"Met dit zesde album slaagt Jonathan er moeiteloos in om, ondanks de bekende ingrediënten (zijn warme baritonstem, de orkestrale arrangementen), te verrassen met een wederom voortreffelijk album, waarop de klankkleuren toch net weer anders zijn getint. Er valt veel te beleven op dit album. Het is allemaal heel geproduceerd, met strijkers, koortjes etc. Dat kan voor sommigen een bezwaar zijn, maar er is met veel zorg en liefde gewerkt aan de arrangementen en de buitengewoon uitgekiende productie. Het is de muzikale uitbundigheid, die het album de warmte meegeeft. "We Come Alive" is een weldadig bad om je in onder te dompelen. Uiteindelijk zijn het de ijzersterke composities die weer de doorslag geven. De nummers zijn bewust in deze volgorde gerangschikt, waardoor het album niet alleen een mooie flow krijgt, maar het ook tot een fraai afgerond geheel maakt. Jonathan beschouwt het album eigenlijk als één muziekstuk: de invloed van film scores is dan ook onmiskenbaar." (Written in Music; 4 uit 5 sterren)
De muziek van Jeremiah reduceren tot een soundtrack voor mistroostige herfstdagen zou de rijkheid ervan geen eer aandoen. Daarvoor is zijn klank te veel versierd met fijne details en laat die geen mogelijkheid tot apathie toe. Sinds 2011 brengt de Engelse singer-songwriter zijn soulvolle songs uit, met Horsepower for the Streets levert hij nu zijn vijfde langspeler af. Inspiratie zocht en vond hij daarvoor aan deze kant van het Kanaal. Weg van de Londense drukte schreef hij in het ommeland van Bordeaux en nam hij op in Amsterdam. In een kerk dan nog.Jeremiah heeft als volleerde dienaar ons een album bezorgd dat helpt wapenen tegen de “Sirens In The Silence”. In dit afsluitende nummer stelt hij gerust, ‘Everything is gonna be alright / There’s nothing wrong with how you feel.’ Na een paar luisterbeurten zijn we geneigd hem te geloven. (Dansende Beren)|
"De Britse singer-songwriter Jonathan Jeremiah debuteerde in 2011 succesvol met "A Solitary Man", een plaat met melancholieke, orkestrale popliedjes ergens tussen Cat Stevens en James Blunt. In Nederland kreeg hij er een gouden plaat voor. Opvolger "Gold Dust" maakte hij met het Metropole Orkest en benadrukte zijn orkestrale kant. "Oh Desire" is veel bescheidener van opzet. De songs zijn akoestisch en als er orkestrale klanken gebruikt worden, komen die uit een mellotron, wat een aangenaam sixtiessmaakje geeft. Dat tijdperk is duidelijk een bron van inspiratie geweest. De eerste klanken van "One" doen denken aan Nick Drake, het orgeltje in "Rising Up" is een knipoog naar Booker T. en het jazzy "Walking On Air" roept herinneringen op aan het vroege werk van Van Morrison. Maar Jeremiah is zeker geen copycat. Allereerst verstaat hij de kunst een lekker popliedje te schrijven. Het mooi opbouwende "Wild Fire" zou hem heel goed terug kunnen brengen in de hitparade. Maar solo met alleen een gitaar weet hij in "The Birds" net zo goed te overtuigen. "Oh Desire" is zijn beste album tot nu toe." (Jan vd Plas, Oor)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.