"Ty Segall hield zich een jaartje rustig, maar dan krijg je ook wat. Het vijftien songs tellende "Three Bells" duurt ruim een uur en is muzikaal ambitieus te noemen. De garagerocker – eigenlijk dekt dat de lading allang niet meer – uit San Francisco flirt al jaren met progressieve rock en protopunk en -metal uit pakweg 1969, en dat doet hij nu een heel album lang. Plaatopener "The Bell" begint als een akoestische folksong maar versnelt al snel, waarna er meerdere songsecties vol tempowisselingen, hinkstapritmes en miniatuur-gitaarriffjes volgen. In het rond een bezwerende gitaarmelodie opgetrokken "Void" voegt hij daar nog een stukje jazzrock aan toe, terwijl de onheilspellende sfeer en sound van de tragere tweede helft wel aan "I Want You" van The Beatles doet denken. Van het zompig groovende Eggman wordt halverwege de afspeelsnelheid vertraagd, waardoor de tekst nog wat luguberder wordt (‘You sit and rot, your mind with thoughts’)." (OOR)
"San Francisco's heetste 'punk hunk' brengt een liveplaat uit, die precies laat horen wat zijn band tot zo'n opwindende liveact maakt. Of Segall in 2014 met "Manipulator" nou wel of niet zijn voorlopige meesterwerk heeft gemaakt, daarover zijn de meningen verdeeld. De plaat laat samen met voorgangers "Twins" en "Sleeper" in ieder geval horen waar hij creatief toe in staat is en dat is best veel. Gelukkig maakt Segall live ook nog steeds graag ongecompliceerd lawaai met zijn band en hij heeft daarvoor steeds meer krakers achter de hand. Het betere beukwerk dus, maar hoor eens hoe lekker die band (met indieheld Mikal Cronin op bas) tegenwoordig draait. Rammen als een malle, maar er komen ook achteloos gespeelde dubbele gitaarsolo's van Segall en Charles Mootheart voorbij (in "Wave Goodbye"). Een optreden als een wervelwind, waarin ook knappe popsongs als "I Bought My Eyes" en "Feel" een bulldozer-makeover krijgen. Een liveplaat zoals het hoort: je ruikt het zweet en ziet de pit voor je." (John Denekamp, Oor)
Ty Segall ruilt ditmaal zijn fuzzpedaal in voor iets dat veel flueler en fragieler klinkt dan de stekelige, beukende uithalen die we vooral met de man associëren. De breuklijn is meteen hoorbaar op het kalmerende “Good Morning”, dat wiegend en zangerig de bloedmooie opener vormt van een setje nummers dat erg rudimentair en akoestisch opgebouwd is. Laagje na laagje krijgen ze vorm, met de vocals van Ty als schitterende kroon op elk werkstukje. Hello, Hi is een breekbare en minzame plaat die makkelijk een van de beste dingen is die Ty Segall in de afgelopen paar jaar verwezenlijkt heeft. De levenslust, de passie, de power en een peperkoeken hartje: alle vier stromen ze op de poepsimpel getitelde plaat samen om je doodleuk van je sokken te blazen, of dat nu in akoestische eenvoud gebeurt of in een moordende fuzzbui. (Jonas Rombout, Dansende Beren, 2022)|
"Garage punk icon Ty Segall's influences run from vintage psychedelia to first-generation punk, but a thread that runs strong in his music is one that might not seem so obvious. Segall is a serious fan of T. Rex, Marc Bolan's band that evolved from spaced-out folk-rock to high-stepping glam-infused boogie, briefly becoming one of the biggest British acts of the '70s in the process. In 2011, Segall paid homage to T. Rex with the EP "Ty-Rex", in which he served up scrappy, lo-fi versions of tunes from the T. Rex back catalog that ran Bolan's elemental, riff-dominated melodies through Segall's buzzy guitar style and sweetly sneering vocals. A playful and entertaining gesture from one musician to a fallen hero, Ty-Rex originally was released as a six-song EP, with "Ty-Rex II", a single featuring two more T. Rex covers, following in 2015. This is the late 2015 reissue, including the two tracks from "Ty-Rex II", adding a cover of "20th Century Boy" as a bonus." (Mark Deming, Allmusic; 3,5 uit 5 sterren)
Onze website en deze zoekfunctie is vernieuwd en we werken er op dit moment hard aan om de laatste puntjes op de i te zetten. Mis je bepaalde functionaliteiten, dan vind je hieronder tijdelijk nog de link naar oude zoekfunctie.