Tove groeit na de Eerste Wereldoorlog op in een arbeiderswijk in Kopenhagen waar werkloosheid en armoede heersen. Ze heeft weinig vriendinnen, vult haar poesiealbum met zelfgeschreven gedichten en hunkert naar acceptatie.
Een kinderboekenschrijfster gaat gebukt onder twee existentiele angsten: dat haar man haar bedriegt en dat ze zal nooit een hooggewaardeerde roman voor volwassenen zal kunnen schrijven; ze vlucht in drugs, raakt in een psychose en belandt in een kliniek.
Tove Ditlevsen beschrijft haar vier huwelijken, waaronder die met de arts die haar van verslavende pijnstillers voorzag, waardoor ze in een ontwenningskliniek moest worden opgenomen.
Als poëzieschrijvend buitenbeentje vindt tiener Tove moeilijk aansluiting bij vrienden, maar haar prachtige gedichten vallen langzaamaan op en een wordt in een literair tijdschrift opgenomen.
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.