot nemend op het expressieve Sprechgesang dat Arnold Schönberg een decennium later uitvond. Reinbert de Leeuws pianoklank komt uit een ijl universum". (Volkskrant, 5 sterren)
In 1906 schreef Arnold Schönberg zijn baanbrekende Kammersymphonie nr. 1, een sleutelstuk van de moderne muziek dat componisten tot op de dag van vandaag inspireert. De bezetting van tien blazers en vijf strijkers een symfonieorkest op zakformaat legde de basis voor de later zo bloeiende ensemblecultuur.
In 2020 overleed Reinbert de Leeuw. (...) . Als componist had De Leeuw moeite om zich los te maken van de grote voorbeelden. In 1973 leek hij het componeren eraan te geven met het orkestwerk Abschied. (...). Had De Leeuw zijn fascinatie voor de romantiek maar wat eerder toegegeven, want dan hadden we geen veertig jaar hoeven wachten op Der Nächtliche Wanderer. Inspiratie voor dit orkeststuk was een spookachtig gedicht van Friedrich Hölderlin, over een uil die in de nacht dood en verderf zaait. Ook een schets van Wagner en de Vioolsonate van Oestvolskaja spelen een rol (let op de spaarzame tonen van de altviool aan het begin). Tegen het einde klinkt Hölderlins gedicht op band. Het stuk dooft uit met droge tikken op hout. In de verte blaft een hond... (HJ, muziekweb.nl)
Naast Schönberg (1874-1951) en Stravinski (1882-1971) was Béla Bartók een derde belangrijke vernieuwer van de Europese kunstmuziek aan het begin van de twintigste eeuw. Ook hij zocht een weg uit de rond 1900 in een impasse geraakte tonale muziek en vond die in de volksmuziek. Aanvankelijk knoopte hij met zijn symfonisch gedicht Kossuth (1903) aan bij de nationalistische muziektraditie van Liszt, maar vond met de herontdekking van de Hongaarse boerenmuziek zijn eigen stem. Samen met Zoltán Kodály was hij één van de eersten die resultaten van folkloristisch onderzoek toepaste in eigen composities. Groot verschil met componisten uit de negentiende eeuw was dat Bartók folklore niet aanpaste aan het tonale systeem, maar uit volksmuziek zijn eigen muzikale idioom opbouwde. (...) Zo naderde hij met de twee Vioolsonates (1921-22) het vrije expressionisme van Schönberg. Vanaf 1926 worden neoclassicistische tendensen à la Stravinski hoorbaar. (...) (JWvR, Muziekweb)
Bevat: Bei Anbruch ; Walden ; In den Waldern ; Wald ; Zur Nacht
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.